Philip van Tijn vindt het onbegrijpelijk dat Femke Halsema besloot niet te spreken op de Indië-herdenking, omdat een van de sprekers in haar toespraak voor eerherstel van kapitein Westerling zou pleiten. Haar geliefde voorganger Eberhard van der Laan zou er niet over gepiekerd hebben om last minute af te zeggen: een gegeven woord en nooit zwichten, als je eenmaal hebt besloten.
Vóór mij ligt een in alle opzichten loodzwaar boekwerk, Geïllustreerde Atlas van de Japanse kampen in Nederlands-Indië 1942-1945. Een minutieuze registratie van de ellende, verschrikkingen, gruwelijkheden, dood en verderf in tientallen internerings-, krijgsgevangenen-, concentratiekampen, ook wel ‘passieve vernietigingskampen’ genoemd. En dan is nog geen pagina gewijd aan de krijgsgevangenenkampen in vele Aziatische landen, ook in Japan zelf, noch aan dwangarbeid. Tienduizenden of nog wel méér Nederlanders, Indo’s, Indonesiërs en anderen zijn mishandeld, vermoord, aan ziektes en honger bezweken. Maar weinige families bleven ongeschonden en iedereen die het meemaakte, was en is voor het leven getekend.
Dit alles gold overwegend Nederlandse staatsburgers, in een periode waar Nederland formeel heerste. Je zou dus denken dat naast 4/5 mei elk jaar op 15 augustus, de dag van de Japanse capitulatie, heel Nederland zou herdenken, temeer omdat naar schatting zeker 15 procent van onze bevolking op een of andere wijze verbonden is met Nederlands-Indië/Indonesië en sommigen zelfs nog van de eerste generatie en velen van de tweede. De steeds luider klinkende roep om Keti Koti tot nationale feestdag te maken, lijkt heel wat zwakker gefundeerd aangezien hooguit 2,5 procent de slavernij heeft ‘meegemaakt’, zeven en meer generaties geleden.
De oorlog in Nederlands-Indië wordt niet op de Dam herdacht, maar in Den Haag
Maar in werkelijkheid is er sinds veertig jaar een jaarlijkse nationale ‘Indië-herdenking’, niet bij het Nationaal Monument op de Dam, maar bij het Indisch Monument in Den Haag. ‘Den Haag met je geur van een Indisch pension,’ zong Paul van Vliet. Geen landelijke, maar plaatselijke 2 minuten stilte. Jaarlijks groeit het aantal deelnemers, de aanwezigheid van de minister-president is vaste prik geworden, die van de Koning maar eens in de vijf jaar. Mensen uit Indië zijn bescheiden, te bescheiden: je zult ze ook nooit op hoge toon horen eisen dan de Koning elk jaar aanwezig is, zoals elders wel gebeurt.
Het is – ik heb dat eerder beschreven – een ontroerend, emotioneel samenzijn, dat minstens drie generaties bindt. En het gaat over dood en verderf tijdens en door de Japanse bezetting en dus over de slachtoffers, van welke huidskleur of achtergrond ook.
Een geweldige eye-opener: elke gebeurtenis kent een voorafgaand
Maar in een tijd waarin de een de ander overschreeuwt, feiten en argumenten vaak niet tellen en menigeen de ander probeert te overtroeven in politieke correctheid en te tonen de tijdgeest te verstaan, voldoet dit ‘narratief’ (wat een vreselijk woord trouwens) niet meer. De Japanse bezetting en de kampen staan immers niet op zichzelf; daarvóór en daarná is ook het een en ander gebeurd. Toen geschiedenis nog een vak was dat op school serieus meetelde, was dat vanzelfsprekend: de geschiedenis is een continuüm. Dus volgens degenen die helaas niet van goed onderwijs hebben genoten, moet je op 15 augustus ook alles van daarvóór herdenken (dat verderfelijke kolonialisme) en van daarná (de politionele acties – die volgens stevige bronnen meer mensen het leven hebben gered dan gekost). Gek genoeg valt de Bersiap daar weer niet onder, toen duizenden Nederlanders, Indo’s, Chinezen en anderen door Indonesische ‘vrijheidsstrijders’ werden afgeslacht.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen