Omtzigt heeft nu zelf een kabinet gemaakt en is daardoor medeplichtige, zo niet verrader geworden

Martin Sommer

Steeds vaker wordt bij ziekte de eigen verantwoordelijkheid genegeerd. Politici links en rechts doen daaraan mee. Maar de overheid kan niet alle leed goedmaken, schrijft Martin Sommer.

Ik moest bij de huisarts zijn voor een prik. Het was de eerste werkdag na de vakantie en ik vroeg de assistente of het druk was. Ze barstte meteen los. De telefoon stond niet stil. De wissewasjes waarover ze bellen tegenwoordig. Laatst vroeg iemand haar of ze zijn bsn wist. Ze zei terug of hij soms ook wilde weten hoelang je bloemkool moet koken. Dat was toch niet zo toen wij jong waren? Nee, dat kon ik beamen. Als wij een beetje koorts hadden, kregen we een aspirientje en hup, naar school. Zou het woord schoolziek nog bestaan? Dat heb ik al jaren niet gehoord.

De mensen zijn niet zo leuk, zei mijn vrouw, die er kijk op heeft. De dokter is overal goed voor. Gezondheid in de ruimste zin is een sociale eis geworden, en nodigt bepaald niet uit tot ­tegenspraak. Ook niet van de dokter. Er schijnt een nieuwe toeslagenaffaire te zijn, ditmaal bij de uitkeringsinstantie UWV, die aan de langdurig zieken te veel of juist te weinig heeft betaald. Op de radio vertelde een mevrouw die 1.200 euro te veel had gekregen, dat ze het UWV daarover had gebeld. Het UWV zei dat het zou worden verrekend, maar dat liet op zich wachten. Toen ze het geld had opgemaakt, kwam alsnog de rekening. En nu jammerde ze op de radio, unisono met de voorzitter van de Cliëntenraad, dat ze ‘een gedupeerde’ was.

De radioverslaggever vroeg niet waarom ze die 1.200 euro niet apart had gezet. De burger is een gedupeerde geworden. De politiek, links of rechts, wil zijn stem en zal hem niet weerspreken. De journalistiek evenmin. Van de Toeslagenaffaire kan niemand genoeg krijgen, er is nu ook een toneelstuk van gemaakt. Links is klasse, achterstelling dus, en zo is gezondheid óók klasse geworden. De armen leven zeven jaar korter dan de rijken. Ze leven natuurlijk uitermate ongezond, maar hebben daar zelf kennelijk part noch deel aan. Op vakantie zag ik hoe de Franse onderklasse weer dikker was geworden. Zomerkleren zijn meedogenloos.

In mijn krant stond vorige week een groot stuk over ‘vollere’ modellen die nu populair zijn op de catwalk. De NOS sprak van ‘plus-size modellen’. Taal is sociaal en dus onthullend over taboe of voorschrift. Voller is vooral niet dikker, stel je voor. Wie dik zegt, maakt zich schuldig aan fatshaming. En dus vindt links dat de dikkerds het slachtoffer zijn van het neoliberalisme. Er moet van alles worden verboden, geen Marsen meer bij de kassa en de bedrijven hebben het gedaan. Rechts is niet wezenlijk beter. Weliswaar mag ter rechterzijde iedereen nog zijn gehaktbal eten, De Telegraaf maakte daarvan zelfs een cultuuroorlog, maar de eigen verantwoordelijkheid is net zo ver te zoeken. Fleur Agema van de PVV ageerde in haar vorige rol gezusterlijk met de SP tegen de bezuinigingen in de zorg. Die bezuinigingen waren er niet, en dat de zorgbegroting alle andere posten in de schaduw stelt, zegt alles over politieke prioriteiten.

Belediging

Arnon Grunberg schreef in de Volkskrant een stuk over het boek van J.D. Vance, Hillbilly Elegy, nu weer actueel omdat Vance de running mate van Donald Trump is geworden. Ik las dat boek een paar jaar geleden en was onder de indruk van de rafelige levens die hij beschreef, vergeten door links én door rechts. Niettemin slaagde Vance erin zich aan het leven van white trash te ontworstelen en het te schoppen tot vicepresident in spe. Vance schrijft ergens dat opwaartse sociale mobiliteit meebrengt dat je oude leven op zijn best achterhaald en op zijn slechtst ongezond was. Het bracht Grunberg tot de vaststelling dat sociale stijging kan worden samengevat als gezonder leven. Dat kan iedereen om zich heen zien en daarmee is een slechte gezondheid inzet geworden van rancune. Ze moeten mij hebben en ik kan er niks aan doen.

Ziekte was vroeger een speling van het lot, nu een belediging die moet worden uitgewist. Alleen al de dreiging van ziekte is een schandaal. Wekelijks komen op het tv-journaal de toxicologen voorbij, die met zorgelijke gezichten de PFAS of de paks in de lucht of de rivieren bespreken. We zijn nu nog niet ziek, maar het kan niet lang meer duren. Geen wonder dat het de huisarts en het ziekenhuis over de schoenen loopt. Alle pogingen om de kosten van de zorg binnen de perken te houden, zijn mislukt. Fleur Agema moest in haar nieuwe rol als minister erkennen dat ze de sluiting van een streekziekenhuis in Heerlen niet kon tegenhouden. Het was onbetaalbaar. En dat was niet het enige inzicht dat de werkelijkheid in petto had. Ook een verbod op private zorg, in haar vorige leven hartstochtelijk bepleit, zou leiden tot forse problemen. De minister zag ervan af.

Mijnwerkershelm van opa

Ditmaal was het Frans Timmermans (PvdA), voorheen minister in het radicaalst bezuinigende kabinet van na de oorlog, die de demonstrerende troepen tegen de zorgverschraling aanvoerde. Fascinerende omkering van rollen. Zijn voormalige collega-Kamerlid Lea Bouwmeester (PvdA) had een advies geschreven om de spoedeisende hulp en de intensive care te verhuizen naar Sittard. Er kwam een protestmars in het teken van de klassenstrijd. Betogers droegen de mijnwerkershelm van hun opa om te herinneren aan de achterstelling van Heerlen en omgeving.

Oud-minister Piet Hein Donner heeft altijd gezegd: haal de PVV in de regering, dan maakt die kennis met de beperkingen van wat politiek vermag. Hij haalt nu zijn gelijk. Agema is slechts één voorbeeld van het inzicht dat niet alle leed kan worden goedgemaakt. Besturen blijkt een taai ongerief en een ontmoeting met de tragiek van het leven – die onvermijdelijk de kop opsteekt bij ziekte en dood. Het eerste slachtoffer van dat besef is Pieter Omtzigt. Zijn heldendom was gebouwd op de eenzame strijd tegen de powers that be. Maar de woordvoerder van de slachtoffers heeft nu zelf een kabinet gemaakt en is daardoor medeplichtige, zo niet verrader geworden. Omtzigt kon dat niet verwerken en meldde zich ziek. Ook daarin bleef hij een rolmodel van de moderne burger.