Nederland, stop met doen alsof tabellen en statistieken het einde van elke discussie zijn

Nederlanders verliezen zich in het immigratiedebat constant in tabellen en grafiekjes. Alsof die neutrale, feitelijke informatie zouden bieden, schrijft Zihni Özdil.

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: welgeteld vijf witte mannen – drie wetenschappers, een journalist en een statisticus – vliegen elkaar al wekenlang in de haren.

Op X en in de Volkskrant hebben ze, in algemeen beschaafd allochtoons gezegd, fittie over de vraag of migranten geld kosten of juist geld opleveren.

De witte mannen die vinden dat kleurlingen, excuus, migranten geld kosten, rekent links tot het (extreem-)rechtse kamp.

De witte mannen die vinden dat kleurlingen, excuus, migranten geld opleveren, rekent rechts tot het (extreem-)linkse kamp.

Hun onderlinge debat is een oorlog waarin ze onophoudelijk cijfertjes, sommetjes en tabelletjes op elkaar afvuren. Ze zijn inmiddels zover dat ze elkaar betrappen op het al dan niet opzettelijk negeren van uitsplitstabellen.

‘Welk uitsplitstabel klopt?’ is blijkbaar de prangende vraag voor de crème de la crème van het Nederlandse publieke debat over kleurlingen, excuus, migranten.

Mijn vaders saldo was negatief

Voor alle duidelijkheid: ik heb niks persoonlijks tegen de betreffende heren. Ze bedoelen het allemaal goed. En het venijn waarmee ze cijfertjes naar elkaar toe gooien, heeft ook wel iets aandoenlijks.

Tegelijk is de weg naar de hel geplaveid met goede bedoelingen.

Niemand in Nederland stelt de vraag: wacht eens even jongens, welk pad zijn jullie aan het bewandelen, als jullie gaan berekenen of groepen mensen geld kosten of geld opleveren?

Wat is de volgende stap? Je kunt elke groep wel selecteren. Neem tachtigplussers. Leveren ze nog wel geld op na die leeftijd? Of kosten ze geld? En wat als het je lukt om dat precies uit te rekenen? Wat is dan de consequentie?

Tel daarbovenop het hardnekkige Nederlandse misverstand dat sommen en statistieken neutraal zouden zijn.

Nee.

Ze zijn altijd subjectief. Want per definitie moet je criteria uitkiezen om je sommetje te kunnen maken.

Stel: je kijkt naar de vraag of een migrant uiteindelijk meer belasting uit werk betaalt dan dat hij een uitkering ontvangt.

Laten we mijn vader nemen. Na enkele jaren fabrieksarbeid, besloot hij in de jaren tachtig dat hij wilde studeren. Jarenlang leefden we van de uitkeringen, terwijl mijn pa aan de hbo een lerarenopleiding deed. Vervolgens werkte hij voornamelijk voor een buitenlandse instelling. Waardoor hij geen belasting afdroeg aan Nederland.

Volgens het onophoudelijke sommetjes-gekissebis dat in Nederland voor migratiedebat moet doorgaan, is het saldo van mijn vader dus negatief. En is de implicatie dat hij nooit had moeten worden binnengelaten.

Doodmoe van bekvechtende witte mannen

Zonder valse bescheidenheid werp ik mezelf, Zihni, naar voren als bewijs voor hoe krankzinnig dit soort gecijfer is. Geen som of uitsplitstabel houdt rekening met de kinderen en kleinkinderen van immigranten, die misschien juist ontzettend veel opleveren. Daarmee bedoel ik ook de winst van zaken die je niet aan een cijfer kunt ophangen, maar een land ontzettend veel kunnen opleveren.

Van culturele verrijking – tenzij u het erg jammer vindt dat de Nederlandse keuken door immigratie de sperziebonen en aardappelen is ontgroeid – tot de soft power van een dynamisch land dat internationaal weet te opereren door interne gewenning aan diversiteit.

Met de Verenigde Staten als grootste voorbeeld.

Daarom word ik doodmoe van telkens maar weer die saaie witte mannen in ons land die onderling bekvechten over wiens rekenmachine het beste werkt inzake de kosten en baten van kleurlingen, excuus, migranten.

We schieten ons met dit kleinburgerlijke kortetermijn-gereken zo hard in de voeten. En het lijkt er niet op dat onze experts dit zelfs maar beginnen te snappen.

Weet u, ik bedenk me net iets. Wat zijn eigenlijk de kosten van een onverbeterlijke boekhouderscultuur waarin mensen niet verder komen dan steeds maar weer zich verliezen in cijfertjes en statistiekjes, zonder enig oog voor de hogere doelen van het landsbelang – die je alleen kunt waarmaken als je je hoofd uit je miezerige excelsheet durft te halen?

Kan iemand dat voor me uitrekenen?

Graag heel precies.

Met de juiste uitsplitstabellen erbij.