De feiten: meermaals afgeschoten in een week
Wat hadden de Raad van State, De Nederlandsche Bank, De Autoriteit Financiële Markten, de Pensioenfederatie, het Verbond van Verzekeraars, de Stichting van de Arbeid en de jongerenorganisaties van FNV en CNV deze week gemeen?
Ze maakten alle gehakt van het idee van de regeringspartijen NSC en BBB voor een ‘pensioenreferendum’.
Te ingewikkeld, te duur, te vertragend, nadelig voor gepensioneerden, nadelig voor jongeren – en zo klonk nog een hele reeks bezwaren.
Te verwachten
Die harde oordelen waren te verwachten. NSC en BBB zijn laat met hun voorstel om pensioendeelnemers meer inspraak te geven in de grote pensioenhervorming, die al volop aan de gang is.
Bedrijven die hun pensioenregelingen hebben ondergebracht bij een van de ongeveer 160 pensioenfondsen, hebben al in 2024 moeten besluiten hoe hun nieuwe regeling er straks uitziet.
De pensioenfondsen zijn nu druk met die regelingen optuigen. Drie fondsen hebben de pensioenen al begin dit jaar ‘ingevaren’, de hele hervorming moet per 2028 zijn afgerond – waarbij het maar de vraag is of ze dat redden.
Wie zegt wat over het pensioenreferendum?
- NSC en BBB stellen voor het pensioenreferendum per amendement in te voeren. De Raad van State geeft daarover het negatiefst mogelijke oordeel: ‘De Afdeling advisering heeft ernstige bezwaren tegen het amendement en adviseert de regering het amendement te ontraden.’
- De Nederlandsche Bank: ‘Het amendement leidt in onze doorrekeningen tot een verslechtering van het pensioenperspectief voor (groepen) deelnemers.’
- De Pensioenfederatie, de belangenclub van de pensioenfondsen: ‘Het voorstel getuigt van onbehoorlijk bestuur, vertraagt de transitie met minimaal twee à drie jaar, heeft grote implicaties voor de structurele uitvoering van de pensioenregelingen en communicatie richting deelnemers en brengt hoge kosten met zich mee.’
- De Raad voor de Rechtspraak voorzag bij het invoeren van de Wet toekomst pensioenen – de wet die onder de grote pensioenhervorming ligt – dat het invaren van pensioenen tot een vloedgolf aan rechtszaken zou leiden. Volgens NSC en BBB kan meer inspraak voor deelnemers die vloedgolf voorkomen. De Raad ziet dat anders. ‘Op voorhand valt niet te voorspellen of het amendement tot meer, minder of evenveel werkdruk zal leiden.’
- Agnes Joseph, de pensioendeskundige van NSC die het amendement heeft opgesteld: ‘De Raad van State heeft een advies geschreven met praktische tegenwerpingen, die we zorgvuldig zullen bestuderen en wegen. Maar het advies gaat voorbij aan onze principiële bezwaren rondom het afnemen van het instemmingsrecht van de deelnemers. Het gaat om hun pensioen, hun inkomen, hun bestaanszekerheid. Het zou dus ook hun keuze moeten zijn. Daarom willen we die inspraak herstellen.’
- Henk Vermeer, BBB-Kamerlid en mede-indiener van het amendement: ‘We gaan het advies van de Raad van State de komende dagen zorgvuldig bestuderen. Maar het is op z’n minst opvallend dat een referendum als een bron van conflict wordt gezien. Democratie draait juist om inspraak, zeker bij iets ingrijpends als pensioenen. Eerst vond de Raad van State het prima dat pensioenfondsen zelf konden beslissen over invaren, maar nu zou de pensioendeelnemer daar niet over mogen oordelen?’
EW’s visie: voorstel pensioenreferendum komt te laat om hervorming te repareren
Door: Jeroen van Wensen, redacteur PensioenenEen gemiddeld huishouden heeft al snel zo’n anderhalve ton aan pensioenvermogen. Na de overwaarde is dat gemiddeld genomen het belangrijkste vermogensbestanddeel van de Nederlander.
Wat dat bestanddeel anders maakt, is dat over pensioenen in het algemeen voor u, over u en zonder u wordt besloten. Bij deze pensioenhervorming is dat ook het geval.
Tot en met 2028 gaat pensioenvermogen in veel gevallen over van ‘middelloonpensioen’ naar ‘premiepensioen’. De toekomstige uitkeringen uit het pensioenvermogen worden daardoor minder zeker.
Uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde pensioendeelnemer helemaal niet zit te wachten op zo’n ingrijpende pensioenaanpassing.
Twijfelachtig democratisch gehalte
Toch besloten de sociale partners in 2019 anders. De vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers kwamen tot het Pensioenakkoord. Vervolgens tekenden de toenmalige regeringspartijen VVD, CDA, D66 en ChristenUnie bij het kruisje.
Bij het democratische gehalte van de pensioenhervorming vallen daarom best wat vraagtekens te zetten. Vooral omdat werknemers nauwelijks nog lid zijn van vakbonden. Dus wie heeft nou wat namens wie besloten?
Aangezien het om grote bedragen gaat per werknemer en gepensioneerde, had het voor de hand gelegen om die veel zeggenschap te geven. Maar helaas geldt bij pensioenen: over u, voor u en zonder u.
Pensioenreferendum zet besluiten op losse schroeven
Het voorstel van NSC en BBB om dat te veranderen, is sympathiek. Maar het komt veel te laat. Bedrijven moesten al in 2024 besluiten wat er met de pensioenen gaat gebeuren.
De pensioenfondsen voeren die besluiten momenteel uit. Denk aan het wel of niet invaren van opgebouwde pensioenen, en de nieuwe premieregeling optuigen.
Een pensioenreferendum zet al die besluiten op losse schroeven. Dat betekent dat de toch al peperdure pensioenhervorming nog duurder wordt. Bovendien levert het veel gedoe op, met uitkomsten waarin ook niet iedereen zich zal kunnen vinden.
Verdere verdieping: De details van het pensioenreferendum-voorstel van NSC en BBB
Uiterlijk per 2028 bouwen werknemers alleen nog maar zogeheten premiepensioen op. Het huidige, veel voorkomende middelloonpensioen vervalt.
Werknemers kunnen straks ook geen middelloonpensioen meer opbouwen bij hun werkgever.
Het premiepensioen beweegt sneller mee met de financiële markten dan het middelloonpensioen. Het is onzekerder, maar in de regel ook wat hoger dan middelloonpensioen.
Invaren is de hoofdregel
Voor reeds opgebouwde pensioenen is het zogeheten invaren de hoofdregel. Pensioenfondsen moeten het tot nu toe opgebouwde middelloonpensioen omzetten in premiepensioen, tenzij dit uitgesproken negatief uitpakt voor de deelnemers.
Het is aan werkgevers, vakbonden, ondernemingsraden en pensioenfondsen om dat te bepalen. Naar verwachting vaart zo’n driekwart van de pensioenfondsen in.
Als het aan NSC en BBB ligt, krijgen de fondsdeelnemers meer inspraak. Een fonds kan een soort referendum organiseren: wilt u dat uw pensioenfonds de opgebouwde pensioenaanspraken omzet naar het nieuwe pensioencontract?
Omzetten of ongewijzigd doorlopen
Als 30 procent van de fondsdeelnemers (werknemers, voormalige werknemers en gepensioneerden) komt opdagen en meer dan de helft stemt voor, worden de opgebouwde pensioenen omgezet naar het nieuwe contract.
Stemt de helft of meer tegen, of is de opkomst te laag, dan blijven de reeds opgebouwde pensioenen ongewijzigd doorlopen.
‘Individueel’ pensioenreferendum en vraagtekens
Een fonds kan in plaats van het referendum de deelnemers ook individueel laten kiezen tussen wel of niet invaren. Dat betekent dat er deelnemersgroepen zijn die met hun opgebouwde pensioenen onder de regels van het huidige stelsel blijven vallen.
Deze variant klinkt sympathiek, maar levert vooral veel vraagtekens op. Want hoe bepaal je wat de financieel voordeligste keus is?
Dat hangt vooral af van wat anderen doen. Als iedereen invaart, is invaren voor het individu het beste. En omgekeerd. Maar wat anderen kiezen, weet je van tevoren niet.