We krijgen de leiders die we verdienen. In een democratie geldt dat nog meer dan in andere systemen. Deze week zagen we hoe dat in de praktijk werkt, schrijft campagnestrateeg Mark Thiessen.
Pieter Omtzigt stapte uit de onderhandelingen voor een nieuw kabinet. Bij Humberto Tan lichtte hij toe waarom: hij vond dat er niet op tijd informatie was geleverd over de overheidsfinanciën. Een dubieus standpunt van iemand die zelf zijn programma niet liet doorrekenen. Daarnaast is het twijfelachtig dat bij Omtzigt onvoldoende bekend was hoe het ervoor stond. De onderhandelaars waren erover bijgepraat, de belangrijkste informatie was algemeen bekend en de opdracht was duidelijk: er moet rond de 17 miljard euro worden bezuinigd. Misschien iets meer, misschien iets minder.
Maar er is iets anders aan de week van Omtzigt dat veel interessanter is. Uit een panel-onderzoek van Hart van Nederland blijkt dat 75 procent van de NSC-kiezers teleurgesteld is over de actie van Omtzigt. Ook Johan Derksen is teleurgesteld. ‘Hij is zijn eigen imago totaal aan het vernielen,’ zei Derksen bij Vandaag Inside, waar hij eerder tijdens de verkiezingscampagne de loftrompet blies over Omtzigt.
Alles is persoonlijk
Kiezers maakten een messias van Omtzigt en journalisten deden daar lange tijd aan mee. Zo ontstond een beeld dat niet klopte. Hoe kan zo’n beeld bij iemand ontstaan? Doordat hij niet oplet. Want wie wel had opgelet, had gezien dat Omtzigt deze week precies deed wat er van hem verwacht mocht worden. Wie de afgelopen tien jaar naar hem had gekeken, had gezien dat er twee duidelijke patronen bepalend zijn voor wat hij doet.
Zo is politiek voor hem persoonlijk. Hij heeft zelf een uitgebreide politieke trukendoos, maar wanneer anderen hem aanpakken – zelfs als dat subtiel gebeurt – dan vat hij dat persoonlijk op en kan hij het niet loslaten. Dit zag je terug bij Humberto, waar hij in zijn openingsopmerkingen al de schuld bij Rutte probeerde te leggen.
Die zou onbetrouwbaar zijn met overheidsfinanciën. En ook later in het gesprek merkte je dat het hem dwarszat dat er dingen over hem waren getweet, gezegd en gesuggereerd. Dat er over hem was gelekt. Het was persoonlijk geworden.
Daarnaast is er een nog duidelijker en bepalender patroon bij Omtzigt – misschien wel zijn leidende politieke principe: een constante queeste naar meer informatie. Snellere informatie. Meer stukken. Tijdlijnen. Zo vaak leek het hem minder te gaan over de inhoud van de stukken, dan over de stukken zelf en hoe en wanneer ze met hem waren gedeeld.
Keukencontroleur
Hij doet mij denken aan de politieke variant van Rob Geus, de keukencontroleur bekend van De Smaakpolitie. Omtzigt komt de politieke keuken van een ander binnen en begint te roepen dat de kip over datum is en de lepels niet schoon. Dat is zijn werkwijze, dat is waar hij goed in is. Waar hij bekend mee is geworden.
Een eigenschap die goed is, maar niet altijd nuttig. Wanneer de keuken gesloten is, wil je Omtzigt erbij. Maar we zagen deze week wat er gebeurt wanneer hij gaat meedraaien in de dienst. Hij zei in het spitsuur van de keuken dat hij wel wilde koken, maar dat de oven niet was gepoetst. En ging daarna mokkend naar huis.
Nooit genoeg stukken
Beide patronen zagen we bij zijn onderhandelings-exit terug. Hij gaf geen inhoudelijke bezwaren. Hij ontkende dat hij stopte vanwege een gebrek aan vertrouwen in de financiële degelijkheid van PVV en BBB. Hij noemde geen principiële breekpunten over de rechtsstaat. Nee. Hij zei dat ze niet aardig tegen hem waren geweest. En dat er niet genoeg stukken waren. Precies zoals hij dat altijd doet.
Deze patronen zijn al zo lang zichtbaar en liggen er zo dik bovenop, dat verbazing over wat deze week gebeurde niet op zijn plaats is. Het is moeilijk om Omtzigt de schuld te geven van wat er is gebeurd, omdat hij deed wat hij altijd doet. Het is moeilijk om Omtzigt te verwijten dat mensen zelf een verkeerd beeld van hem hebben gecreëerd en toegelaten. Er werd een imago voor Omtzigt gecreëerd dat niet klopte. En vervolgens was er teleurstelling dat hij er niet aan voldeed.
Zelfreflectie voor de kiezer
Misschien gaat deze hele episode minder over Omtzigt dan over onszelf, over al die teleurgestelde kiezers die van hem hadden verwacht dat hij niet zou doen wat hij altijd doet. Die hadden verwacht dat Rob Geus – wanneer hij de kans maar kreeg – ineens Sergio Herman bleek te zijn.
In het gewone leven is het normaal om van mensen te verwachten dat ze zelfreflectie tonen en verantwoordelijkheid nemen voor hun keuzes. In een democratie lijkt dat niet het geval. Daar hebben mensen het recht om keer op keer teleurgesteld te zijn. En om de reden van die teleurstelling niet bij zichzelf te zoeken, maar bij degene die ze hebben gekozen.
Al twintig jaar zijn grote groepen Nederlandse kiezers op zoek naar nieuwe leiders. Ze vinden ze steeds weer: eerst Wilders, toen Baudet, Van der Plas, Omtzigt en weer Wilders.
En keer op keer worden die kiezers teleurgesteld. Ze zijn op zoek naar een nieuw type leiders. En consequent blijkt dat de types die ze kiezen geen leiders zijn. Het is tijd om ook dat patroon eens te gaan zien. En goed na te denken over de vraag aan wie dat nou eigenlijk ligt: aan de leiders die teleurstellen of aan de mensen die zich steeds weer laten teleurstellen.
Kiezers mogen altijd kritisch zijn op de mensen die hen vertegenwoordigen. Maar in een volwassen democratie mogen we ook van kiezers zelfreflectie verwachten. Anders krijgen we een democratie van onvolwassenen. En de leiders die daarbij horen.