Het Europese aandeel in de wereldwijde CO2-uitstoot is klein. Zolang de klimaatactivisten van Extinction Rebellion niet op de Utrechtsebaan van steden als New Delhi, São Paulo en Lagos aan het werk gaan, is de betekenis van hun acties verwaarloosbaar, schrijft Philip van Tijn.
Dit weekeinde werd de wereld weer eens gered op de Utrechtsebaan in Den Haag, waar – volgens de organisatie – 10.000 jongens en meisjes, van meestal gegoede afkomst, zich aan het wegdek hadden vastgeplakt. Dit onder toeziend oog van enkele politici en liefdevolle (groot)ouders, die ze van een hoger (straat)niveau aanmoedigden. Het waterkanon werd ingezet, maar dat helpt weinig als de temperatuur 30 graden is. En 2.400 ‘actievoerders’ werden ‘aangehouden’, maar dat betekent slechts een ritje naar het ADO-stadion en dan weer de wijde wereld in. Morgen moeten opnieuw voldoende vrijwilligers zich kunnen vastplakken.
Op de publieke radio, die de aardbeving in Marokko en het vastplakken op de Utrechtsebaan harmonieus afwisselde, hoorde ik een verbeten actievoerster zeggen dat ze even verstek liet gaan, omdat het allemaal erg emotionerend was. Nu vinden de jongere generaties dat al gauw, maar als de toekomst van de wereld in jouw handen – en billen! – ligt, is dat inderdaad een grote verantwoordelijkheid.
17,5 miljard euro, 37,5 miljard, 100 miljard – roept u maar!
‘Stop fossiele subsidies’, zo bepleiten de demonstranten van Extinction Rebellion. Dat daarbij de begrippen subsidie, fiscale regelingen en andere financiële zaken een beetje door elkaar lopen, mag niet deren. En de omvang is fluïde: bedroeg deze bij de vorige wegblokkade in mei 17,5 miljard euro, in no time liep het bedrag op naar 37,5 miljard euro – dus nog iets méér dan het klimaatfonds van minister en bijna-partijleider Rob Jetten (D66). En dat bedrag zal nog wel verder stijgen, want bij de Shell-boringen in het toenmalige Nederlands-Indië, ruim honderd jaar geleden, is de uitbuiting van de inheemse – mag dat begrip nog wel? – arbeider niet voldoende meegerekend.
Werk aan de winkel voor Alman Metten (PvdA), het rekengenie dat sinds 2021 – toen hij als eerste de ‘fossiele subsidies’ berekende – ineens bekender is dan hij was tijdens vijftien jaar lidmaatschap van het Europees Parlement. Carice van Houten was al beroemd toen zij zich vastplakte, maar Alman Metten kan de beroemde filmster nog overtreffen als hij het bedrag weet op te rekken tot een magische 100 miljard euro. Nog een paar vergeten ‘subsidies’ erbij –en hupsakee.
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in