Een fascist die een verkiezing in Duitsland wint: ‘What could possibly go wrong?’

26 september 2024Leestijd: 3 minuten

Het is belangrijk om niet lichtzinnig om te gaan met woorden als ‘extreem-rechts’ en ‘fascist’, schrijft Mark Thiessen. Maar ze moeten geen taboe zijn.

Er waait een gure wind door Duitsland. In mei publiceerde de Duitse overheid een rapport over extremisme. Er werden in 2023 ongeveer 1.270 gevallen van ­extreem-rechts geweld geregistreerd, een toename van 13 procent. Het aantal racistische en xenofobe misdrijven steeg tot meer dan 10.400 in dezelfde periode, een toename van 39 procent. Politici krijgen steeds vaker te maken met extreem-rechts geweld, net als immigranten. Extreem-rechts wordt door de Duitse minister van Binnenlandse Zaken Nancy Faeser inmiddels als een even grote bedreiging voor de democratie gezien als islamitisch extremisme.

De politieke macht van extreem-rechts groeit in Duitsland. In Brandenburg verloor de AfD nipt de verkiezingen. Bij de verkiezingen in Thüringen won de AfD reeds, met 32,8 procent van de stemmen. Volgens een Duitse rechterlijke uitspraak uit 2019 mag de leider van de AfD in Thüringen – Björn Höcke – een fascist worden genoemd, omdat dit ‘een verifieerbaar feitelijke basis’ heeft.

De vraag wanneer je iemand een fascist mag noemen, is weer actueel. Het is een vraag die tot grote zorgvuldigheid verplicht. De term ‘fascist’ is zo beladen en het gebruik ervan zo belangrijk, dat je heel precies moet zijn wanneer je hem gebruikt. Gebeurt dat niet, dan verliest het woord zijn waarde.

Dat is gevaarlijk, want een woord als ‘fascist’ is een waarschuwing. Dat is ook het belangrijkste argument om het te blijven gebruiken. Wanneer we het niet meer gebruiken, dan kunnen we niet meer waarschuwen. En als er iets is waar we altijd voor moeten waarschuwen, dan is het fascisme. Van fascisme weten we: het kent altijd een slechte afloop. Het is krachtig genoeg om de donkerste kanten van de mens naar boven te brengen. Het vernietigt wat goed is.

Context

Fascisme heeft een aantal kenmerken. Zo is het autoritair, ­antidemocratisch, antiliberaal en extreem-nationalistisch, en draagt het altijd een dreiging met geweld met zich mee. De superioriteit van eigen natie of volk wordt afgezet tegen de ­veronderstelde minderwaardigheid van de ander, vaak immigranten.

Er hoort ook een bepaalde historische context bij. Het oorspronkelijke fascisme kwam op in een tijd waarin miljoenen getraumatiseerde en aan geweld gewende loopgraafveteranen in Europa leefden. Die context is er nu niet en het karakter van het 21ste-eeuwse fascisme zal dan ook anders zijn.

Associaties met fascisme en extreem-rechts zijn de afgelopen decennia vaak lichtzinnig gebruikt. Pim Fortuyn werd vergeleken met Eichmann, Mussert en Mussolini, terwijl hij in het geheel niet voldoet aan de kenmerken van een fascist. Ook anderen – vaak aan de rechterzijde – zijn onterecht geassocieerd met fascisme en met extreem-rechts. Zo is er begripsinflatie ontstaan. Er is te vaak ‘Wolf!’ geroepen, en wanneer de wolf er dan daadwerkelijk is, luistert niemand meer.

Wie dan wel?

Toen Thomas Haldenwang, hoofd van de Duitse inlichtingendienst, werd gevraagd of Höcke een rechtse extremist is, antwoordde hij: ‘Björn Höcke is dé rechtse extremist.’ Höcke verscheen onlangs nog voor de Duitse rechter voor het gebruik van nazislogans, direct te herleiden tot Hitler, de SS en de SA. Höcke voert campagne tegen het Holocaustmonument in Berlijn. Hij omringt zich met neonazi’s.

Iemand als Höcke zal nooit zelf toegeven fascist te zijn en dat maakt het lastig om met zekerheid vast te stellen of hij het is, ook al voldoet hij aan schrikbarend veel van de kenmerken. Maar misschien stellen we onszelf wel de verkeerde vraag. Dus niet: mogen we Höcke een fascist noemen? Maar: wanneer we zelfs Höcke geen fascist mogen noemen, wie dan wel?

Het is belangrijk om precies en niet lichtzinnig om te gaan met woorden als ‘extreem-rechts’ en ‘fascist’. Maar ze moeten geen taboe zijn. Wanneer de wolven er zijn, moeten we ze wolven noemen. Anders kunnen we niet meer waarschuwen. Bijvoorbeeld voor wat er gebeurde bij de verkiezingen in Thüringen. Was het de rechtse populist Björn Höcke die won? Of de fascist Björn Höcke? Het laatste doet meteen de alarmbellen rinkelen. Een fascist die een verkiezing wint in Duitsland: what could possibly go wrong?