Met zijn machtshonger en opportunisme heeft Rutte zijn eigen VVD vrij veel schade berokkend. Een VVD-premier betekent niet vanzelf een liberaal beleid, schrijft Gerry van der List.
Toen het eerste kabinet-Rutte in 2012 viel, lag Ron Fresen met griep op bed. En toen Mark Rutte elf jaar later zijn vertrek uit de binnenlandse politiek aankondigde, moest Wilma Borgman keihard gillen.
Zouden veel mensen dit boeiende informatie vinden? Vermoedelijk niet.
Toch menen beide NOS-journalisten in Het raadsel Rutte de lezer op de hoogte te moeten stellen van hun persoonlijke beslommeringen en opvattingen.
Misschien ook wel begrijpelijk. De twee parlementair verslaggevers hebben jarenlang achter politici aangehold in de hoop op een aardig quoteje. Een nederige, en soms zelfs vernederende, bezigheid. Dus willen ze nu weleens zichzelf in het zonnetje zetten.
In hun boek ontlokten Fresen en Borgman twaalf politici uitspraken over de scheidende premier. Tot hun geluk zat er eentje bij met enige nieuwswaarde. Klaas Dijkhoff onthult dat het aanvankelijk de bedoeling van de VVD-top was dat Jeanine Hennis in 2017 fractievoorzitter zou worden in de Tweede Kamer, om vervolgens Rutte als partijleider op te volgen.
Mark ‘sorry’ Rutte
Nu weten we allemaal dat de Brabantse liberaal van een geintje houdt, maar hier wekt hij toch de indruk een serieus scenario te schetsen. Terwijl praktisch niemand buiten de VVD in Hennis een potentieel krachtdadige, intellectueel sterke en verbaal vaardige leider zag. Toen zij als schutterende minister van Defensie moest aftreden, viel het hele plan in duigen.
Verder bevat Het raadsel Rutte de bekende verhalen. Over een licht autistische controlfreak die zich vastklampt aan bepaalde gewoontes en mensen enorm begint uit te schelden als hij wordt ontregeld, om kort daarna snel lachend zijn excuses aan te bieden. Sorry zeggen, daar is Rutte een meester in.
Maar hij heeft meer deugden die een verklaring bieden voor zijn langdurige premierschap. Zoals een grote geestelijke veerkracht, politieke souplesse en lichamelijke fitheid.
Na veertien jaar in het Torentje komt hij vitaler over dan zijn beoogde opvolger, die al dodelijk vermoeid oogt nog voordat hij aan zijn klus als minister-president moet beginnen.
VVD’ers die het boek van Fresen en Borgman doornemen, zullen zich wellicht afvragen of de volhardende hoofdpersoon een zegen is geweest voor hun partij. Persoonlijke ambitie lijkt voor Rutte vaak belangrijker geweest dan het verwezenlijken van wensen uit het verkiezingsprogramma van de partij die hij heeft gebruikt om macht te veroveren.
Rutte had weinig principes
Veelzeggend is het verhaal van Maxime Verhagen, vicepremier in het eerste kabinet-Rutte. De CDA-leider merkte tijdens de formatie in 2010 dat zijn VVD-collega bij de formatie eigenlijk helemaal geen inhoudelijke eisen stelde.
Nou ja, hij wilde per se een verhoging van de maximumsnelheid naar 130 kilometer. Voor de rest interesseerde het hem, in de woorden van Verhagen, ‘geen donder’, als hij maar premier mocht worden.
Twee jaar later was het van hetzelfde laken een pak. Rutte wilde zo graag in zee met de PvdA dat hij snel allerlei concessies deed. Zoals het inkomensafhankelijk maken van de zorgpremies. Tot zijn grote schrik was het nu een vertrouweling en partijgenoot, Edith Schippers, die wees op het onliberale karakter van dit ‘nivelleringsfeestje’.
Rutte, merkt de PvdA’er Lodewijk Asscher fijntjes op, was nu eenmaal gewend aan VVD’ers die, net als hij, hun principes verloochenden wanneer ze in de buurt van het pluche kwamen.
Vanzelfsprekend waren VVD’ers blij dat ze in 2010 voor het eerst in de geschiedenis een partijgenoot premier zagen worden. Maar dat wil niet per se zeggen dat dit hun partij goed heeft gedaan. Een VVD-premier betekent niet automatisch liberaal beleid.
Bleek profiel
Min of meer objectief bekeken valt de balans ook niet zo gunstig voor de partij uit. In 2003, de laatste verkiezingen voor het leiderschap van Rutte, had de VVD 28 zetels, nu 24. De partij die hij tijdens een van zijn woedeaanvallen beloofde te ‘decimeren’, de PVV, heeft er inmiddels 37.
Verder telde de VVD in 2003 46.391 leden en nu 22.473. De interne democratie in de partij is verzwakt en van een fundamenteel inhoudelijk debat in eigen kring is geen sprake. En het liberale profiel kan niet anders dan bleek worden genoemd.
Het kan zijn dat een flexibele allemansvriend heel geschikt is om coalities met sterk uiteenlopende visies leiding te geven. Maar met zijn machtshonger en opportunisme heeft Rutte zijn eigen VVD vrij veel schade berokkend.