Liesbeth Zegveld duikt weer eens op, nu als de advocaat van een in Nederland woonachtige Palestijn. Deze zaak is wederom een mooi voorbeeld van selectieve verontwaardiging en van de vette pech die Israël heeft, omdat het een behoorlijk functionerende rechtsstaat is, schrijft Philip van Tijn.
Nog niet zo lang geleden schreef ik over Liesbeth Zegveld, de mensenrechtenadvocaat die ons altijd weer verrast met verwoede juridische pogingen om tot een Betere Wereld te komen. Dat ging toen over haar poging om de Nederlandse Staat voor de rechter te krijgen, omdat deze een halve eeuw geleden twee Molukse treinkapers zou hebben ‘geëxecuteerd’.
Ik schreef destijds dat mr. Zegveld er geen meester in is om ook de historische, feitelijke context bij haar zaken te betrekken.
Israëlische raketaanval
Nu duikt zij weer op als de advocaat van een in Nederland woonachtige Palestijn, Ismail Ziada, gehuwd met een Nederlandse. Dat laatste is, voor zover ik het begrijp, niet relevant, het eerste wel. Want de zaak waarin mr. Zegveld optreedt, gaat om een Israëlische raketaanval op een gebouw van een Palestijns vluchtelingenkamp, waarbij zes familieleden van Ziada omkwamen.
Nu eist hij daarvoor een schadevergoeding van ‘hoge Israëlische militairen’. De zaak is, begrijp ik, in Israël al behandeld en intussen verjaard. De Israëlische regering heeft ter verdediging gesteld dat de de drie omgekomen broers van Ziada en een aanwezige bezoeker Hamas-strijders waren en dat het veiligheidsbelang voor Israël zwaarder woog dan de eventuele ‘schade’. Ziada heeft ‘domicilie gekozen’ in Nederland en daar geldt de verjaring niet.
In Elsevier Weekblad:
Achter het negatieve imago schuilt een innovatief land, dat soms verbazingwekkend slimme oplossingen heeft voor problemen waarmee veel westerse landen worstelen. Wat Nederland van Israël kan leren >
Selectieve verontwaardiging
Deze zaak is weer een mooi voorbeeld van selectieve verontwaardiging en van de vette pech die Israël heeft, omdat het een behoorlijk functionerende rechtsstaat is. Daarmee behoort het land tot een vrij kleine minderheid van de leden van de Verenigde Naties (VN), wat deze supranationale organisatie natuurlijk niet ervan weerhoudt om Israël geregeld tot de orde te roepen.
Tenslotte is de mensenrechtenkampioen Saudi-Arabië voorzitter van de mensenrechtenraad van de VN. (‘Saudi-Arabië heeft meer mensen onthoofd dan IS,’ zei de directeur van de kritische UN Watch in een reactie op zijn verkiezing).
Verder is menig onfris land vertegenwoordigd, zoals China, Rusland, Qatar en Venezuela. Bij mijn weten heeft mr. Zegveld nog nooit een zaak aangespannen wegens schending van de mensenrechten tegen een van deze landen. En ook niet tegen de 140 andere landen waar, volgens Amnesty ‘dagelijks de mensenrechten worden geschonden’. En dus ook niet tegen de 38 landen waar volgens Amnesty in 2016 inwoners zonder vorm van proces werden geëxecuteerd.
Makkelijke prooi
Maar Israël is natuurlijk een makkelijke prooi omdat het ondanks de benarde situatie een fatsoenlijk land is. Mr. Zegveld heeft een duidelijke missie: liever een land helpen van twee naar drie Michelinsterren te gaan dan van varkensvoer naar een aanvaardbare maaltijd.
Overigens moet de Nederlandse rechter zich nog ontvankelijk verklaren. Als dat zou gebeuren, breken interessante tijden aan. Dankzij de migratie hebben tienduizenden mensen uit onfrisse landen ‘domicilie’ in ons land. Als dezen allemaal een zaak mogen aanspannen tegen het thuisfront, krijgen de Zegvelds het heel druk.
Sterker, er zal een ernstig tekort aan mensenrechtenadvocaten ontstaan. Ouders, laat niet langer je kinderen communicatie of bedrijfskunde studeren, maar mensenrechten!