Als de arbeidsmigratie van Roemenen en Bulgaren naar ons land niet beter wordt begeleid, staat Nederland een nieuw multicultureel drama te wachten. Overheid én bedrijven moeten meer investeren in integratie van de buitenlandse werknemers.
Met die waarschuwing komt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) dinsdag.
Betere begeleiding
Hoewel de arbeidsmigratie vanuit Roemenië en Bulgarije sinds het wegvallen van de visumplicht op 1 januari nog niet op gang lijkt te zijn gekomen, komt het wetenschappelijk bureau met een stevige boodschap aan overheid en werkgevers.
Als ze de komende arbeidsmigratie niet beter gaan begeleiden, staat ons een nieuwe ‘tragiek’ te wachten die we kennen van de gastarbeidersgeschiedenis uit de jaren zestig en zeventig toen veel laagopgeleide Turken en Marokkanen zich in Nederland vestigden.
Onderkant arbeidsmarkt
Volgens de Wetenschappelijke Raad, die wetenschappelijke informatie verschaft ten behoeve van het regeringsbeleid op lange termijn, zijn er veel zorgen over de onderkant van de arbeidsmarkt.
De Roemenen en Bulgaren die in Nederland aan de slag gaan, zijn doorgaans lager opgeleid dan hun landgenoten die thuisblijven.
Uitbuiting
Omdat uitbuiting vooral aan de onderkant van de arbeidsmarkt voorkomt, vindt de WRR dat zaken als tijdelijke contracten, uitzendwerk en zzp-constructies beter tegen het licht moeten worden gehouden. Volgens de Raad doet de overheid weinig voor sociaaleconomische integratie van werknemers, zoals wel in migratielanden als Canada, Australië en Denemarken gebeurt.
Daar helpt de overheid bij taalonderwijs en vaak ook bij arbeidsmarktbegeleiding.
Migrantenstroom
Naar schatting zijn er op dit moment 340.000 werknemers uit de Oost-Europese regio in Nederland actief. Steden als Rotterdam en Den Haag zijn bang dat sinds 1 januari de migratiestroom weer een impuls zal krijgen omdat de restricties zijn weggenomen.
Voor zover bekend is die migrantenstroom nog niet op gang gekomen. Volgens Roemenië hoeft Nederland zich geen zorgen te maken omdat Roemenen landen als Italië en Spanje laten prevaleren boven Nederland vanwege culturele gelijkenissen.