De blokkade van A12 moet gezien worden als een gijzeling. Als je je gelijk op straat en met de straat wilt bereiken, plaats je jezelf buiten de democratische rechtsorde, vindt Arendo Joustra.
De demonstranten van Extinction Rebellion (XR) die actievoeren bij de A12 in Den Haag, zijn op het oog brave burgers. Ze dragen geen palestijnensjaals om onherkenbaar te blijven, gooien geen stenen naar de politie, en behalve leuzen schilderen op publieke eigendommen – wat niet mag en strafbaar is – slaan ze de boel niet kort en klein. Althans, vooralsnog.
Toch is de blokkade van de A12, een onderdeel van de demonstratie op die locatie, niet zo onschuldig als XR doet voorkomen. En niet alleen omdat burgemeester Jan van Zanen van Den Haag het feitelijk afsluiten van de A12, een belangrijke toegangspoort voor gemotoriseerd verkeer dat Den Haag binnen wil rijden, heeft verboden, waarmee de actie illegaal en strafbaar is.
Het kabinet wordt op een ondemocratische manier onder druk gezet
Erger is het standpunt van XR dat ze de blokkade van de A12 wil voortzetten totdat haar eis is ingewilligd, het stopzetten van fossiele ‘subsidies’. Los van de vraag of het subsidies zijn, of je die direct kunt beëindigen en of het klimaat daarmee is geholpen, is zo’n ultimatum een vorm van gijzeling. De gemeente Den Haag, die niets aan die ‘subsidies’ kan doen, en het kabinet worden op een niet-democratische manier onder druk gezet.
Als ‘de straat’ gaat bepalen welke maatregelen de overheid al of niet moet nemen, is dat in strijd met de democratische rechtsstaat. Het is een methode waarmee je je als ‘brave burger’ niet moet willen associëren, als je je geschiedenis kent. En ook als je die niet kent.
Nee, een goed doel heiligt niet alle middelen
Ja maar, ons doel rechtvaardigt dit middel, beweert XR. Maar dat vindt iedereen die voor gijzeling en ‘de straat’ kiest. Met dit argument zijn de verschrikkelijkste dingen gerechtvaardigd.
In een democratie staat een andere weg open om je doelen te verwezenlijken.