Progressief-liberale VVD duwt teleurgestelde kiezers naar rechts

Sophie Hermans en Mark Rutte spreken leden toe tijdens VVD-congres. Foto: ANP RAMON VAN FLYMEN

Het is de vraag hoe serieus we de koppositie van de PVV in de peilingen moeten nemen. Toch zegt het wel degelijk iets, schrijft Constanteyn Roelofs. Natuurlijk faalt het personeelsbeleid van de VVD, belichaamd door Sophie Hermans, maar de oorzaak ligt dieper: hoe progressiever de liberalen, hoe groter het conservatieve gat aan de rechterkant van de partij.

Wekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs (1989) de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

Peilingen zeggen niets en de mening van mensen die de tijd hebben om de eindeloze stroom enquêtes in te vullen die dagelijks op ons afkomen, moet je nooit vertrouwen. Maar toch: Geert Wilders en zijn PVV staan deze week boven de VVD in de peilingen van Maurice de Hond. Voor wat het waard is, natuurlijk, het zal vast niet zo zijn dat als het kabinet nu ineens magisch ten val komt en we nieuwe verkiezingen krijgen, we geconfronteerd worden met de PVV als grootste partij. Het is wel een teken dat er iets grondig mis gaat bij de VVD.

Bij VVD is geen ruimte voor ander talent naast Rutte

Nu zijn er allerlei redenen dat het intern niet goed gaat bij de VVD. De focus op de premier heeft een lamgeslagen partij opgeleverd waarbij er geen ruimte is voor ander talent naast Rutte. Daardoor heeft de partij bijvoorbeeld Sophie Hermans als fractievoorzitter in de Kamer, een politicus met de uitstraling en de politieke ruggengraat van een paraplubak. De rest van de Kamer is niet veel beter en krijgt het niet voor elkaar om de oppositie binnen de partij tegen de lijn-Rutte vorm te geven. Ook merkt de partij dat de belofte van lagere belastingen en een sterke economie moeilijk te rijmen valt met de gigantische belastingdruk en inflatie waar we met z’n allen mee te kampen hebben.

Tot zover de push-factoren van de VVD af. Het is ook verleidelijk om het als een signaal van de verwildering van Nederland te zien – dat het arme volk zich door fake news en de totalitaire verleiding steeds meer tot het populisme aangetrokken voelt. Maar er is, denk ik, meer aan de hand. Aangezien we in Nederland niet meer echt een keuze hebben tussen tegengestelde politieke stromingen, maar vooral tussen verschillende smaken liberalisme, valt de strijd tussen de post-fortuynisten en de VVD goed op te vatten als een intern conflict binnen de liberale zuil.

asielcrisis

Lees ook dit commentaar van Gertjan van Schoonhoven: Waarom asielcrisis wel degelijk een kabinetscrisis waard is

Twee kampen in het liberalisme

Vanaf het ontstaan van het liberalisme heeft er immers altijd al een strijd gewoed tussen twee kampen in het liberale denken. Is het liberalisme een primair ideologische beweging die ‘van bovenaf’ ontstaat door de door filosofen en staatsmannen geformuleerde liberale principes? Of is het liberalisme het antwoord op een zoektocht naar een ideologie die in overeenstemming is met de mores van een bourgeoisie die vooral denkt en handelt vanuit voor de bourgeoisie belangrijke deugden, zoals hard werken, zelf je boontjes doppen, matiging en beschaving en het recht op een sterke eigen mening?

De consequentie van deze twee tradities is dat de helft van de liberalen zegt dat je in feite een liberale staat op elke cultuur of een multiculturele samenleving kan ‘klikken’ door de liberale principes door te voeren in de staatsinrichting. Aan de andere kant heb je liberalen die het leven naar de liberale deugden zien als voorwaarde voor het burgerschap in een vrije samenleving (wat weer een conflict oplevert met nieuwkomers waar geen traditie van een liberale bourgeoisie is).

PVV, FVD en JA21 zitten vol met teleurgestelde liberalen

Traditioneel neigde de VVD altijd meer naar de conservatief-liberale kant en ontstond daardoor ruimte voor D66 als principieel progressief-liberale partij. Naarmate de soevereiniteitsoverdracht naar Europa toenam en Rutte als beheerder met weinig zin in gedoe en druk van de stijfprogressieve media wegdraaide van de identitaire vraagstukken, schoof de VVD ook op richting de progressief-liberale kant: gewoon zorgen dat de instituten maar overeind blijven, dan moet de samenleving zelf maar uitzoeken in wat voor culturele brokken ze uiteen wil vallen.

VVD

Lees ook deze column van Gerry van der List terug: Wie zijn die mensen die VVD stemmen?

De grens van deze progressieve draai lijkt bereikt, waardoor er aan de rechterkant weer ruimte ontstaat voor de PVV, FVD en JA21 – verzamelclubs die van onder tot boven vol zitten met teleurgestelde liberalen. Het ‘normaal doen of oprotten’ van de PVV is daarom misschien niets meer dan een lachspiegelbeeld van de rechterkant van de liberale stroming en uitermate geschikt voor een afkalvende en gestreste (klein)burgerij.