Aanpassen of uitsterven: het geldt ook voor tradities. Juist hun vermogen om zich te voegen naar de mores van de eigen tijd is hun grote kracht. Ook al is alle gesleutel aan tradities soms best irritant.
Burgemeesters, VVV-directeuren en voorzitters van de lokale middenstandsvereniging die het belang van een lokale traditie willen onderstrepen, benadrukken steevast de ouderdom ervan. En je kunt er vergif op innemen dat ze die ouderdom in negen van de tien gevallen schromelijk overdrijven. Hoe ouder een traditie, hoe respectabeler en robuuster, is impliciet de gedachte. En dus is het zaak om het vreugdevuur, de nieuwjaarsduik of de lampionoptocht in kwestie van stokoude wortels te voorzien. Is het niet tot in de Germaanse tijd, dan toch tot in de Middeleeuwen.
Bij nationale tradities gaat het niet wezenlijk anders, en dat zegt veel over de grote behoefte bij mensen aan houvast in de tijd. Zeker in periodes dat er veel lijkt te veranderen, hechten mensen aan tradities. Die bieden comfort, namelijk de geruststellende gedachte dat niet alles verandert. Tradities zijn het warme mandje bij de kachel waarin ons ongemak met de eigen tijd zich als een hondje neervlijt. Even lekker de oogjes dicht.
Halve eeuw van continuïteit is al heel wat voor een traditie
Toch is het grotendeels schijn. Deze voorjaarsmaanden alleen al – ontzettend rijk aan tradities – laten zien dat de grote kracht van tradities niet hun onveranderlijkheid is, maar juist hun veranderlijkheid, hun flexibiliteit. Niets zo veranderlijk als tradities, en dat doet onherroepelijk iets met hun ouderdom. Een halve eeuw van continuïteit – niet alleen in naam, maar ook in de bijbehorende rituelen – is al heel wat voor een traditie.
Anders dan het populaire beeld van onveranderlijkheid door de eeuwen heen – zo-is-het-altijd-geweest-en-zo-moet-het-ook-altijd-blijven – zijn tradities juist hartstikke kameleontisch. Achter een façade van vertrouwdheid voegen tradities zich vrijwel permanent naar de wensen, ambities, thema’s, stokpaardjes en taboes van de eigen tijd. Ze absorberen die, en weten zo de golfslag van de tijd behendig te overleven.
Wie doet er nog aan ‘dauwtrappen’ op Hemelvaartsdag?
Goed, niet elke traditie weet te overleven. Wie doet er nog aan ‘dauwtrappen’ op Hemelvaartsdag? De ‘traditionele’ hardhandige ontgroeningen bij studentenverenigingen zijn onherroepelijk op de weg naar de uitgang. Verder is het twijfelachtig of de traditie van de Elfstedentocht de Grote Dooitijd zal weten te overleven. Want: aanpassen aan wat? Zonder natuurijs gaat het niet. En wat de opwarming van de aarde is voor de Elfstedentocht, is de strengere regelgeving voor de traditie van het oudejaarsvuurwerk: het begin van het einde.
Lees hieronder verder
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Dat er af en toe een traditie uitsterft, bewijst juist dat tradities dynamisch zijn en niet statisch. De wetten van de evolutie gaan ook hier op. Tradities die zich succesvol weten aan te passen aan de mores van de eigen tijd, overleven. Tradities die dat niet lukt, sterven uit.
Old-washing: tradities ouder maken dan ze in werkelijkheid zijn
De bekende en gekoesterde voorjaarstradities zijn een goed voorbeeld van deze wetmatigheid. Neem Koningsdag. Pieter Verhoeve, burgemeester van Gouda en voorzitter van de Koninklijke Bond van Oranjeverenigingen, voorzag deze eind negentiende eeuw ‘uitgevonden’ traditie in EW onlangs van middeleeuwse wortels door te wijzen op de overeenkomsten met de ‘blijde inkomsten’ (intochten) van middeleeuwse vorsten in de belangrijke steden van die tijd.
Dit soort old-washing van in wezen moderne tradities doet een beetje denken aan het ‘antiekloog’ waarmee sommige enthousiaste doe-het-zelvers hun IKEA-kastje verouderen. Het lijkt antiek, maar het is nieuw. Want hoezo blijde-intocht-traditie? Willem-Alexander is pas de tweede Oranjevorst die op Koninginnedag of Koningsdag het paleis überhaupt verlaat.
Pas in de jaren tachtig begon zijn moeder Beatrix, toen Koningin, die gewoonte door op Koninginnedag twee plaatsen te bezoeken. Nog in de jaren zeventig, onder koningin Juliana, kwam een zorgvuldige selectie van onderdanen heel feodaal naar de vorst, op het bordes van Paleis Soestdijk, in plaats van andersom. Beatrix handhaafde uit respect voor haar moeder 30 april als datum van Koninginnedag, ook al was zij dan helemaal niet jarig. Maar ze begreep dat het volk naar je toe laten komen niet meer van deze tijd was, en besloot om de traditie opnieuw uit te vinden.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen