Pieter Waterdrinker: Hoe geloofwaardig zijn welgestelde PvdA’ers als Timmermans?

Einde van de PvdA: Frans Timmermans, trouw sociaal-democraat, spreekt zich op partijcongres uit voor fusie met GroenLinks. Foto: Remko de Waal/ANP

Frans Timmermans, die zich door Brussel laat doorbetalen om zijn riante salaris te behouden, staat in een lange traditie van welgestelde PvdA’ers. Zij leven in luxe, maar dragen tegelijk de sociaal-democratische boodschap van herverdeling uit. Kan dat wel samengaan, vraagt Pieter Waterdrinker zich af.

Kitty Herweijer, kersvers columnist van het AD, had vorige week een even belangrijke als aardige observatie. Vrouwen, besluit ze haar cursief, zijn net mensen. Evenals mannen, ik citeer haar vrij, kunnen vrouwen intens slecht zijn.

Daarvóór had ze in 368 woorden genadeloos ingehakt op de welwillende behandeling van Farc-terroriste Tanja Nijmeijer, die toch jarenlang het lot van de verdrukten en de armen dacht te verbeteren door met een kalasjnikov, omgeven door viriele moordenaars, dood en verderf te zaaien in de Colombiaanse jungle. ‘Was ze een pokdalige man geweest,’ schrijft Herweijer, dan ‘had ze waarschijnlijk op minder fascinatie of sympathie kunnen rekenen.’

De Russische schrijver Lev Tolstoj schreef al dat niets in het leven van een mens zo bepalend is als zijn of haar uiterlijk. De knappen onder ons, gezegend met de juiste maten, lengte en jukbeenderen, hebben het vanaf de kleuterschool tot de laatste carrièreronde in hun werkzame leven nu eenmaal eenvoudiger dan de fysiek minder verbenedijden. Om van de seksuele tombolamarkt nog maar te zwijgen. Het is een gruwelfeit waarvoor we slechts de Schepper op zijn falie kunnen geven.

Politieke jukbeenderen

Naast de jukbeenderen in lichamelijke zin, kennen we het verschijnsel van de ‘politieke jukbeenderen’. Hierbij doet zich eenzelfde fenomeen voor als bij de Tanja Nijmeijers van deze aarde: de neiging slecht, hypocriet of ander afkeurenswaardig gedrag te vergoelijken, zolang de politieke jukbeenderen maar fraai zijn.

Timmermans maakt gebruik van EU-wachtgeldregeling

Toen de sociaal-democraat Frans Timmermans onlangs bekendmaakte dat hij zich zou gaan richten op het Nederlandse premierschap, maar bleek dat hij deze nobele taak niet zou kunnen verrichten zonder de goudgegalonneerde wachtgeldregeling van de Europese Unie, gewend als hij nu eenmaal is jaarlijks een slordige drie ton op te strijken, kon ik het niet laten het volgende bericht te delen: ‘Wat is een overtuiging waard als de eigen daden daar volstrekt tegenin gaan? Het is dé oorzaak van de slepende vertrouwenscrisis. Het wordt maar niet begrepen. Wees een moreel voorbeeld. Als je moraliteit predikt. Of zwijg in deemoed achter de coulissen.’

Hoon en bijval werden mijn deel – zoals dat nu eenmaal gaat op sociale media. Wat de reageerders van beide kanten vermoedelijk niet beseften, was hoe pijnlijk ik het gedrag van Timmermans vond. Hoe diep ik het betreurde. Ik beschouw mezelf als sociaal-democraat, met één kernprogrammapunt: een kwartje bij de rijken eraf, een dubbeltje bij de armen erbij. En voor de rest een hoop goed doen.

Voor progressief Nederland heeft Timmermans juiste jukbeenderen

Begreep hij het dan gewoon niet? Onze aimabele, zoetgevooisde, erudiete Frans? Door af te zien van dat gemeenschapsgeld waarmee hij louter zijn eigen politieke ambities najaagt, had hij een oceaan aan extra sympathie kunnen scheppen. Maar voor een groot deel van progressief Nederland heeft Timmermans nu eenmaal de juiste politieke jukbeenderen. Afgelopen weekend in de jaarlijkse Abel Herzberglezing, zijn eerste grote toespraak als lijsttrekker van GroenLinks/PvdA, debiteerde Timmermans: ‘Herverdeling is een noodzakelijk gegeven bij iedere politieke keuze die moet worden gemaakt. Over de richting en de mate van herverdeling zullen compromissen moeten worden gesloten.’ We staan dus, als we hem mogen geloven, aan de vooravond van majestueuze compromissen.

In 2016 werd het volstrekt normaal gevonden dat voormalig PvdA-kopstuk en VARA-mandarijn Marcel van Dam zijn landhuis in Hulshorst verruilde voor een kasteel in het Gelderse Oosterwolde, inclusief koetshuis, op 68.000 vierkante meter grond. Omdat hij dat oude landhuis zo snel niet wist te verkopen, kreeg hij van de bank een overbruggingskrediet van 1,7 miljoen euro. Op zich is daar helemaal niets op tegen, zou je kunnen zeggen. Hij kocht het van zijn eigen geld, al verdiende hij dat zijn leven lang in de publieke sector.

Toch is de vraag gerechtvaardigd: waarom? Waarom wil je als rijpe zeventiger, al wonend in een landhuis, een eeuwenoud kasteel betrekken met een woonoppervlakte van 469 vierkante meter, zes slaapkamers, drie badkamers en een eetkamer als een balzaal, slechts te bereiken over een met beuken omzoomde laan van enkele honderden meters lang om de boze buitenwereld op een afstand te houden? Is dat niet een vuistslag in het gezicht van al die gepensioneerden voor wie je decennialang zegt te zijn opgekomen en die het – in verzorgingstehuis, flat of al dan niet geïsoleerde huurwoning – nu moeten stellen met slechts AOW? De vroegere zogeheten Drees-trekkers?

Tolstoj was geboren met de juiste jukbeenderen

Ook Tolstoj woonde op een landgoed, Jasnaja Poljana, 123 kilometer onder Moskou. Als de smerige oorlog in Oekraïne voorbij is, raad ik u aan het eens te bezoeken. Maar Tolstoj was van adel, rijk van geboorte, geniaal schrijver bovendien. Marcel van Dam werd geboren als zoon van een rechercheur van de gemeentepolitie in Utrecht die kasteelbewoner werd door – slaande op de morele trom – dag-in-dag-uit als socialist een eerlijkere samenleving te verkondigen.

Zijn er meer voorbeelden van dit ethische spagaat-gedrag? O ja, vele. Nog eentje dan. Zo is daar PvdA-coryfee en oud-Kamervoorzitter Gerdi Verbeet, op dit moment voorzitter van de raad van commissarissen bij Novamedia Holding, de club die vanuit Amsterdam de Nationale Postcode Loterij en de VriendenLoterij aanstuurt, met een jaaromzet van 2,4 miljard euro. Dit onder een feestdeken van liefdadigheid verborgen geldmonster, dat bewust de zwakste plekken bij de zwakke mens aanboort (zucht naar rijkdom, angst om te verliezen), heeft gewiekste marketeers met een linkse agenda als oprichter Boudewijn Poelmann megamiljonair gemaakt.

Wat binnen de wet is mag, is per definitie niet illegaal. Ook zo’n geslepen loterij, waarvan de licentie telkens door de Tweede Kamers werd verlengd omdat zij de politiek opslurpte met mooie erebaantjes. Waarom houdt iemand als Verbeet zich op tussen de pecuniaproleten, in een wereld van intern gekift, eerzucht, plat egoïsme en tegen de villa- en landhuisplinten klotsende miljarden? Bestaat er nog zoiets als ethiek? Juist bij mensen die een leven lang op de voorgrond zijn getreden als verkondigers van een hoge moraal?

Andere generaties zien vaak scherper

Een ontmaskeringspoging van een generatie door een lid van diezelfde generatie slaagt zelden. Zoals Gerrit Komrij probeerde in zijn fameuze Ruigoordrede in 2003. Hij wilde zijn generatie van mei ’68 in de lelijke spiegel laten kijken, een lachspiegel, maar faalde. Ze lachten het weg, negeerden het simpelweg. Wat een briljante grappenmaker! Gelukkig is er nu een generatie van scherpzinnige columnisten in opkomst, vroege dertigers, onder wie opvallend veel vrouwen als Kitty Herweijer, met historisch besef, een sterke radar voor bullshit, verstoken van angst bovendien, die snel een eind gaat maken aan het zwarte carnaval dat decennia heeft kunnen voortwoekeren.

In navolging van MeToo en ander protest tegen grensoverschrijdend gedrag, zullen ze de vaak absurde spagaat tussen openbare uitspraken en pleidooien en anderzijds het eigen leven en handelen niet langer zomaar pikken, maar intelligent en met humor bespotten.  En veroordelen. Ook als hun eigen generatie dergelijk gedrag vertoont, want het boomervirus tiert welig onder dertigers. De juiste jukbeenderen, letterlijk of op het masker waarmee ze door het leven gaan, zullen dan niet langer helpen.

Daar gaan we, mensen. We kunnen evenzeer ons erop verheugen als onze borst natmaken. Ook ik.