Hoe ‘grensoverschrijdend gedrag’ leidde tot boekvernietiging in Amsterdam

Jerzy Grawronski. Foto: Foto: Ge Dubbelman/Hollandse Hoogte

Vierduizend prachtige boeken van de ‘foute’ stadsarcheoloog moesten in opdracht van de gemeente Amsterdam verdwijnen. De affaire-Jerzy Gawronski typeert de recente tijd, waarin met terugwerkende kracht (vermeend) grensoverschrijdend gedrag wordt ontdekt en carrières en zelfs levens worden vernietigd, schrijft Philip van Tijn.

Philip van Tijn is bestuurder, toezichthouder en adviseur. Hij schrijft wekelijks een blog over de actualiteit.

Ik kom nogal eens op het Amsterdamse metrostation Rokin en kijk, terwijl ik via de roltrap het enorme hoogteverschil tussen straat- en spoorniveau overbrug, gefascineerd naar vermoedelijk de mooiste vitrine ter wereld. Een geweldige uitstalkast van ontelbare archeologische vondsten die tijdens de bouw van de Amsterdamse Noord-Zuid-lijn uit de grond zijn gepeuterd. Het was een wedloop met de tijd, want terwijl de archeologen voorzichtig een bijzonder voorwerp uit de Middeleeuwen een nieuw leven gaven, naderde de bulldozer al om voor eeuwig de vindplaats te bedekken. Gelukkig viel het tempo mee, in het voordeel van de archeologen, want de bouw duurde niet acht jaar, maar zestien jaar (2002-2018). Het ‘infrastructurele project’ viel ook wat duurder uit: 3,1 miljard euro tegen een officiële begroting van 1,6 miljard en een oorspronkelijke raming van 681 miljoen euro. ‘Enige overschrijding’ heet dat; gelukkig niet van een grens, maar een budget.

Aan al die vertraging danken de archeologen een paar geweldige jaren en wij een veel diepere kennis en inzicht in de bijna 750-jarige geschiedenis van Amsterdam.

Dit alles onder de bezielende leiding van Jerzy Gawronski, stadsarcheoloog van Amsterdam en jarenlang hoogleraar maritieme en urbane archeologie aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Deze combinatie staat garant voor een optimale samenwerking,’ luidde het. Professor Gawronski noemde de continue vertraging van de metrobouw ‘een godsgeschenk’, maar ik weet eigenlijk niet of ik hem überhaupt nog mag citeren.

Vierduizend exemplaren van een prachtig boek vernietigd

Want de eens bewierookte professor is niet zozeer van zijn voetstuk gevallen, maar door het bestuur van Amsterdam daarvan gesmeten. In EW heeft, toen dit onlangs bekend werd, Liesbeth Wytzes uitvoerig het gebeurde beschreven. Een prototype van een 2023-story: bij Gawronski’s medewerkers bleken al jaren klachten te bestaan over diens ‘grensoverschrijdend gedrag’, wat ook hier bleek te staan voor stemverheffing, niet altijd empathisch jegens medewerkers – nou ja, de rest kunt u invullen. Het college van burgemeester en wethouders greep hard in, heel dapper kort voor ’s mans pensioendatum; Liesbeth Wytzes vond dit getuigen van lafheid en noemde het ‘een ingrijpende stap zonder uitleg’.

Deze zaak past natuurlijk in het patroon van de recente tijd, waarin met terugwerkende kracht al of niet vermeend grensoverschrijdend gedrag wordt ontdekt en vervolgens carrières en zelfs levens worden vernietigd. Op het moment dat ik dit schrijf, is stellig een bataljon NRC-redacteuren dag en nacht bezig een verschrikkelijk aangrijpend geval van dergelijk gedrag op te diepen en tot in detail te reconstrueren – over een paar weken mogen de lezers daarvan genieten.

Maar de zaak-Gawronski is ernstiger. Daarmee bedoel ik niet het gedrag van de man die de hoofdstad een belangrijk stuk geschiedenis teruggaf, maar de daden van het gemeentebestuur. Wandaden eigenlijk. Het college van burgemeester en wethouders zette eerst een streep door een feestelijke presentatie van een boek over de archeologische vondsten om vervolgens te bepalen dat het boek in deze vorm niet mocht verschijnen. Niet dat het boek niet deugde, maar de naam van de gewraakte grensoverschrijder stond veel te prominent voorop. Niet zo gek, want hij was hoe dan ook de vader van het hele project en onder zijn redactionele leiding en verantwoordelijkheid werd het boek samengesteld. Het besluitvaardige college besloot in een ommezien de al gereed liggende oplage van vierduizend exemplaren te laten vernietigen en een nieuwe eerste druk te laten vervaardigen, waarin niet meer Gawronski als dé auteur wordt genoemd, maar ‘het hele team’. Wel staat zijn naam nog in het colofon, dus de archeoloog in het jaar 2600-zoveel heeft niet te klagen.

Is hier hoofdelijke aansprakelijkheid een goed idee?

Een wel heel drastisch besluit, terwijl onze premier graag bereid was geweest om uit te leggen dat een inlegvelletje zou hebben volstaan en terwijl de door verwaarlozing verzakte Amsterdamse kademuren zo’n versterking best hadden kunnen gebruiken.

Amsterdam en boeken is geen gelukkig huwelijk. Zo werd in 1986 de grote schrijver W.F. Hermans door Amsterdam tot ongewenst persoon verklaard, zonder deugdelijk onderzoek. Jaren later volgde flauwtjes excuus. Nog maar kort geleden gaf B en W zonder blikken of blozen een subsidie van 100.000 euro aan een flutonderzoek over de zogenaamde waarheidsvinding over de verrader van Anne Frank. Is niet teruggevorderd, toen voor eenieder duidelijk was dat het niet deugde.

Anne Frank

Lees meer van Philip van Tijn: Anne Frank is opnieuw verraden

De schade van deze vernietiging bedraagt circa 150.000 euro. Hoewel je moet oppassen met hoofdelijke aansprakelijkheid, lijkt me dit een schoolvoorbeeld waar dit maar eens moet gebeuren. Bij één burgemeester en negen wethouders is dat 15.000 euro de man – eigenlijk de vrouw, want zeven van de tien zijn vrouw. Wat maar weer eens bewijst dat inclusiviteit niet het antwoord is op domheid.

De profetie van Heinrich Heine

Op 10 mei 1933 vonden op het plein in Berlijn dat tegenwoordig Bebelplatz heet de boekverandingen door de nazis plaats die een opmaat vormden naar het vreselijks dat daarna zou gebeuren.

Op 10 mei 1983 woonde ik in Berlijn de vijftigjarige herdenking hiervan bij. Alle vijf sprekers, van wie de toenmalige burgemeester van Berlijn en latere Bondspresident Richard von Weizsäcker en de Amsterdamse burgemeester Wim Polak de meeste indruk maakten, gebruikten onafgesproken hetzelfde citaat van Heinrich Heine uit 1820: “Dort wo man Bücher verbrennt, verbrennt man am Ende auch Menschen”.