Kerncentrales bouwen is duur en gaat langzaam

De kerncentrale van Doel, bij de Vlaamse havenstad Antwerpen. Foto: ANP

Het zou zomaar eens kunnen dat kernenergie hooguit een kleine rol blijft spelen in het Nederlandse energiesysteem. Dat schrijven Bernard ter Haar, Heleen de Coninck, Maarten Hajer en Rens van Tilburg in een ingezonden opinie.

Recent hield Simon Rozendaal in EW een hartstochtelijk pleidooi voor kernenergie. Volgens hem zijn bijna alle bèta het met hem eens. Nu wagen de bèta’s onder ons dat te betwijfelen. Bèta’s beoordelen technologie op basis van merites in hun context. Dan kunnen wij niet anders dan concluderen dat er een grote kans bestaat dat kernenergie hooguit een kleine rol in het Nederlandse energiesysteem blijft spelen.

Lees hier het pleidooi van Simon Rozendaal: Waarom Nederland er verstandig aan doet om vier extra kerncentrales te bouwen

Wie een goede afweging wil maken, moet naar het hele energiesysteem kijken en niet naar een enkele individuele energiebron. Systeemdenken vraagt juist om de bundeling van kennis van diverse disciplines, naast de bèta-kennis over technologische mogelijkheden ook kennis over de ruimtelijke inplanning en economie.

Nederland is bezig aan een grote transformatie van het energiesysteem, om ons land in 2050 klimaatneutraal te maken. Een doel dat ook Rozendaal niet ter discussie stelt, belangrijk als het is om de zeespiegelstijging tegen te gaan voor het laaggelegen Nederland en andere klimaatgevolgen te beperken.

Die transformatie is een mega-operatie. Niet alleen moet de energieproductie op een andere leest geschoeid, ook het energiegebruik moet grotendeels van fossiele energiedragers naar schone energiedragers worden omgezet. Hierin staat elektriciteit centraal. Geen expert betwist nog dat die elektriciteit in het nieuwe energiesysteem grotendeels opgewekt zal worden met zon en wind. Variabele bronnen van elektriciteit worden hoe dan ook de komende jaren de basis van het uitdijende elektriciteitssysteem van Nederland.

Robuust systeem kan niet met zon en wind

De wereld van een gecentraliseerd elektriciteitssysteem waarin kernenergie een nuttige bijdrage kan leveren, bestaat niet meer. De kosten van wind en zon liggen nu ver onder die van andere bronnen en overal ter wereld komt dat tot uitdrukking in de opbouw van nieuwe productiecapaciteit. Dit jaar komt er per dag meer dan 1 gigawatt aan zonne-energie bij, evenveel als één grote kerncentrale.

Maar een robuust energiesysteem kan niet alleen draaien op zon en wind, omdat de fluctuaties in de beschikbaarheid daarvan te groot zijn. De logische vraag is dan of nieuwe kerncentrales een nuttige en efficiënte aanvulling kunnen zijn op dat duurzame en robuuste nieuwe energiesysteem, of dat we beter kunnen inzetten op goede opslag, flexibele vraag, andere duurzame bronnen en goede import- en exportvoorzieningen.

Het lijkt logisch dat je een achtervang als kernenergie nodig hebt voor als de wind niet waait en de zon niet schijnt, maar juist een kerncentrale, moeilijk op en af te regelen, heeft hier moeite mee, ook economisch.

De opbouw van dit nieuwe energiesysteem vergt jaarlijkse investeringen van tussen de 20 en 25 miljard euro. Daar staat overigens een reductie van de import van energie van een vergelijkbare omvang tegenover. Zulke investeringen vragen zorgvuldige beleidsvoorbereiding en besluitvorming. Een zorgvuldig besluit vraagt realisme, een deugdelijke integrale planning, betrouwbare en inzichtelijke systeemmodellen die timing, kosten en robuustheid in kaart brengen, een ruimtelijke afweging, een beoordeling van beschikbare bouw- en arbeidscapaciteiten, en flexibiliteit om tijdig te kunnen inspelen op veranderingen in de vraag, de internationale marktontwikkelingen of nieuwe technologische mogelijkheden.

Transportbelasting

De aanname van het vorige kabinet dat in 2035 twee nieuwe kerncentrales zouden kunnen draaien, was wensdenken en daarmee een valse start. Alle deskundigen die ervaring hebben met ruimtelijke planning en grote investeringsprojecten, achten een periode van twintig jaar voor inpassing en bouw van een kerncentrale veel realistischer. Alleen al het vergunningentraject voor een transformatorstation in het elektriciteitsnetwerk kost in Nederland al gauw zes jaar. Dat is een standaardinstallatie, een kerncentrale is dat bepaald niet.

Kerncentrales stellen hoge eisen aan de locatie in termen van ruimte, beschikbaarheid van water en uiteraard veiligheid. Voeg daarbij dat we voor de bouw volledig afhankelijk zijn van het buitenland. In Nederland is daarvoor niets en niemand beschikbaar. Dat betekent een zware transportbelasting en de langjarige inzet van duizenden dure buitenlandse specialisten, die ook allemaal gehuisvest moeten worden. Het vinden van locaties waar zowel de tijdelijke als permanente belasting voor de regionale bevolking acceptabel is, lijkt in Nederland een bijna onmogelijke uitdaging.

Een systeembenadering helpt ook bij het bepalen van het economisch optimum. Het probleem in het debat is dat de huidige systeemmodellen geen eenduidig beeld laten zien van hoe een kostenefficiënt, duurzaam energiesysteem in Nederland eruit zou kunnen zien en wat de rol voor kernenergie daarbinnen kan zijn. Die rol is sterk afhankelijk van prijsontwikkelingen en tal van andere aannames in deze modellen. De trend in de prijsontwikkelingen pakken nu negatief uit voor de betaalbaarheid van kernenergie, en positief voor de alternatieven.

Bij energieopslag, bijvoorbeeld, is nu sprake van razendsnelle innovatie en kostendalingen. Kernenergie scoort op basis van ervaringen niet goed. De recent in gebruik genomen kerncentrale in Finland kostte bijvoorbeeld uiteindelijk 11 miljard euro in plaats van de begrote 3 miljard. Bovendien blijkt de ontwikkeltijd steeds veel langer dan gepland.

Door de hoge ontwikkelingskosten en lange bouwtijd is een kerncentrale, in tegenstelling tot hernieuwbare energie en energieopslag, niet via de markt te financieren. Er zullen daarom alleen kerncentrales  worden gebouwd als de overheid meefinanciert en van te voren prijsgaranties biedt. In feite is een blanco cheque nodig die groot genoeg kan worden om een flink gat te slaan in de schatkist.

Vrije markt

Maar nog afgezien daarvan zal de aangekondigde komst van kerncentrales investeerders in andere duurzame energiebronnen en innovatieve technieken ook afschrikken. Hun elektriciteit zal in de toekomst immers moeten concurreren met de door de overheid zwaar gegarandeerde kernstroom. Hoe die overheidsconcurrentie past in de vrije energiemarkt, is nog een raadsel.

Het is bijzonder dat juist de VVD, traditioneel toch de grootste voorstander van de vrije markt, zich op dit moment als grootste voorvechter van kernenergie opwerpt, bij uitstek de staatsenergievorm. Een keuze voor een centraal systeem in een tijd waar de innovatie en de markt zich concentreren op decentrale energievormen.

De tijddimensie is ook belangrijk. Als een nieuwe kerncentrale ergens in de jaren veertig in gebruik genomen kan worden, moet het nieuwe elektriciteitssysteem al jaren robuust draaien; dat moet in de analyse van onder andere het vorige kabinet namelijk al in 2035 al CO2-neutraal zijn. Alle elementen van een robuust systeem gebaseerd op vooral zon en wind, moeten dus dan al aanwezig zijn.

Ook na 2035 blijft flexibiliteit van het energiesysteem een belangrijk aspect. Je wilt adequaat kunnen inspelen op mogelijkheden van nieuwe technieken en de internationale markt, maar ook op ontwikkelingen in de energievraag in Nederland. Er bestaan bijvoorbeeld op dit moment grote verschillen van inzicht hoe de energievraag van de Nederlandse bulkindustrie zich zal ontwikkelen.

Industrie die is afgekomen op het goedkope gas en de gemakkelijke aanlanding van fossiele brandstoffen, maar nu ziet dat deze voordelen wegvallen en de energieprijzen in andere werelddelen en EU-lidstaten structureel lager liggen. De lange plannings- en bouwtijd van kerncentrales beperkt de flexibiliteit om de systeemtransformatie aan te passen aan nieuwe inzichten.

De miljarden voor een nieuwe centrale zijn nog lang niet uitgegeven, en dat is maar goed ook. Voordat we tientallen miljarden aan belastinggeld investeren moet niet alleen een nuchtere bèta, maar elke Nederlander een helder antwoord willen hebben op de vraag of het wel past in het toekomstige energiesysteem. Ondanks het voordeel dat kernenergie continu kan draaien, zien wij geen realistische manier waarop dat het geval is.

Schrijf u in voor onze ochtendnieuwsbrief

Abonneer u op de gratis nieuwsbrief EW Ochtend en start de dag scherp met de belangrijkste artikelen over politiek, economie en buitenland.