Het Openbaar Ministerie (OM) heeft getuigenverklaringen achtergehouden over een schietincident in Irak in 2004, waarbij de Irakees Azhar Jaloud omkwam. Uit die verklaringen blijkt dat een Nederlandse luitenant de enige was die schoot.
Dat zegt advocaat Liesbeth Zegveld, die de elf verklaringen heeft gezien, in Nieuwsuur. Het OM hield de cruciale informatie opzettelijk achter, zegt de advocaat. Zij staat de vader van het slachtoffer bij in Straatsburg, waar zij een zaak heeft aangespannen bij het Europees Hof.
Checkpoint
Jaloud werd in 2004 bij een controlepost ten noorden van de stad Ar Rumaythah neergeschoten. De betrokken militair stelt in zijn eigen verklaring dat hij schrok, omdat hij dacht dat er werd geschoten vanuit de zwarte Mercedes waarin Jaloud zat.
De luitenant zocht dekking in de berm en schoot 28 keer op de achterkant van de auto. Hij bleef schieten totdat zijn patronen op waren. Diverse getuigen verklaren dat zijn collega’s hem al eerder hadden gesommeerd te stoppen met vuren.
Geen vervolging
De vader van de gedode Irakees wilde de soldaat in Nederland laten vervolgen, maar het OM zag daarvanaf omdat niet duidelijk was wie er had geschoten en omdat de luitenant uit zelfverdediging handelde. Het gerechtshof boog zich in 2008 over de zaak, maar vond dat het OM terecht had afgezien van vervolging.
Volgens Zegveld zou het hof een ander oordeel hebben gehad als de verklaringen van de Irakese agenten, die zeggen dat de luitenant de enige was die schoot, bekend waren geweest.
Reactie Openbaar Ministerie
Het OM bevestigt woensdag dat een aantal verklaringen niet in het toenmalige strafdossier is gevoegd. ‘Het OM vond deze verklaringen niet relevant voor het oordeel in de strafzaak’, schrijft het OM in een verklaring. ‘Het OM heeft vanzelfsprekend hiermee geen enkele benadeling van de klager voor ogen gehad.’
Volgende week woensdag buigt het Europese Hof in Straatsburg zich over de zaak. Als Zegveld wint, wil zij de luitenant alsnog laten vervolgen en overweegt zij het OM aan te klagen voor meineed.