Omdat ieder weldenkend mens van dieren houdt, geniet de Partij voor de Dieren van nature ieders sympathie. Ten onrechte, zo blijkt uit de ruzie die al maanden binnen de partij woedt en die afgelopen weekeinde aan de oppervlakte kwam. Dat schrijft Eric Vrijsen.
Aanvankelijk leek het of het boegbeeld van de partij, Esther Ouwehand, een loer werd gedraaid door het partijbestuur met vage beschuldigingen van ‘integriteitsschendingen’.
Daarop openbaarde Ouwehand een brief van enkele dagen eerder, waarin ze het bestuur beschuldigde haar naar een burn-out te hebben gedreven. Maandag 11 september bleek dat sommige leden van de Kamerfractie (6 zetels) ook nog wel wat te verhapstukken hadden met Ouwehand. Ze had in elk geval niet de volle steun van de fractie en in de binnenkamers gaat het er kennelijk zo heftig aan toe dat sommige leden er psychisch en fysiek aan onderdoor gaan.
In de vorige parlementaire periode was er ook al gedonder. Femke Merel-van Kooten stapte uit de fractie, waar ze ooit ‘bruisend van idealisme’ begon. Ze had al die tijd haar mond gehouden, maar opeens was ze het zat en ging ze naast Henk Krol (ex-50Plus) in de Kamer zitten.
Partij voor de Dieren bracht theorie niet altijd in praktijk
De oermoeder van de Partij voor de Dieren, Marianne Thieme, zat van 2006 tot 2019 in de Tweede Kamer. Tussen haar en opvolgster Esther Ouwehand zat het ook niet altijd lekker. Thieme was rabiaat in haar opvattingen over dierenwelzijn en klimaat, maar tamelijk praktisch als het ging om haar eigen gedrag. Omdat de Partij voor de Dieren de enige dierenpartij ter wereld was met zetels in het parlement, kreeg ze uitnodigingen om in alle uithoeken van de wereld te komen spreken. Vliegen is klimaatvervuilend, maar als het ging om het promoten van de dierenbelangen, stapte Thieme graag in het vliegtuig. Van alle Kamerleden behoorde zij tot de top, althans qua vlieguren.
De Partij voor de Dieren heeft altijd een gemoedelijk imago gehad. Ten onrechte. Het blijkt een fanatieke sekte waarin het niet pluis is. Er worden nu grapjes gemaakt: mot bij de dierenpartij, een slangenkuil, een wespennest, knuppel in het hoenderhok. Maar het is helemaal niet om te lachen.
Partij voor de Dieren houdt niet van de pers en doet alles liefst achter gesloten deuren
De Partij voor de Dieren heeft er een handje van om journalisten te weren van partijvergaderingen. We weten nu waarom. Achter de schermen gaan ze elkaar te lijf, maar dat mogen de kiezers niet weten, want dan gaat het ten koste van het schattige imago van de club.
Inmiddels zijn één Kamerlid, Leonie Vestering, en het complete partijbestuur opgestapt. Ouwehand lijkt opnieuw lijsttrekker, al moet daar nog een partijcongres overheen. Dat dreigt een roerige bijeenkomst te worden.
Inmiddels verwijt senator Niko Koffeman Ouwehand dat ze het partijbestuur ‘voor de bus heeft gegooid’ en zint het vertrekkend partijbestuur op een juridische strijd tegen de vermoedelijke lijsttrekker. Een ongekende uitbarsting en het einde van dit conflict is nog niet in zicht. Tja, dat komt ervan als je alle meningsverschillen tot het uiterst verborgen houdt. De ware dierenliefhebber denkt: ‘Aan deze types zou ik mijn hondje nooit toevertrouwen.’
Lees verder onder de tweet
Niko Koffeman, bedenker van de @PartijvdDieren en fractievoorzitter in de Eerste Kamer, wil dat er een einde komt aan “schadelijke framing” binnen de partij. Hij vindt dat het onderzoek naar vermeende integriteitschendingen door partijleider Ouwehand, moet doorgaan. #Nieuwsuur pic.twitter.com/L4NOLVD6Hs
— Nieuwsuur (@Nieuwsuur) September 13, 2023
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Ouwehand ventileerde in interviews de opvatting dat haar partij enorme invloed had vanuit de oppositie. Het was niet eens nodig om in de regering te zitten. Inmiddels moeten we vaststellen dat de Partij van de Dieren gelukkig nooit de regeringsmacht in handen heeft gekregen. Je moet er niet aan denken dat zulke geslepen en stiekeme fanatiekelingen de cockpit van de samenleving hadden kunnen vergiftigen.