Hoe denkt Yeşilgöz het CDA-scenario te voorkomen?

VVD-leider Dilan Yeşilgöz staat de pers te woord. Beeld: Robin Utrecht/HH/ANP

Zelden behalen kleine coalitiepartners winst bij verkiezingen. Dilan Yeşilgöz wil deze wetmatigheid doorbreken. Maar door samen te werken met de PVV, manoeuvreert ze de VVD in een ongunstige positie, schrijft Victor Pak.

‘Verantwoordelijkheid’: de VVD schreeuwt het van de daken. Bij vrijwel elk optreden van Dilan Yeşilgöz ligt het woord in haar mond bestorven. Het moet de burger duidelijk maken waarom de VVD een stevige koerscorrectie heeft ingezet, nu ze in een coalitie stapt met de PVV, NSC en BBB.

De VVD was na 22 november – met 10 zetels verlies – niet van plan te regeren. Zeker omdat de radicaal-rechtse PVV van Geert Wilders met afstand de grootste was geworden. De VVD paste bescheidenheid, ‘een andere rol’, zei de partijleider twee dagen na de verkiezingen. Na dertien jaar was de VVD uitgeregeerd. Een nieuw kabinet zouden de liberalen hooguit willen gedogen.

Yeşilgöz kwam er na interne druk op terug. Na maanden onderhandelen zette haar partij op woensdagnacht 15 mei een handtekening onder het Hoofdlijnenakkoord met PVV, NSC en BBB.

Kleine coalitiepartners lijden (bijna) altijd verlies

Het was de voltooiing van de koerswijziging die Yeşilgöz inzette. Mark Rutte weigerde als partijleider sinds 2012 pertinent samen te werken met de PVV. Onder Yeşilgöz ging de deur van het slot.

Een grote gok. Voor de verkiezingen hoopte de VVD de bovenliggende partij te zijn in een eventuele samenwerking met de PVV. Dat lukte niet. Wilders blijft weliswaar uit het Torentje, maar heeft met 37 Kamerzetels recht op meer ministersposten in de te vormen kabinetsploeg.

Belangrijker is dat de kiezer het nemen van verantwoordelijkheid zelden beloond. Regeringspartijen winnen niet vaak zetels bij de volgende verkiezingen, zeker de kleine coalitiepartners – en daar is de VVD nu één van.

Politicoloog Tom van der Meer (Universiteit van Amsterdam) zette alle Kamerverkiezingen sinds 1982 op een rij. Regeringspartijen leden gezamenlijk altijd zetelverlies, met uitzondering van 1998. Partijen die de premier leverden, wonnen nog weleens zetels, maar voor de kleinere coalitiepartners eindigden verkiezingen altijd in tranen. Behalve in 1998, toen Frits Bolkestein de VVD – toen coalitiepartner van de grotere PvdA – zetelwinst bezorgde.

Zomaar het CDA achterna

Aan dat voorbeeld zal Yeşilgöz zich spiegelen. Maar de geschiedenis toont dat het CDA-scenario veel realistischer is. De christen-democraten stapten in 2021 opnieuw in een kabinet, hoewel de partij 4 zetels had verloren. Het leidde tot een afstraffing van de kiezer op 22 november. De partij heeft nog 5 zetels over.

De VVD die het CDA achterna gaat: het past in een trend van klassieke, brede volkspartijen die onder druk staan, terwijl radicaal-rechts oprukt. Uit kiezersonderzoek blijkt dat Nederland niet meer uit twee politieke blokken bestaat – links en rechts – maar dat er een derde is bijgekomen: het radicaal-rechtse blok.

VVD zit klem

Door samen te werken met de PVV, manoeuvreert Yeşilgöz de VVD in een gevaarlijke positie. Bij de afgelopen verkiezingen voerde de VVD campagne op het thema migratie. Maar kiezers kozen voor de partij die zij zien als ‘eigenaar’ van dat thema: de PVV, niet de VVD.

Om weer te groeien, willen de liberalen kiezers van de PVV afsnoepen. Maar wat als blijkt dat de VVD daarvoor niet rechts genoeg is, terwijl gematigd-rechtse kiezers de partij juist verlaten vanwege de samenwerking met Wilders? Dan ligt nieuw verlies op de loer. Aan Yeşilgöz de taak om uit te zoeken hoe zij dat scenario afwendt.