In Nederland wonen 1,2 miljoen personen onder de armoedegrens

Nederland heeft er vorig jaar bijzonder veel nieuwe armen bijgekregen. Zeker 152.000 Nederlanders vielen in 2012 onder de armoedegrens.

Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) dinsdag presenteren.

Sterke stijging

Net als in 2011 steeg het armoedecijfer vorig jaar weer. Het ging om de sterkste stijging sinds het uitbreken van de recessie in 2008.

Op dit moment beschouwt het SCP 1,2 miljoen Nederlanders als arm. Dat is 7,6 procent van de bevolking.

Het CBS berekent armoede aan de hand van de lage-inkomensgrens van huishoudens. Het gaat hier om een vast koopkrachtbedrag dat wordt aangepast aan de prijsontwikkeling. Het SCP kijkt naar mensen die niet in staat zijn om minimaal vereiste uitgaven voor voedsel, kleding, wonen en sociale participatie op te brengen.

Risicogroepen

Armoede komt in Nederland het meest voor bij de risicogroepen zoals huishoudens die bijstand ontvangen. Daar steeg het aantal armen naar 74 procent. Van de eenoudergezinnen kan 30 procent moeilijk in eigen onderhoud voorzien.

Bij de niet-westerse huishoudens zag het CBS een lagere kans op armoede bij de tweede generatie (20 procent) dan de eerste generatie (31 procent).

Werkende armen

Arme volwassenen hebben vaak werk. Vorig jaar waren er in Nederland 348.000 werkende armen. Dat zijn er aanzienlijk meer dan de 255.000 arme bijstandsontvangers. De overgrote meerderheid van de armen is van Nederlandse komaf. Van de 813.000 volwassen armen waren er 488.000 autochtoon. Onder kinderen groeit het armoedecijfer ook. In 2012 waren er 384.000 kinderen die in Nederland onder de armoedegrens leven, dat is 11,4 procent van alle kinderen.

De Nederlandse armen leven voor een kwart in één van de vier grote steden. In Amsterdam was het percentage met 15,4 procent het hoogst. Goed nieuws was er ook. Zowel het CBS als het SCP verwacht dat het armoedecijfer de komende jaren zal afzwakken.