Waarom het akkoord bewijst dat de vier partijen elkaar niet vertrouwen

17 mei 2024Leestijd: 5 minuten
Presentatie van het hoofdlijnenakkoord door PVV, NSC, VVD en BBB. Foto: ANP

Eerst het zoet, daarna het zuur. Hun kortzichtige begrotingsbeleid bewijst dat de vier partijen elkaar niet vertrouwen, schrijft Bas Jacobs.

Meer dan een half jaar na de verkiezingen, presenteerden PVV, VVD, NSC en BBB op donderdag 16 mei het Hoofdlijnenakkoord van het allereerste radicaal-rechtse kabinet.

En dat akkoord is allesbehalve financieel solide. Een nieuwe regering zou de overheidsuitgaven moeten verlagen of de belastingen moeten verhogen met zo’n 15 á 20 miljard euro, om aan het einde van de rit te eindigen op een structureel begrotingstekort van zo’n 2 procent van het bruto binnenlands product (bbp).

Zo blijft de overheidsschuld op lange termijn houdbaar en wordt de krapte in de economie en de inflatie nu verminderd.

De nieuwe coalitie blijft steken op slechts 5 miljard euro aan structurele begrotingsverbetering en komt, als ze de rit volledig uitzit, uit op een structureel begrotingstekort van 2,8 procent.

Boterzachte bezuinigingen

Maar voordat de begroting verbetert, viert de regering in 2025 eerst nog feest met het uitdelen van 7,4 miljard euro. Er gaat 6 miljard naar belastingverlaging op inkomen (box 1), vermogen (box 2 en box 3) en bedrijfswinst. Ook gaat er 1,5 miljard naar lagere accijnzen op benzine en diesel, 0,3 miljard naar lagere energiebelastingen en 1 miljard naar armoedebeleid.

Daardoor komt het begrotingstekort in 2025 uit tot ruim boven de 3 procent. Dit beleid gaat geheel tegen de herziene EU-begrotingsregels in. Het begrotingssaldo verbetert bovendien niet in 2026.

Pas in 2027 en 2028 gaat het mes in de uitgaven. Zo gaat er een zeis in de ontwikkelingshulp: 2,3 miljard euro minder, op een begroting van 3,6 miljard.

Meer dan eenderde van de ingeboekte bezuinigingen is bovendien boterzacht. Er gaat 1,6 miljard minder afdracht aan de EU? Er komen 22 procent minder ambtenaren en externen? Gemeenten krijgen 10 procent minder geld? Een nullijn voor de ambtenarensalarissen? En 1 miljard minder aan uitgaven voor asiel?

Het is zeker dat die uitgavenbeperkingen niet volledig worden gerealiseerd. En dan schiet het begrotingstekort in 2028 door de 3 procent-grens van het bbp. Zulk laks begrotingsbeleid zou voor partijen als de VVD en NSC onacceptabel moeten zijn. Maar nee.

Eerst het zoet, dan het zuur

De coalitie deelt eerst het zoet uit, en komt pas in 2027 en 2028 met het zuur. Die timing is saillant. De politieke pijn van ingrepen in publieke sector wordt helemaal naar het einde van de kabinetsperiode verschoven. Dit kortzichtige begrotingsbeleid bewijst dat de vier partijen elkaar niet vertrouwen en denken de eindstreep niet met elkaar te gaan halen.

Ook merkwaardig is de timing van de halvering van het eigen risico in de zorg – kosten: 5 miljard euro. Dat gebeurt pas in 2027. Geert Wilders (PVV) haalde Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) tijdens de verkiezingscampagne het vel over de oren toen hij niet wilde beloven onmiddellijk het eigen risico te verlagen.

Het begrotingsbeleid is bovendien macro-economisch bezien bizar. Het is als 130 kilometer per uur rijden, wetende dat je geleidelijk moet afremmen naar 100 per uur om de begroting in het gareel te houden. Maar de coalitie geeft eerst nog even plankgas naar 180, om dan hard op de rem te stappen en op 120 uit te komen.

En dat is nog steeds te hard. Met zulk begrotingsbeleid destabiliseert de regering de economie en veroorzaakt ze onnodige welvaartsverliezen.

Middelvinger naar Europa

De nieuwe coalitie steekt ook nog een middelvinger op naar Europa. Ze houdt zich niet aan de EU-begrotingsregels, wil een opt-out voor asiel- en migratiebeleid, minder aan de EU afdragen en opgerekte regels voor mest en stikstof.

Vermoedelijk zal niets van dit alles gebeuren. De nieuwe regering zal vervolgens Brussel de schuld geven van dit perfect te voorspellen en zelfgeorganiseerd beleidsfalen. Nederland zal daardoor krediet in Europa verspelen en dat kan ons land schaden, politiek en economisch.

Op een paar punten valt het akkoord mee. Het klimaatpakket van Rutte-IV blijft grotendeels intact, waardoor de uitstoot van CO2 naar verwachting aanzienlijk zal dalen.

Tegelijk zijn er nieuwe maatregelen die zullen leiden tot meer CO2-uitstoot. De energiebelasting en accijnzen worden verlaagd, de laag-belaste rode diesel voor de landbouw wordt heringevoerd. Er wordt voor 2 miljard euro bezuinigd op subsidies voor duurzame energie, en er gaat 1,2 miljard af van het Klimaatfonds.

Op de woningmarkt worden incrementele maatregelen genomen, geen fundamentele hervormingen. Een aantal van die maatregelen kan helpen. Zo wil de coalitie dat meer bouwgrond wordt uitgegeven en allerlei procedures worden versoepeld en versneld.

Ook wil de coalitie 5 miljard euro publiek geld beschikbaar stellen voor woningbouw. Tegelijk doet ze niets aan de fiscaliteit en stijgen de huren onder het puntensysteem minder hard, waardoor het aanbod van huurwoningen minder toeneemt. En zolang de stikstofregels niet kunnen worden opgerekt, is het zeer de vraag of de aangekondigde extra woningen er daadwerkelijk komen.

Toekomstige generaties de dupe

De coalitie neemt vele maatregelen die de economische structuur verzwakken. Boeren worden gepamperd met subsidies en mogen meer stikstof uitstoten en mest uitrijden. Ook verhoging van de maximumsnelheid naar 130 kilometer per uur zal leiden tot meer stikstofuitstoot.

De coalitie wil daarnaast het Groeifonds, het stikstoffonds en het wetenschapsfonds opdoeken om investeringen in woningbouw en subsidies aan boeren te financieren. Daarnaast worden vrijvallende miljarden gebruikt als gatenvuller in de begroting.

Dat die fondsen straks niet meer bestaan, is niet het grootste probleem. Wel dat overheidsinvesteringen in onderwijs, wetenschap, klimaat en stikstof worden verlaagd. Dit beleid verlaagt daarmee het inkomen en de milieukwaliteit van toekomstige generaties, om huidige generaties een hoger inkomen te geven.

De hervormingsambitie van de coalitie is marginaal in de arbeidsmarkt, het belastingstelsel en de toeslagen. Ze zegt wel aan het laatste iets te willen doen, maar onduidelijk is wat.

Het Hoofdlijnenakkoord bevat nog talloze andere open einden. Dat is deels de bedoeling, maar het tekent ook het intellectuele gebrek van de coalitiepartijen. Zij missen politieke inhoud, beleidsmatige expertise en doordachte plannen. Iedereen die denkt dat de nieuwe regering de problemen van Nederland gaat oplossen, zal ernstig worden teleurgesteld.

Gezwicht voor extreem-rechts

De eerste coalitie onder leiding van Wilders en zijn PVV is bijna een feit. Dankzij steun van VVD, BBB en NSC. Het ondenkbare is denkbaar geworden: een Nederlandse regering onder leiding van een extreem-rechtse partij.

Een partij die jarenlang de beginselen van de democratische rechtstaat minachtte, rechters en rechtbanken ondermijnde, het parlement een nepparlement noemde, journalisten tot tuig van de richel bestempelde, bevolkingsgroepen tegen elkaar opzette en verruwing van politieke omgangsvormen tot belangrijkste politieke handelsmerk verhief.

VVD, NSC en BBB zijn gezwicht. Zij dragen allen politieke verantwoordelijkheid voor deze historisch ongekende en economisch kostbare vergissing.

Dit is de eerste column van Bas Jacobs op ewmagazine.nl. De komende tijd verschijnen op deze plek meer opinies van Jacobs.