Voorstanders van de vrijheid van meningsuiting mogen zich wel wat drukker maken over de rechtszaak tegen Pepijn van Houwelingen. Het FVD-Kamerlid dreigt te worden veroordeeld omdat hij olie op het vuur gooit. Wat een politicus best mag doen, schrijft Gerry van der List.
Het had voor de hand gelegen dat de rechtszaak veel aandacht had gekregen van de voorstanders van vrijheid van meningsuiting. Het is namelijk nogal wat dat het Openbaar Ministerie strafmaatregelen eist tegen een Kamerlid vanwege een oprisping op sociale media. Maar de berichtgeving over het proces tegen Pepijn van Houwelingen had vooral een meewarig karakter. Goed dat zo’n gekke FVD’er wordt aangepakt, dat was een beetje de ondertoon. Toch gaat het om een principieel belangrijke kwestie.
Aanleiding voor het proces was een bewerkte foto die Van Houwelingen twee jaar geleden op Twitter plaatste. Daarop te zien was hoe de toenmalige ministers Ernst Kuipers (D66) en Karien van Gennip (CDA) een nazivlag hesen. Het was een verwijzing naar een foto waarop zij vrolijk met een vlag van de SDG’s (Sustainable Development Goals) in de weer waren. Van Houwelingen wilde op deze naar eigen zeggen ‘ludieke’ manier de kwaadaardigheid van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties aan de kaak stellen. De bewindspersonen vonden dit niet zo ludiek en deden aangifte.
Pepijn van Houwelingen: ‘politiek gemotiveerde vervolging’
Het is duidelijk dat de tweet van Van Houwelingen van een ernstig gebrek aan goede smaak getuigde. Verwijzingen naar het naziverleden leveren sowieso praktisch nooit een waardevolle bijdrage aan een publiek debat. Zeker een volksvertegenwoordiger zou dat moeten beseffen.
Maar de vraag is of Van Houwelingen inderdaad 450 euro boete wegens belediging zou moeten betalen voor zijn smakeloosheid, zoals het OM eist. Het verweer van het Kamerlid op 7 oktober tijdens de zitting in de Haagse rechtbank deed in elk geval sterk aan. Hij legde uit dat zijn post politiek onhandig was, maar dat het absoluut niet om een ‘nazitweet’ ging, zoals steeds is beweerd. Het nazisme werd immers niet gepropageerd, het hakenkruis op de foto diende om het vermeende totalitaire karakter van de SDG’s te illustreren.
Van Houwelingen sprak van een ‘politiek gemotiveerde vervolging’ en van het meten met twee maten. Toen de NRC hem als een bruinhemd tekende en daartegen aangifte werd gedaan, seponeerde het OM de zaak omdat politici tegen een stootje zouden moeten kunnen. Maar dat geldt dan ook voor de ministers Kuipers en Van Gennip, merkte Van Houwelingen terecht op.
De argumentatie van de officier van justitie klonk minder overtuigend. De tweet van Van Houwelingen zou ‘onnodig grievend’ zijn geweest en olie op het vuur hebben gegooid. Alsof je van politici kunt en mag eisen dat ze vuurtjes blussen en hun dwarse mening voor zich houden.
Rechtszaak speelt FVD in de kaart
Ook critici van Forum voor Democratie zouden moeten inzien dat zo’n rechtszaak die partij alleen maar in de kaart speelt. Van Houwelingen maakte er, net zoals zijn eerder voor opruiing veroordeelde fractiegenoot Gideon van Meijeren, een hele show van, met enthousiast voor hem klappende fans op de publieke tribune. Hij kon zich opwerpen als martelaar voor het vrije woord en de indruk wekken dat ‘de elite’ andersdenkenden de mond wil snoeren.
Verder is het bestraffen van polariserende tweets, hoe overdreven en onsympathiek deze ook mogen overkomen, juridisch uiterst dubieus. Het is ronduit gevaarlijk als politici in een intimiderend proces via het strafrecht tot de orde worden geroepen omdat ze onrust in de samenleving zouden aanwakkeren. Maandag 21 oktober doet de rechtbank uitspraak. Voorstanders van de vrijheid van meningsuiting kunnen alleen maar hopen op vrijspraak voor Van Houwelingen.