Ruziezoeker Wilders in formatie op verzoeningspad

Foto: Remko de Waal/ANP

Het is licht absurd dat PVV-leider Geert Wilders tot tweemaal toe bij een PvdA’er uitkomt om de formatie in goede banen te leiden, schrijft Carla Joosten. Het zegt wat over Nederland en natuurlijk ook over de PVV.

Na Ronald Plasterk, wiens PvdA-identiteit in zijn Telegraaf-column nauwelijks nog viel te ontwaren, koos PVV-leider Geert Wilders voor de grote verbinder Kim Putters als informateur. De zaaier van verdeeldheid gaat op verzoeningspad.

Putters’ aanwijzing was de opmaat tot de tweede fase van de kabinetsformatie die na de verkiezingen van 22 november begon. Dat het geen korte formatie zou worden, stond al in de sterren geschreven. De PVV nam als grootste partij voor het eerst in de geschiedenis de leiding. De bereidheid bij andere partijen om samen te werken is op z’n zachtst gezegd niet groot.

Weinigen willen samenwerken met de man die voor verdeeldheid zorgde

Er vallen heel wat plooien glad te strijken en dan nog zullen mogelijke partners in welke vorm van kabinet dan ook principiële bezwaren houden tegen samenwerking met de man die de afgelopen decennia voor spanning en verdeeldheid zorgde in dit land van minderheden.

Met zijn uitlatingen over de islam en Marokkanen zette Geert Wilders, zoals dat is gaan heten, een hele bevolkingsgroep weg. Hij werd er zelfs door de rechter voor veroordeeld.

Tegelijk wees hij op problemen die al veel eerder door anderen waren gesignaleerd, zoals de gevolgen van de voortgaande immigratie voor de samenleving. De uit de PvdA afkomstige Paul Scheffer deed het in 2000 met zijn geruchtmakende essay getiteld Het multiculturele drama.

EW waarschuwt al decennia voor een overvraagde, uiteenvallende samenleving als gevolg van de voortgaande immigratie, toenmalig VVD-leider Frits Bolkestein (1990-1998) verhief het tot hoofdthema van zijn partij. Maar geen kabinet lukte het om de immigratie te beperken en de integratie te bevorderen. Velen met een migratieachtergrond slaagden uiteindelijk in Nederland, velen ook niet.

Wilders bleef de trom roeren en moet nu de kiezer hem de grootste maakte de scherven opruimen en een kabinet zien te vormen. Daartoe riep hij de hulp in van Kim Putters. Een in de Alblasserwaard opgegroeide voormalig PvdA-senator die als directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau en als voorzitter van de Sociaal-Economische Raad bekend werd als ‘verbinder’.

Voor EW schreef hij vorig jaar een essay dat duidelijk maakt hoe hij naar Nederland kijkt.

Samenleving heeft volgens Putters behoefte aan dialoog

Of een partij nu wel of niet in een kabinet komt, de samenleving heeft volgens Putters, zo zei hij bij zijn aantreden, behoefte aan een goede dialoog tussen iedereen. ‘En daarom is het van belang om deze maand te benutten om die verbinding ook weer even tot stand te brengen. De verkiezingsuitslag gaat niet over vier partijen, de verkiezingsuitslag gaat ook over alle andere partijen in het parlement, dus het is een goed moment om iedereen weer even te horen.’

Dat is een goed begin van Putters. Maar deze kabinetsformatie is toch vooral een test voor Geert Wilders, die opeens moet bedelen om de steun van andere partijen. Het gaat hem om de toekomst van Nederland, zegt hij telkens. Dat land is er een waar niet één iemand het voor het zeggen heeft. Een land dat groot is geworden door samenwerking van burgers en buitenlui en van politici. Een weelde, gezien alle ellende in landen die dictatoriaal worden bestuurd.

Kim Putters wordt door zijn aanpak en werkzaamheden in typische polderorganen als het SCP en de SER alom gezien als de opperpolderaar. Dat Wilders, die eerder al koos voor Plasterk, nu bij Putters uitkwam om zijn kabinetsformatie te redden, is veelzeggend.

De PVV-leider als de grote verzoener die te rade gaat bij de sociaal-democraten van de PvdA. Het is een fraai staaltje van de werking van de democratie in dit land, al illustreert het natuurlijk ook de leegte van de PVV, een partij met slechts één lid en zonder kader. Of die partij aan de basis kan staan van een kabinet, moet blijken.

‘Ach Majesteit, uiteindelijk komt er altijd een kabinet,’ zei toenmalig premier, en eveneens sociaal-democraat, Willem Drees in 1956 tegen koningin Juliana toen die bezorgd was over de lange duur van de formatie.

Daarvan gaan we nu ook maar uit.