Centraal of decentraal? In alle verhitte discussies is het leerzaam om terug te gaan naar de half-Duitse staatsman die Nederland vormgaf.
Dat Nederland in elkaar zit zoals het zit, is mede te danken aan een halve Duitser met een vorsende, ietwat schrikachtige blik, blauwe ogen en dunne lippen. Deze Johan Rudolph Thorbecke – zoon van Zwolle – is dit jaar 150 jaar dood, maar zijn twee ‘huizen’ zijn er nog. Het eerste is zijn geboortehuis in Zwolle, aan wat bij zijn geboorte in 1798 nog eenvoudig de Dijk heette.
Het tweede ‘huis’ is het bestuurlijke ‘Huis van Thorbecke’: de inrichting van Nederland als een decentrale eenheidsstaat zoals Thorbecke die halverwege de negentiende eeuw vormgaf. Rijk, provincie en gemeente – de drie bestuurslagen van dat ‘Huis’ – waren in Thorbeckes visie één organisch overheidslichaam, met voor alle onderdelen een verantwoordelijke rol in het geheel. Maar de lagere (‘decentrale’) overheden provincie en gemeente hadden – van oudsher al – zeker ook individuele vrijheden en rechten. Deze vormden een eigen kracht die het ‘staatslichaam’ diende te respecteren.
Centralistisch bestuur waarin provincie en gemeente willoze filialen van de centrale macht waren, verwierp Thorbecke als niet-passend bij de Nederlandse geschiedenis. Frans ‘despotisme’, noemde hij het in zijn colleges ‘Staatsinrigting en Staatsbestuur’ die hij als jonge hoogleraar gaf in Gent.
Lokaal bestuur heeft zijn eigen ‘werkingssfeer’ die moet worden gerespecteerd
De gemeente mocht dan het ‘laagste’ decentrale orgaan zijn, Rijk en provincie dienden in Thorbeckes visie de eigen ‘werkingssfeer’ van het lokaal bestuur te respecteren, schrijft historicus Remieg Aerts in zijn monumentale biografie Thorbecke wil het. Dat Thorbecke hier niet licht over dacht, blijkt uit diens woorden. ‘Wanneer Minister en Staten op de stoelen van het plaatselijk Bestuur gaan zitten, is dit niet anders dan desorganisatie van regering. Zij vernietigen dan niet alleen het plaatselijk bestuur; zij schenden tegelijk de eerste regels van administratieve verantwoordelijkheid.’
Dat het lokaal bestuur tot op zekere hoogte onaanraakbaar was, had een goede reden. Het is de bestuurslaag die het dichtst op de burgers zit, en dus op alle lokale clubjes waarmee burgers opkomen voor hun belangen en opvattingen. Zonder deze democratische ‘gemeentegeest’ is het hele staatslichaam eigenlijk zielloos, doceerde Thorbecke zijn studenten in Gent.
Lees ook het interview met historicus Remieg Aerts: ‘We krijgen geen Thorbecke meer’
‘De leden van staat zijn niet alleen staatsgenoten in het algemeen (…) zij zijn eerst en meer onmiddellijk genoten van kleinere vereenigingen en plaatselijke gemeenschappen. Slechts inzoverre hun toegestaan wordt zich in deze kleinere vereenigingen overeenkomstig met hun wezenlijk meer onmiddellijk belang met vrijheid te vormen, zullen zij eerst deugdelijke leden der algemeene staatsvereeniging worden.’
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen