Het CDA wil macht en de rest is de verkiezingsretoriek. De partij van Sybrand Buma heeft geen enkel plan in de strijd tegen de radicale islam, schrijft Afshin Ellian.
Alle oppositiepartijen, behalve de SP, zijn terug van weggeweest. De wedergeboorte van GroenLinks is te danken aan dynamische houding van Jesse Klaver. D66 voerde onder leiding van Alexander Pechtold constructieve oppositie. Dat waarderen de kiezers. D66 gaf voorrang aan het algemeen belang.
De SGP is eveneens met een wedergeboorte bezig. De partij is niet langer een marginale politieke beweging. De conservatieve christenen maken deel uit van het publieke debat. Of dit tot beleidswijzigingen gaat leiden, waardoor de SGP ook aantrekkelijk kan worden voor een breed publiek, is nog een open vraag.
De positie van de ChristenUnie daarentegen is hetzelfde gebleven: laveren tussen links en rechts. Deze partij vertegenwoordigt het linkse christendom in Nederland. Daarom kunnen ze ook niet groeien: er zijn immers genoeg linkse partijen met sympathie voor het christendom.
De PVV zal sterker terugkeren in het parlement
VVD-leider Mark Rutte beloofde in 2012, na de val van zijn kabinet met CDA en gedoogsteun van de PVV, om Wilders’ partij te decimeren. Dat gebeurde ook. De PVV viel terug, van 24 naar 15 zetels. In 2010 stemden 1.453.944 (15,5 procent) kiezers op de PVV en in 2012 950.263 (10,1 procent). Dit keer heeft de PVV twee rechtstreekse concurrenten: Forum voor Democratie van Thierry Baudet en VoorNederland van Jan Roos. Toch zal de PVV op 16 maart sterker dan voorheen terugkeren in het parlement. De vraag is alleen hoe groot de PVV wordt.
In 2012 verkeerde CDA in een diepe existentiële crisis. De media en later het congres van het CDA veranderden in een slagveld voor CDA-leider Maxime Verhagen en CDA-fractievoorzitter Sybrand Buma. Ab Klink voerde namens het CDA onderhandelingen met de VVD en de PVV. Maar halverwege onderhandelingen wilde hij het niet meer. In een brief aan Verhagen lichtte hij dat toe:
De brief van Ab Klink en de ‘een derde’ in het CDA
‘De opmars van de PVV is dankzij het akkoord begonnen. De de-islamisering is aangebroken: hier en nu. Zoiets zal het wel worden, neem ik aan. (…) Dit raakt het CDA, en wel tot in de kern. Zoals gezegd: voortdurend zal de partij worden uitgedaagd op haar christelijke grondslag en democratische motieven en zal zij afstand moeten nemen van de PVV.’
Het was een dramatisch moment voor het CDA. De emoties liepen in de CDA-afdelingen hoog op, alsof de partij een coalitie zou aangaan met een fascistische partij.
Het partijbestuur vroeg in een resolutie aan de aanwezige leden bij het congres (4.000) om het regeerakkoord met de gedoogsteun van Wilders goed te keuren. 68 procent stemde vóór en 32 procent stemde tegen. Nu is die groep (de ‘een derde’) van het CDA stil. Ze staan niet in de rij om Buma aan te vallen in de media. Terwijl Buma een aantal kernthema’s van Wilders (uit 2010) heeft overgenomen: weg met de radicale islam, weg met sharia, de grenzen moeten dicht voor immigranten, en intensieve en strenge integratie (assimilatie) van de nieuwkomers. Toch is het oude establishment van het CDA erg stil. Hoe moeten we dit interpreteren?
Over het salafisme horen we Buma niet
Buma stelt zich onverzoenlijk op tegen de radicale islam. Maar helaas vraagt niemand hem wat hij daarmee bedoelt. Waarschijnlijk komt hij niet verder dan gewapende jihadisten. Maar dat is niets bijzonders. Iedereen is daartegen. Het zijn terroristen. De radicale islam verwijst niet alleen naar gewapende jihadisten, maar ook naar de ideologie van de gewapende jihadisten, die van de islam is afgeleid. Wat wil het CDA daartegen doen?
Het salafisme is de belangrijkste bron van de radicale islam. Maar daarover horen we Buma niet. Het blijft pijnlijk stil in het CDA. Dat is precies de reden dat de ‘een derde’ van multiculturalisten en islamliefhebbers binnen het CDA de retoriek van Buma tolereren. Anders waren ze al lang in opstand gekomen. Ze weten dat deze retoriek verkiezingsretoriek is. Het stelt niks voor.
Het CDA mist een analyse van de radicale islam. De strijd tegen de radicale islam betekent het inperken van de godsdienstvrijheid voor de radicale islam. Ik vrees dat er ook na deze verkiezingen geen duidelijk beleid omtrent de radicale islam komt, totdat de maatschappelijke onrust toeneemt. En dat is niet goed voor de interetnische verhoudingen in Nederland. Ook vrees ik dat het CDA na de verkiezingen weer de partij wordt, die in naam van fatsoen de kritiek op de islam de mond wil snoeren, dus ook de kritiek op het belangrijkste fundament van de radicale islam.
Buma wil macht en de rest is de verkiezingsretoriek. Het CDA heeft geen enkel plan in de strijd tegen de radicale islam.