Het conflict tussen Israël en Hamas doet de gemoederen hoog oplopen op het Krugerplein in Amsterdam-Oost. Te midden van minstens vijf Palestijnse vlaggen, heeft een Joodse Amsterdammer het ophangen van de Israëlische vlag moeten bekopen met bedreigingen.
Op de Amsterdamse tv-zender AT5 deed Leah Rabinovitch haar verhaal.
Riem
Een aantal weken geleden besloot de Mexicaanse met een Joodse achtergrond met haar actie Israël een hart onder de riem te steken. Sinds het geweld in Israël en de Gazastrook in alle hevigheid losbarstte en aan beide kanten doden vielen, is er sprake van een ruzieachtige sfeer op het plein, in een buurt waar veel Marokkanen wonen.
Er werd een brandbom naar haar huis gegooid, die overigens terechtkwam op het balkon van de onderburen. Ook ontving de Joodse vrouw teksten met bedreigingen als ‘Hai Hitler! Hitler komen terug. Joden moeten dood.’ Onbekenden gooiden haar raam in. ‘Dat laatste gebeurde op de ochtend dat het conflict escaleerde,’ zegt Rabinovitch.
Storen
De onderbuurvrouw, die de molotovcocktail mocht ontvangen, heeft zelf twee Palestijnse vlaggen opgehangen, waarvan een met de opdruk ‘Free Palestina’.
De buurvrouw, Amine Karaca, zegt tegen de AT5 dat zij er in eerste instantie ‘geen moeite mee had’, maar dat de Israëlische vlag haar daarna ging storen, omdat deze symbool zou staan voor het ‘vermoorden van kinderen’. Ze stapte daarbij zelfs op haar bovenbuurvrouw af met de vraag of de vlag kon worden weggehaald, in elk geval tot het wat rustiger zou worden.
Maar Rabinovitch weigerde: ‘Moet ik me schamen omdat ik Joods ben? Ik denk het niet. Ik wil niet dat iemand bang is vanwege hun nationaliteit of afkomst. Niemand verdient dat.’
Opheldering
De SP in Amsterdam, die sinds kort in het stadsbestuur zit, heeft bij de gemeente om opheldering gevraagd. Raadslid Peter Kwint wil weten wat de politie in de wijk doet om de bedreigingen aan het adres van Rabinovitch aan te pakken. GeenStijl schrijft bovendien dat de woningcorporatie Rabinovitch heeft gevraagd om de vlag weg te halen, omdat zij anders de schade aan haar huis zelf zou moeten betalen.
Onbestaanbaar, vindt Kwint. ‘Als het waar is dat een corporatie weigert schade te vergoeden die wordt opgelopen vanwege de vrijheid van meningsuiting die wij allemaal hebben, dan vind ik dat onacceptabel.’