Als niemand vecht, gaat het liberalisme kopje onder

04 september 2024Leestijd: 3 minuten

Mark Thiessen maakt zich zorgen over liberale waarden.

Recent werd mij verteld over een vergadering van liberalen in Brussel in 2019, waar de koers naar de kiezer werd besproken. Iemand stelde voor om te laten zien dat liberalen klaar waren om te vechten voor wat ze belangrijk vinden. Een van de aanwezigen keek op en zei: ‘Liberalen vechten niet.’ Iedereen knikte. Het idee was van ­tafel.

In vrijwel heel Europa zitten liberalen in de verdrukking. In Frankrijk werd Emmanuel Macron verslagen. In Vlaanderen werd Open VLD gemarginaliseerd. In Duitsland flirt de FDP met de kiesdrempel.

Het verhaal waarmee liberale partijen naar de kiezer gaan, is onduidelijk. Ze lijken vergeten wat voor liberalen echt van belang is. Je ziet het bij VVD, waar een deel van de aanhang onpasselijker wordt van ‘links’ klimaatbeleid dan van directe aanvallen op onze democratie en vrijheden door de PVV. Je ziet het bij D66, waar een meerderheid van de leden hoofddoeken bij de politie wil toestaan, in weerwil van de scheiding tussen kerk en staat en vergetend dat mensen vrij zijn om hun religieuze keuzes te maken, maar dat bij keuzes ook consequenties horen.

Die twee van oudsher liberale Nederlandse partijen illustreren wat er gebeurt in heel Europa. Er wordt van diverse kanten aan ze getrokken. De ene groep wordt meegesleurd door het (radicaal-rechtse) populisme. De andere door linkse identiteitspolitiek. Nog een andere is in een ketel met technocratie gevallen. Stuk voor stuk verliezen ze het zicht op hun eigen waarden.

Het is een omkering van wat er de afgelopen decennia gebeurde. Toen domineerden liberale woorden, verhalen en thema’s de Europese politiek. Andere stromingen – zoals de conservatieven en de sociaal-democraten – speelden leentjebuur. Zij zagen het succes, kopieerden het en verloren hun eigen waarden daarbij uit het oog.

Vreemde gewaarwording

Nu zijn het de liberalen die leentjebuur spelen. Ze hebben het niet meer over de onvoorstelbare kracht van de vrije samenleving, maar over hoe stom ze immigratie vinden. Of ze hebben de liberale strijd voor emancipatie zo vernauwd, dat die niet langer gaat over gelijke uitgangspunten voor iedereen, maar over wie naar welke wc mag.

Het is een vreemde gewaarwording. Het verhaal dat onze westerse samenlevingen de afgelopen 250 jaar heeft gevormd, wordt door zijn eigen vaandeldragers niet meer verteld. Je zou er geen kiezers meer mee winnen. Door zijn eigen succes overbodig gemaakt. Maar het is juist dat verhaal dat nu hard nodig is. De politieke strijd van de komende jaren gaat tussen de extremen en de redelijken. Tussen vrijheid en onvrijheid. Vrijwel alle liberale verworvenheden staan onder druk. Vrijheid van meningsuiting. Vrijheid van religie. Democratie. Gelijkwaardigheid. ­Tolerantie. Persvrijheid. Noem maar op.

In Amerika weten ze dit, want daar staat alles nog meer onder druk. Ik zag een campagnefilm van de Amerikaanse Democraten in aanloop naar hun conventie. De film ademt strijdbaarheid. Zindert van zelfvertrouwen. Vrijheid is het woord dat centraal staat. De vrijheid om jezelf te zijn. Om je eigen keuzes te maken. De vrijheid die het zelfvertrouwen geeft om de toekomst te vormen.

Zij wel

De Democraten bestaan net als de Republikeinen uit een mix van ideologische invloeden. Maar als je die video ziet, dan weet je: er zitten daar liberalen die nog weten wat belangrijk is. En die daarvoor willen vechten. Zij wel.

Dat is wat in Nederland en de rest van Europa ook nodig is. Liberalen moeten ophouden met leentjebuur spelen bij anderen en terugkeren naar hun eigen verhaal. Het is het mooiste verhaal dat is verteld. Over vrijheid, vooruitgang en ongekende mogelijkheden. Het bevrijdde ons van onderdrukking en onderwerping. Zonder de opkomst en overwinning van dat verhaal sinds de achttiende eeuw hadden we nu nog steeds honger, gingen we veel jonger dood, waren we dommer, minder welvarend en afhankelijk.

Het stelde de mensheid in staat haar donkere kanten te overwinnen en boven zichzelf uit te stijgen. Dat verhaal vormde onze wereld en onze manier van leven.

Als dat niet iets is om voor te vechten, wat dan wel? De Amerikaanse Democraten gebruiken in hun film de slogan ‘When we fight, we win’. Zij zien wat er op het spel staat. Dat daarvoor moet worden gevochten. En dat winnen de enige acceptabele uitkomst is. De Europese liberalen moeten daarvan leren. En snel.