Het is heel goed dat de gemeente Staphorst zichzelf aanbiedt voor uitbreiding munitiedepot. Dat schrijft Gertjan van Schoonhoven.
Dat in het overvolle Nederland ook de krijgsmacht in deze oorlogszuchtige tijd extra ruimte nodig heeft, is overduidelijk heel erg wennen. Wie de zoektocht van Defensie naar extra locaties voor oefeningen en grootschalige munitieopslag de afgelopen maanden heeft gevolgd in de media, zag vooral beelden van bezorgde en boze bewoners. Nee, niet hier!
Begrijpelijk. De uitdrukking ‘not in my backyard – niet in mijn achtertuin’ is in dit geval vaak letterlijk aan de orde. Op sommige potentiële locaties moeten er huizen worden gesloopt om veilige opslag van munitie te garanderen. Individueel belang moet daar wijken voor collectief belang, en dat schuurt. Defensie spreekt in een nota van veel ‘zorg, weerstand en emotie’ bij bewoners.
Maar de militairen moeten érgens oefenen, de patronen érgens liggen. Gelukkig voor het (inter)nationaal belang kreeg Defensie ook positieve reacties. Staphorst bood zichzelf aan als potentiële plek voor grootschalige munitieopslag; een bestaande locatie moet daarvoor fors worden uitgebreid. Er komt nog een ‘informatiebijeenkomst’, maar vooralsnog is dit het goede voorbeeld. Met Staphorst win je de oorlog.