Kernenergie is verleden tijd in Duitsland, dat kiest voor meer broeikasgas-uitstotende energieopwekking. Intussen ligt in Nederland een dubieus advies op het bureau van minister Jetten om te wachten met de bouw van kerncentrales, schrijft Victor Pak.
Op zaterdag 15 april sluiten de laatste Duitse kerncentrales, nog voor hun natuurlijke levenseinde. De Duitse politiek maakt een einde aan de schone energiebron. Duitsland zal nog meer CO2 moeten uitstoten voor zijn energiebehoefte. Al voor de atoomuitstap was de Duitse energieopwekking tot wel zes keer zo vuil als die van Frankrijk, dat ruim tweederde van zijn elektriciteit opwekte met kernenergie.
Nederland bevindt zich op een tweesprong. Volgt Den Haag het Franse pad en bouwt het nieuwe kerncentrales, of het Duitse pad? Het klimaat heeft meer baat bij het eerste.
Bouw kerncentrales is nog geen gelopen race
Volgens het coalitieakkoord komen er twee nieuwe kerncentrales. Maar daar is fel verzet tegen. Onlangs kreeg D66-minister Rob Jetten (Klimaat en Energie) nog het advies om nog maar eens goed na te denken over de bouw van de centrales. Volgens het Expertteam Energietransitie 2050 speelt kernenergie een kleine rol in de energietransitie, en is de bouw duur en niet snel klaar: niet voor 2040.
Jetten moet beter weten en niet vatbaar zijn voor het verhaal tegen kernenergie. De nieuwe centrales kunnen ruim 10 procent van de Nederlandse elektriciteit produceren. Dat is niet te verwaarlozen. In tijden dat wind- en zonne-energie niet voldoende beschikbaar zijn, blijft kernenergie intussen stroom opwekken – zonder uitstoot van broeikasgas. Bovendien blijkt uit onderzoek door Jettens eigen ministerie dat de kerncentrales al in 2035 operationeel kunnen zijn.
De minister moet koers houden en zijn plannen voor kernenergie doorzetten. Het Duitse voorbeeld van een atoomuitstap verdient geen navolging.