Gelukkig gaat de Raad van State niet mee met de eis van twee milieuorganisaties dat grazende koeien tot meer milieulast kunnen leiden dan koeien die binnen staan. Als een boer de moeite neemt om zijn koeien buiten te laten grazen, moet dat niet worden bestraft, maar juist worden aangemoedigd, schrijft Joan Zijerveld.
Er zijn veel redenen waarom mensen koeien liever buiten zien. Een koe die buiten staat levert een mooi plaatje op, het dier heeft meer ruimte om te bewegen én het heeft een milieuvoordeel. Over dat laatste denken sommige milieuorganisaties anders.
Lees meer van Joan Zijerveld: Dankzij Remkes toch (beperkte) beweging in dossier stikstof
Twee organisaties pleitten er bij de Raad van State voor dat het weiden van koeien niet automatisch leidt tot minder stikstofuitstoot. Zij vinden dat de boer dit eerst maar eens moet aantonen. Terwijl alle mest die buiten terechtkomt, beter is dan binnen. Want in de wei wordt de poep en de plas vanzelf gescheiden en hoeft de boer over deze percelen minder mest uit te rijden. Dat leidt tot minder uitstoot.
Boer opzadelen met nóg meer papierwerk, komt ook milieu niet ten goede
Dus als een boer de moeite doet om zijn koeien buiten te laten grazen, moet dat niet worden bestraft, maar juist worden aangemoedigd. Hem of haar opzadelen met nóg meer papierwerk, komt de boer of het milieu niet ten goede. Dat zou de wereld op zijn kop zijn.
Gelukkig gaat de Raad van State hier niet in mee. De hoogste rechtsprekende instantie verwijst naar diverse rapporten die deze voor de hand liggende conclusie allang hebben bevestigd.
Blijkbaar grijpen sommige milieuorganisaties alles aan om vergunningen van boeren aan te vechten. Misschien hopen ze dat de onzekerheid, hogere juridische kosten en het extra papierwerk boeren verleiden tot stoppen. Zouden zulke milieuorganisaties er dan geen enkele fiducie meer in hebben dat ze samen met de boeren tot een oplossing komen?