Mark Thiessen: Nederland is zwak en lijkt er nog trots op ook

Militaire oefening in Groningen. Foto: Persbureau Meter/HH/ANP

In plaats van muren te bouwen tegen toekomstige dreigingen, braken we ze af. Wij moeten weer muren bouwen. Verhoog het defensiebudget flink. Laat onze veiligheid niet meer afhankelijk zijn van de wil van anderen, schrijft Mark Thiessen.

Toen ik vorig jaar de Stad van David bezocht – de opgraving van het oude Jeruzalem uit de tijd van de koningen – was ik onder de indruk van wat ik aantrof. In het bijzonder van de resten van het fort rondom de bron van Gihon.

Dat was in de oudheid de enige waterbron van de stad, net buiten de stadsmuren. Om hem te beschermen werd vanuit de stadsmuur omlaag nog een ommuring gebouwd, als een stenen arm die leidde tot de bron. De bron zelf werd beschermd door een versterkte toren die als fort diende. En bij die versterking stonden altijd bewakers. Volgens schattingen is de bron ergens tussen 1000 en 1800 voor Christus gebouwd. Jeruzalem zou zo altijd water hebben. Ook als het werd belegerd.

Ik kon het voor me zien. De gigantische opgave die de mensen in het oude Jeruzalem hadden om deze constructie te maken. De soldaten die er altijd zaten om de bron te bewaken tegen een dreiging die er nog niet was. Misschien wel van generatie op generatie. Van vader op zoon met bronzen wapens in de hand. Wachtend.

Het oude Jeruzalem stelde zichzelf een strategische vraag. Hoe kunnen we beschermen wat we moeten beschermen? En het ging ermee aan de slag. Hoe anders is dat in het moderne Europa, waar zelfs tergend langzaam wordt gehandeld wanneer de dreiging al voor de deur staat. Ook in Nederland.

Rusland: 30 procent van overheidsuitgaven naar defensie

Als de NAVO enkel leden zocht op basis van wat zij aan de krijgsmacht uitgeven, dan zou Rusland snel lid worden. Het geeft meer dan 100 miljard uit aan defensie, zo’n 30 procent van de totale overheidsuitgaven. Ter vergelijking: Amerika besteedt er 3,5 procent aan, Europese landen gemiddeld 1,7 procent.

Wanneer een land zoveel aan wapens uitgeeft, weet je dat het niet enkel om defensie gaat. Dan heeft het land offensieve intenties. Rusland voelt zich sterk. In de wereld van de geopolitiek is zwakte de grootst mogelijke provocatie tegenover een sterke vijand. Nederland werd zwak en leek er nog trots op ook. In plaats van muren te bouwen tegen toekomstige dreigingen, braken we de muren af die we hadden. Omdat we van de stenen andere zaken konden bouwen, zoals een verzorgingsstaat. En veel stenen lagen daar maar ongebruikt. We wisten niet meer waarom ze daar ooit waren neergelegd.

Het vredesdividend, noemden we het. Maar het vredesdividend bleek een woekerpolis. Bij de laatste grote bezuinigingsronde op de krijgsmacht wisten velen dat het niet goed kon aflopen. Er werden volledige capaciteiten afgestoten. Oftewel ‘we konden iets, maar nu niet meer’. Met als beste voorbeeld de tanks. Het probleem: wie capaciteiten afstoot, krijgt op korte termijn meer geld. Maar mocht je ze ooit weer moeten opbouwen, dan ben je veel meer kwijt dan het afstoten opleverde.

Dat is de woekerpolis die we nu voelen. Veel te laat moeten we weer een krijgsmacht gaan bouwen. Dat gaat langer duren dan veilig is en meer kosten dan de afbraak ooit opleverde.

Verhoog het defensiebudget naar 2,5 procent

Dit is een symptoom van een diepere kwaal. Het onvermogen van de rijke Europese democratieën om strategisch te denken. We leren nu wat de Israëlieten uit de bronstijd al wisten: wie niet strategisch denkt en handelt, wie niet het zekere voor het onzekere neemt, zal vroeg of laat de prijs betalen.

Wij moeten weer muren gaan bouwen. En helaas moet dat terwijl we ze al nodig hebben. Laten we het dus snel doen. Verhoog het defensiebudget verder, naar 2,5 procent van het BNP. Onze veiligheid mag niet meer afhangen van de wil van anderen. Zorg voor Europese afschrikking, met alle mogelijke wapensystemen. Laat stokpaardjes los. Met stokpaardjes maak je geen sterke cavalerie. Niet 27 Europese vingertjes moeten naar Rusland wijzen, maar één Europese vuist.

En laten we hopen dat we een les hebben geleerd: dat strategisch denken nodig is. Dat militaire dreigingen er altijd zullen zijn. En dat ook democratieën zich moeten voorbereiden op het ergste. In de hoop dat het daardoor nooit zal gebeuren.