Oud-directeur Aysel Erbudak heeft beslag laten leggen op aandelen van het Slotervaartziekenhuis. De erven van haar zakenpartner Jan Schram wilden de aandelen verkopen aan zorgondernemer Loek Winter.
Dat meldt NRC Handelsblad. Erbudak, die in maart werd ontslagen, is faliekant tegen de verkoop vanwege de lage prijs en omdat het ziekenhuis wordt ‘opgeknipt’.
Zij redde het ziekenhuis samen met Schram in 2006 van een faillissement door het te privatiseren. Na diens overlijden kreeg zij ruzie met zijn erven over de toekomst van het ziekenhuis.
Een koopje
De familie Erbudak heeft een minderheidsaandeel. De erven Schram willen hun aandelen niet aan Erbudak verkopen, maar aan Loek Winter, die verschillende zorginstellingen en ziekenhuizen bezit met zijn MC Groep. Erbudak ziet daarin grote bezwaren: de overnameprijs van 29 miljoen euro zou een ‘koopje’ zijn.
Daarnaast wil Winter het ziekenhuis ‘opknippen’ door een deel van de activiteiten aan het naburige Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, dat in kanker is gespecialiseerd, door te verkopen voor 10 miljoen euro.
Een bewindvoerder, Charlotte Insinger, probeerde het conflict op te lossen, maar dat is niet gelukt. Erbudak zou met een alternatief plan voor het ziekenhuis komen, maar had daarvoor meer tijd nodig. Naar verluidt wilden Achmea en ING daar niet aan meewerken. Het ziekenhuis zou over de kop kunnen gaan als het niet snel wordt verkocht.
Omstreden bestuurder
Erbudaks relatie met het ziekenhuis is al vanaf het begin ingewikkeld en niet onomstreden. De Turkse zakenvrouw moest haar voorzitterschap combineren met een taakstraf van 240 uur, omdat ze was veroordeeld in een grote fraudezaak. Zij liet als directeur van een uitzendbureau onder meer illegalen werken op valse burgerservicenummers. Begin jaren negentig werd zij ook al gearresteerd voor het arrangeren van schijnhuwelijken.
Begin december won Erbudak een rechtszaak die het Slotervaartziekenhuis tegen haar had aangespannen. Volgens het ziekenhuis had zij haar functie misbruikt om een miljoen euro weg te sluizen. Daar is geen bewijs voor, oordeelde de rechter in Utrecht.