Ja, veel problemen blijven liggen door de kabinetscrisis. Maar dit weekblad vond november vorig jaar al dat de asielkwestie een kabinetscrisis waard is. Het is tijd dat de kiezers helderheid verschaffen, stelt Arendo Joustra.
Je kunt natuurlijk zeggen dat Mark Rutte het kabinet met voorbedachten rade heeft laten vallen, omdat de VVD zo de beste uitgangspositie heeft voor nieuwe verkiezingen, ook al zijn die pas half november.
Je kunt ook zeggen dat hij het partijbelang liet prevaleren boven het landsbelang, al zou dat, als je zijn critici mag geloven, zo’n beetje voor het eerst zijn sinds hij in 2010 premier werd.
Nederlands asielbeleid zorgt voor permanente overbelasting asielketen
Maar je kunt ook zeggen, zoals dit weekblad eind vorig jaar al schreef, dat de asielkwestie inderdaad een kabinetscrisis waard is. Omdat er anders nooit iets verandert aan het bestaande beleid, dat vergeleken met veel buurlanden nogal uitnodigend is en in de praktijk niet uitvoerbaar is zonder een permanente overbelasting van alle betrokken organisaties en overheden.
Ja, natuurlijk moest Rutte ook met een stevig resultaat komen voor zijn eigen partij, die hij een beteugeling van de instroom had beloofd. Maar belangrijker nog: er moest eindelijk eens een stevig resultaat komen voor Nederland, met een daadwerkelijke koerswijziging. Een waarbij de aantallen asielzoekers hanteerbaarder worden, en een die ruimte biedt aan mensen die echt in nood zijn.
Als die noodzakelijke koerswijziging niet door de huidige vier coalitiepartners van Rutte IV kan worden bewerkstelligd, dan is het logisch om, uiteraard na verkiezingen, van paarden te wisselen. Soms heeft politiek Den Haag zo’n breekpunt, zo’n louterende waterscheiding nodig. Een kabinetscrisis als catharsis.