Universiteiten hebben er een handje van om prominente namen, zoals Jan Peter Balkenende of Frans Timmermans, aan zich te verbinden met ereprofessoraten en eredoctoraten. Daarmee gedragen universiteiten zich onterecht als bedrijven en schaden zij hun academische waarden, schrijft Geerten Waling.
Twee opvallende berichten op de website van de NOS vorige week: universiteiten blijken amper bij te houden welke bijbaantjes en andere nevenactiviteiten hun hoogleraren hebben, en de Erasmus Universiteit Rotterdam betaalde EY een onkostenvergoeding om oud-premier Jan Peter Balkenende, die een hoge functie heeft bij het accountantskantoor, te mogen inzetten als hoogleraar. Het bedrag waarover het ging, is overigens amper vermeldenswaard: 8.000 euro, betaald over de jaren 2011 en 2012.
Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van EW.
Op de Erasmus Universiteit straalt dit niet goed af. Waarom betaalt zij überhaupt geld aan een bedrijf om Balkenende – die al voor zijn EY-baan hoogleraar was geworden – ook te ‘mogen’ inzetten als deeltijdhoogleraar. Een bedrijf mag juist dankbaar zijn een hoogleraar in zijn gelederen te hebben. En EY is dat ook, aldus de NOS: ‘Uit jaarverslagen blijkt dat het bedrijf zich ten doel had gesteld om minstens tien medewerkers als hoogleraar aan het werk te hebben. Balkenende was één van die tien. Een hoogleraarstitel vergroot volgens deskundigen de marktwaarde van een medewerker.’ En daarmee ook de marktwaarde van het bedrijf, uiteraard.
Het zou een goed idee zijn als universiteiten een streep trekken
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen