Terwijl de kabinetsformatie maar niet opschiet, verzetten Tweede Kamerleden de bakens. Als resultaat van de verkiezingsuitslag tekent zich onder meer op ethisch gebied een rechts-conservatieve meerderheid af, schrijft Carla Joosten.
Het progressieve D66 signaleerde bij monde van Kamerlid Wieke Paulusma een ‘conservatieve wind’ in het parlement.
Dat is niet gek, want partijen die op ethisch gebied niet te hard van stapel willen lopen, wonnen de verkiezingen ten koste van bijvoorbeeld D66, traditioneel de voortrekker in kwesties als abortus en euthanasie.
Prima dat de verkiezingsuitslag weerklinkt in het parlement. Maar de manier waarop Nieuw Sociaal Contract (NSC) van Pieter Omtzigt te werk gaat, gaat te ver.
Van oudsher trapten christelijke partijen bij zulke thema’s op de rem. Nu is het NSC – met wortels in het CDA – dat pas op de plaats wil maken bij voorstellen die de ethische grenzen verruimen en op weerstand stuiten bij de eigen achterban en wellicht breder in Nederland.
Dat geldt bijvoorbeeld voor een voorstel van GroenLinks-PvdA om artsen toe te staan abortuspillen naar het buitenland te sturen. Dit plan is op zichzelf niet onlogisch. Al sinds 1970 komen vrouwen uit landen waar abortus niet mag naar Nederland voor een behandeling.
Baas in eigen staat
In coronatijd kregen zulke vrouwen na een digitaal consult pillen toegestuurd die de zwangerschap afbreken. Bedoeling is dit nu officieel te regelen. Het voorstel lag al moeilijk in de Kamer, maar intussen lijkt een meerderheid, waaronder PVV, VVD, NSC en SGP, tegen.
Een reden is ongewenste inmenging in kwesties in andere landen. Baas in eigen staat!
Ook het voornemen om de Transgenderwet zo aan te passen dat voor verandering van de geslachtsregistratie in het paspoort geen verklaring van een deskundige meer nodig is, lijkt te sneuvelen. NSC-Kamerlid Nicolien van Vroonhoven vroeg het kabinet dit voorstel zelfs in te trekken nog voor de stemming in de Tweede Kamer. Een ongewone actie voor een Kamerlid.
Ook het voorstel om meerouderschap wettelijk mogelijk te maken, gaat het vermoedelijk niet halen. Nu kan een kind wettelijk maximaal twee ouders hebben. Een zaad- of eiceldonor die een stel aan een kind helpt, kan daardoor geen gezag over het kind krijgen. Iets wat nadelige fiscale en andere juridische gevolgen heeft.
Omdat steeds meer kinderen opgroeien in nieuwe gezinsvormen wil het demissionaire kabinet de wet aanpassen. Maar onder meer PVV en NSC zijn tegen.
IJskast
Wie er zelf niets mee heeft te maken, zal de schouders ophalen of de voorstellen afdoen als flauwekul. Laat de Polen zelf hun abortusprobleem oplossen. De problemen van transgenders liggen ver van het bed van menigeen. Net als die van ‘meerouders’. Dat verandert als iemand in de eigen omgeving ermee te maken heeft.
Kamerleden worstelen met zulke kwesties. Ze worden overstelpt met informatie van belangengroepen en adviesorganen, en moeten uiteindelijk voor of tegen stemmen. Niet voor niets slepen ethische kwesties zich soms jarenlang voort.
In kabinetsformaties werden ze zelfs in de ijskast gestopt – nog voor Geert Wilders (PVV) er een sport van maakte – omdat partijen het er niet over eens waren, zoals over embryo-onderzoek.
Dat parlementariërs over ethische dilemma’s dubben, is goed. Het kabinet vragen een voorstel in te trekken nog voor het is behandeld, zoals NSC deed met de Transgenderwet, is te gek voor woorden voor een partij die ‘goed bestuur’ hoog in het vaandel heeft staan.
Bij goed bestuur past een gedegen debat in het parlement. In alle openheid en transparantie, zoals NSC-leider Omtzigt het zo graag ziet.