Pieter Waterdrinker merkt in Amsterdam dat ergens dineren zonder reservering schier onmogelijk is. Maar hij heeft hoop. Ook op een ingrijpende verandering van de Nederlandse horecacultuur.
Hoe staat het eigenlijk met de vaderlandse horeca? De aardige jongen achter de balie van het restaurant – ik zeg het maar meteen: we zijn in Kantjil & De Tijger in de Spuistraat in Amsterdam – kijkt me vragend aan. ‘Hebt u gereserveerd?’ Nee, antwoord ik, maar mijn oude schoolvriend en ik zouden graag een rijsttafeltje nemen. Het kwam zomaar in ons op. Een spontane lust tot eten. Zojuist bij het derde biertje op het terras van café de Zwart.
‘Sorry, maar we hebben geen plek.’ Snel periscoop ik om me heen, zie en zeg dat zeker een kwart van de tafeltjes onbezet is. ‘Klopt,’ klinkt het opnieuw, ‘maar we hebben te weinig personeel. Daarom zijn we ook twee dagen in de week gesloten. Volgende keer reserveren.’
Over de staat van de horeca is sinds het einde van de coronapandemie veel geschreven. Terwijl sommige etablissementen weer draaien als vanouds – of zelfs beter – kunnen andere amper het hoofd boven water houden. Gestegen kosten aan energie, inkoop van producten, van personeel. In het eerste kwartaal van dit jaar hielden 2.337 horeca-vestigingen ermee op; slechts in 177 gevallen betrof het een faillissement. Men lijkt massaal het bijltje erbij neer te gooien.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen