Zonder Tweede Kamer is Nationale Herdenking geen Nationale Herdenking meer

29 juni 2024Leestijd: 2 minuten
Kamervoorzitter Martin Bosma is niet aanwezig bij de Herdenking Slavernijverleden. Beeld: Remko de Waal/ANP

Een geamputeerde Nationale Herdenking Slavernijverleden: dat is de uitkomst van het ‘compromis’ tussen organisator NiNsee en Kamervoorzitter Martin Bosma. Onverteerbaar, vindt Gertjan van Schoonhoven. Beide partijen moeten nog maar eens gaan praten. Daar zijn dit soort tradities voor: ‘heling’.

Het kan best zijn dat NiNsee, organisator van de Nationale Herdenking Slavernijverleden, en Tweede Kamervoorzitter Martin Bosma (PVV) onderling zijn overeengekomen dat Bosma komende maandag 1 juli wegblijft uit het Amsterdamse Oosterpark. De uitnodiging aan hem is in overleg ingetrokken. Een vervanger komt er niet. Maar het resultaat van dit alles is een geamputeerde Nationale Herdenking. Protocollair is het door de afwezigheid van de Tweede Kamer ook helemaal geen Nationale Herdenking meer.

Dat het demissionaire kabinet-Rutte IV liefst tien man en vrouw sterk wél aanwezig is bij de herdenking, verandert daar helemaal niks aan. Wat een Nationale Herdenking tot een Nationale Herdenking maakt, is dat de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer gezamenlijk de Staten-Generaal vertegenwoordigen, in de regel met een gezamenlijke kranslegging.

Bij de twee andere Nationale Herdenkingen die er dit jaar al waren, was dat ook het geval. Zowel  op 4 mei – Nationale Dodenherdenking – als op 28 januari – Nationale Holocaust Herdenking – legden de beide voorzitters gezamenlijk een krans. Jan Anthonie Bruijn (VVD) namens de Eerste Kamer, Martin Bosma (PVV) namens de Tweede Kamer.

Bruijn legt alleen namens Eerste Kamer een krans

Woordvoerster Irene Start van de Eerste Kamer bevestigt aan EW dat voorzitter Bruijn anders dan Bosma maandag wel aanwezig is bij de Nationale Herdenking Slavernijverleden en daar ook een krans legt. Maar dat doet hij nadrukkelijk alleen namens de Eerste Kamer. Dat is een unieke situatie. Voor zover bekend is het in elk geval in de recente geschiedenis de eerste keer dat bij een Nationale Herdenking niet beide Kamervoorzitters aanwezig zijn. Daarbij schrijnt het des te meer dat de enige direct gekozen volksvertegenwoordiging – de Tweede Kamer dus – schittert door afwezigheid.

Ook bij de Nationale Herdenking 15 augustus 1945 – het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog – zijn altijd de beide Kamervoorzitters aanwezig. Samen vertegenwoordigen zij de Staten-Generaal. Ook bij de komende editie is dat volgens de website van de organisatie het geval. Bij alle, circa tien Nationale Herdenkingen die er jaarlijks zijn, is dit protocol: beide voorzitters.

NiNsee én Kamervoorzitter Bosma moeten dus nog maar eens om de tafel. Dat de eerdere uitspraken van de laatste over slavernij en het herdenken daarvan gevoelig liggen bij de achterban van de eerste, is begrijpelijk. Maar een Nationale Herdenking is een Nationale Herdenking. Heling en verzoening zijn belangrijke functies van tradities als deze. Door de uitnodiging aan Bosma in te trekken, laat NiNsee een mooie kans op verzoening lopen.

Schrijf u in voor onze middagnieuwsbrief

Met de gratis nieuwsbrief EW middag wordt u dagelijks bijgepraat met commentaren en achtergronden bij de belangrijkste nieuwsverhalen.