Voor het eerst in vele jaren voelde Mathieu van der Poel dat hij een menselijk lichaam had. Na opeenvolgende exploten van kannibalisme, waaronder de Amstel Gold Race, wenkte het WK in Yorkshire als laatste hoofdstuk van zijn bacchanaal. Iedereen wist dat Mathieu wereldkampioen zou worden. Wat heet, hij zou solerend over de finish komen, schrijft Hugo Camps.
Tot 12 kilometer voor de streep in Harrogate was er niets aan de hand. De Nederlandse kampioen zat in een vluchtersgroep met Matteo Trentin en Mads Pedersen. Het doorweekte lijf blonk in al zijn vezels als boenwas. De kop hemelwaarts, de ogen als vinnige karbonkels, de pedaaltred als muziek. Nog steeds onverminderd pedaleur de charme.
Vanaf vandaag zal Hugo Camps
wekelijks een sportcolumn schrijven voor Elsevier Weekblad. Camps (Molenstede, 1943) schrijft sinds 1986 voor Elsevier Weekblad en maakte in die hoedanigheid vele markante interviews met topsporters. Tot eind september had hij bovendien een wekelijkse sportcolumn in NRC Handelsblad.
Ineens kwam hij geen meter meer vooruit, de ogen hol, de lippen paars, de pedaalslag van een houten fiets. De gedoodverfde wereldkampioen was geveld door een fringale, een hongerklop in combinatie met de kou. Hij zou de wedstrijd eindigen op bijna 11 minuten van wereldkampioen Pedersen. Begeleiders spraken van zwarte vlekken voor de ogen en rillingen over het lijf. Einde sprookje.
Onewomanshow uit het ongerijmde
Normaal gaan bij calamiteiten de vlaggen halfstok in de wielernatie Nederland, maar er bleef nog iets te vieren. Een dag eerder had Annemiek van Vleuten zich in de regenboogtrui gehesen na een solo van meer dan 105 kilometer. Buitenaards.
Solo’s zijn uit in het moderne wielrennen – hartslagmeters zijn nu afgestemd op een groepsgebeuren. Het werd een onewomanshow uit het ongerijmde. Van Vleuten, die begin oktober 37 wordt, kroonde zich tot de oudste wereldkampioene ooit. Op 2.15 pakte Anna van der Breggen het zilver. Vrouwen zijn de frontsoldaten van het Nederlandse cyclisme.
Huwelijk van klasse en discipline
Eerst verpletterde Marianne Vos de internationale concurrentie in absolute overmacht, nu zijn het Annemiek en Anna die de feminiene glorie voltooien. In een huwelijk van klasse en discipline. Een hongerklop komt in het vrouwenpeloton niet voor. De dames kennen hun lichaam.
Dit verhaal uit het weekblad van deze week mag u niet missen: Emmanuel Macron, de nieuwe keizer van Europa
In hetzelfde weekeinde won Sifan Hassan de wereldtitel op de 10.000 meter. Het Wilhelmus und kein Ende. Zij is een van de atleten die de atletiek in Nederland bevlaggen. Hassan begon met hardlopen in het asielzoekerscentrum in Zuidlaren. Het loopwonder kreeg in 2013 de Nederlandse nationaliteit.
In ambitie doet ze niet onder voor de polderdames van de fiets. Twee jaar geleden kwam ze haar hotelkamer niet uit nadat ze op de WK in Londen de race op de 1.500 meter had verloren. Ze sloot zich volledig af.
Papendal kan wel een kleurtje gebruiken
Sportieve wereldroem is in Nederland niet langer het monopolie van schaatsers en voetballers. En er zijn nog de veredelde wereldtitels in B-sporten als darts, biljart, skûtjesilen, windsurfen…
De Nederlandse sportkoepel kan een kleurtje best gebruiken. Papendal is nog te zeer een witte enclave. De bonden zijn dat ook. Er wordt weinig gerekruteerd op straat. Het is best wel heftig, de mix tussen donkere mensen en sneeuwwit volk, juist omdat sport persoonsgebonden is.
Sifan Hassan toont de weg, helaas meer op eigen rekening dan op het budget van NOC*NSF. Op den duur zou je nog heimwee krijgen naar de oude stoommachine Erica Terpstra als staatssecretaris van Sport. Zij was nog halvelings van de straat.