Asscher: arbeidsmarkt te vroeg open voor Bulgaren en Roemenen

Minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher (PvdA) had de komst van veel Bulgaren en Roemenen vanaf 1 januari 2014 graag nog een tijdje willen beperken, als dat mogelijk was geweest.

Maar dat kan nu eenmaal niet, omdat Nederland een afspraak heeft met andere landen, zegt Asscher maandag in NRC Handelsblad.

Na 1 januari hebben Roemenen en Bulgaren geen werkvergunning meer nodig om in Nederland te komen werken. Vorige week vroegen oppositiepartijen SP en PVV aan de minister of Nederland een werkvergunning kon blijven vragen van Bulgaren en Roemenen.

Prognoses

Asscher houdt er bovendien rekening mee dat er in 2014 veel meer Bulgaren en Roemenen naar Nederland komen dan op dit moment wordt voorspeld.

‘De officiële prognoses zijn te laag, maar eerdere voorspellingen klopten ook niet,’ zegt Asscher. Het CPB becijferde in augustus dat per jaar maximaal 6.000 Bulgaren en Roemenen vanaf 2014 permanent naar Nederland komen.

Dat is een kleiner aantal dan dat de afgelopen jaren naar Nederland kwam. Bulgaren en Roemenen zouden zich op Zuid- Europa richten in plaats van Noord-Europa.

Code oranje

Vandaag komen de ministers van Sociale Zaken van de EU-lidstaten bijeen om te overleggen over arbeidsmigratie. Asscher krijgt dan ook extra ruimte om uit te leggen wat hij bedoelde met ‘code oranje‘ voor de Europese arbeidsmarkt en dat de dijken ‘hier en daar’ op doorbreken staan.

De minister schreef destijds in een opiniestuk dat hij het belangrijk vindt dat klachten van degenen die hierdoor worden geraakt, niet zomaar worden afgedaan als gemopper over ‘die buitenlanders’. ‘Anders vergiftigen ze de sfeer en wakkeren ze vreemdelingenhaat aan,’ legde Asscher uit.

Spiraal

Zijn waarschuwende ‘code oranje’ zou in Brussel niet in goede aarde zijn gevallen en zelfs tot wantrouwen hebben geleid. Asscher blijft herhalen dat hij er een ‘groot probleem’ is met het vrije verkeer van werknemers in Europa, omdat die leidt tot een ‘neerwaartse spiraal in de arbeidsvoorwaarden’.

Een ruime meerderheid in de Tweede Kamer steunt de kritiek van Asscher, maar kan niets doen aan het feit dat de arbeidsmarkt over drie weken opengaat voor Roemenen en Bulgaren.