Martin Bosma liet zich in het verleden kritisch uit over ‘slavernijgedram’. Daarom is zijn verschijning bij de viering van Keti Koti controversieel. Maar hij vertegenwoordigt dan de Tweede Kamer, zoals het hoort, schrijft Gerry van der List.
Voor het verloop van de Tweede Kamerdebatten blijkt Martin Bosma een uitstekende keuze. De PVV’er leidt de vergaderingen vaardig en heeft duidelijk meer gezag dan zijn voorganger. Zijn critici zitten uiteraard te wachten – en hopen – op een uitglijder, op een moment dat hij zich niet zo ‘knetter-neutraal’ toont als hij heeft beloofd, maar voorlopig gaat het goed.
Voor de levendigheid en vermakelijkheid van de parlementaire discussies betekent de promotie van Bosma wel een verlies. Als gewoon Kamerlid bracht hij op eloquente en vaak geestige wijze gedachten onder woorden die bij veel Nederlanders aan de rechterzijde van het politieke spectrum leven.
Nieuwsuur bracht zaterdag 22 juni in beeld hoe Bosma in het verleden in de Kamer oordeelde over hoe bestuurders omgaan met modern inzicht in vaderlandse slavernijpraktijken van eeuwen geleden. Termen als ‘slavernijgedram’ en ‘slavernij-industrie’ klonken uit de mond van de PVV-ideoloog, die ook sprak over cadeautjes voor linkse activisten die ‘zich willen uitputten in antiblank racisme’.
Heel goed uiteraard dat hij zo scherp formuleerde hoe veel (autochtone) Nederlanders denken. Dat is precies de taak van een volksvertegenwoordiger. Maar deze uitspraken maken zijn aanwezigheid bij de herdenking van de slavernij op maandag 1 juli controversieel.
Afschuw over Bosma bij Keti Koti
Met enorme afschuw op haar gezicht liet Dagmar Oudshoorn in Nieuwsuur zien hoe Bosma zich had gekeerd tegen een verbod op het woord ‘neger’. Erg pijnlijk vindt de oud-voorzitter van het ‘Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden’ dit verzet tegen het verbannen van deze – toch vrij neutrale – aanduiding van een donker iemand.
Meer dan 150 ‘Nederlanders van kleur’ en 35 organisaties lieten vorige week weten dat Bosma beter niet kan verschijnen op 1 juli. Ook het stadsdeelbestuur van Amsterdam Zuidoost heeft zich bij de oppositie gevoegd.
Bosma reageerde koeltjes. Hij was uitgenodigd, zo deelde hij mee, en de Tweede Kamervoorzitter gaat altijd naar deze belangrijke herdenking. Dus hij was en bleef van plan de Kamer in het Oosterpark in Amsterdam te vertegenwoordigen.
Verschil tussen instituties en personen
Zo hoort het. De opposanten zouden moeten inzien dat de voorzitter van de Tweede Kamer qualitate qua bij een bijeenkomst verschijnt: hij is uitgenodigd voor de herdenking vanwege zijn functie, niet omdat hij bepaalde denkbeelden aanhangt.
Als bij plechtigheden gelet gaat worden gelet op – al dan niet vroegere – opvattingen van hoogwaardigheidsbekleders, is het hek van de dam. Oranjegezinden zouden dan bijvoorbeeld bezwaar kunnen maken tegen de deelname van Femke Halsema aan activiteiten op Koningsdag, omdat de partij van de Amsterdamse burgemeester, GroenLinks, voorstander is van een republiek.
Er bestaat een verschil tussen instituties en personen. Als Bosma zaterdag een krans legt bij de viering van Keti Koti, doet het er helemaal niet toe dat hij weinig affiniteit heeft met deze feestelijkheid. Hij vertegenwoordigt de Tweede Kamer. Knetter-neutraal.