Een zelfverzekerde premier Schoof kondigde in het debat over de Jodenjacht in Amsterdam een hardere aanpak van antisemitisme aan. Het debat was ook een echo uit het verleden over een verdeelde samenleving, schrijft Carla Joosten.
Relschoppers met een dubbele nationaliteit lopen straks mogelijk het risico dat hun Nederlandse paspoort wordt afgepakt. Dat kan bij wie zich schuldig maakt aan terreur. Volgens premier Dick Schoof is het voorstelbaar dat grof geweld, opjagen, angstzaaien en straatterreur sowieso kunnen worden gerekend tot ‘terrorisme’. Reden voor het kabinet om te onderzoeken of antisemitisme en discriminatie inderdaad moeten kunnen leiden tot intrekking van het Nederlanderschap.
Schoof kondigde die harde lijn aan in het debat over de Amsterdamse rellen van donderdag 7 november, die internationaal de aandacht trokken wegens de jacht op Israëlische voetbalsupporters van Maccabi Tel Aviv. Met de aankondiging kreeg PVV-leider Geert Wilders zijn zin en kon hij afzien van het indienen van voorbereide moties. Een zeldzaamheid in de twintigjarige carrière van de politicus.
Oppositiepartijen als Volt en de Partij voor de Dieren vonden de mogelijkheid van het afpakken van het paspoort maar symboolpolitiek en stigmatiserend. Ze bleven maar hameren op de rol van de Maccabi-supporters, van wie er één was begonnen met het losrukken van een Palestijnse vlag. GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans was gematigder en benadrukte dat die Jodenjacht heel wat ernstiger was dan het hooliganisme van de Maccabi-supporters.
‘Omdat dat, zeker bij de Joodse gemeenschap, herinneringen oproept aan de donkerste pagina’s uit de Europese geschiedenis. Dat zijn overigens de donkerste pagina’s die wij als Europeanen zelf hebben geschreven. Er was geen één moslim bij betrokken. Dat lijken we af en toe te vergeten.’ Afpakken van het staatsburgerschap gaat Timmermans te ver. Hij wil bruggen bouwen.
Coalitie was het eens over een harde aanpak
De coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB was het eens over een harde aanpak. Het debat illustreerde dat er voor het eerst in decennia een rechts kabinet zit. VVD-leider Dilan Yeşilgöz zei afgelopen dagen voortdurend dat het al lang door de VVD bepleite strengere beleid nooit mogelijk was doordat er geen rechtse meerderheid was. Nu dus wel.
Het al jaren bestaande antisemitisme in Nederland lijkt eindelijk echt te worden gezien door de politiek. Premier Schoof verhaalde hoe bang Joodse ouders zijn als hun kinderen naar buiten gaan op weg naar school of de sportclub. Hoe ze op straat worden uitgescholden en voortdurend op hun hoede zijn, en steeds vaker heel bewust ervoor kiezen om er zo min mogelijk Joods uit te zien. ‘Je maag draait ervan om. Iemand zei vrijdagavond: dit is waar we steeds bang voor waren. Die woorden laten mij niet los,’ zei Schoof.
Toch leek het debat soms ook een echo uit het verleden. Yeşilgöz schreef eerder in de week in een artikel over hoe toenmalig VVD-leider Frits Bolkestein de problemen in de multi-etnische samenleving agendeerde. Op televisie vertelde hij in 2002 hoe in de Tweede Wereldoorlog twee van zijn klasgenoten werden weggehaald en vermoord en dat hij nu opnieuw moest meemaken hoe Marokkanen in Amsterdam op een Jood joegen. Het was ‘22 jaar geleden en nog steeds actueel’, schreef Yeşilgöz.
Een samenleving waarin iedereen langs elkaar heen leeft
‘We kunnen niet samenleven,’ zei een Rotterdamse vrouw in de nasleep van de moord op Pim Fortuyn in 2002. Dat samenleven is er sindsdien niet beter op geworden. De politiek worstelt er nog altijd mee. CDA-leider Henri Bontenbal had op het jongste CDA-congres gezegd dat ‘ons land hunkert naar een samenleving waarin mensen omzien naar elkaar’.
Volgens Timmermans is er eerder sprake van living apart together. ‘We leven veel te veel langs elkaar heen.’ DENK-leider Stephan van Baarle kritiseerde Bontenbal. ‘Als de heer Bontenbal wil samenleven, waarom spreekt hij dan over integratiecrisis? Waarom polariseert hij met die term? Met het woord integratiecrisis gooi je alle problemen over de schutting van mensen met een andere afkomst of ander geloof.’ Bontenbal ontkende: hij had juist over wederkerigheid gesproken.
Alom afkeuring van de Jodenjacht
Maandag 11 november had premier Schoof op zijn persconferentie na de ministerraad ook al, in opvallend harde bewoordingen, gesproken over een integratiecrisis. De jongeren die in Amsterdam Israëlische voetbalsupporters te lijf waren gegaan, zouden niet zijn geïntegreerd. Schoof suggereerde dat de integratie was mislukt.
In de Kamer nuanceerde hij dat. In gesprekken had hij het verwijt gekregen grote groepen over één kam te scheren. ‘Jonge Amsterdammers zeggen: “Hé, ik werk hard en lever een positieve bijdrage. Ik ben een Nederlander met een migratieachtergrond; dit gaat over mij.” Ik zag ook de berichten van een gewaardeerde wethouder in Amsterdam met ongeveer dezelfde strekking. Nee, dit gaat niet over jou, dit gaat niet over jullie. Jullie zijn geen onderdeel van het probleem. Het gaat om een andere groep en die groep moet worden aangepakt. Het is het onaangepaste deel dat zich heeft afgewend, die denken dat regels niet voor hen gelden, die geen enkel moreel kader hebben of worden gecorrigeerd.’
Schoof bracht de sfeer in het debat op een vreedzamer niveau. Voor hij aan de beurt was, kibbelden de fractieleiders vooral over de vraag wie olie op het vuur had gegooid na de Amsterdamse rellen en wat de goede aanpak zou zijn om zulke uitbarstingen van haat te voorkomen.
Van Baarle verweet Wilders dat hij de rol van de Maccabi-supporters had genegeerd en in één moeite iedereen had veroordeeld. Wilders gaf toe ‘dat gelukkig niet alle moslims’ kwaad in de zin hadden. Op zijn beurt zei Van Baarle dat uitspraken als ‘we gaan op Jodenjacht’ en ‘kankerjood’ onacceptabel waren.
Conclusie van het debat: alom afkeuring van de Jodenjacht, tal van verzoeken van de Kamer aan het kabinet om maatregelen, zoals het stoppen van de subsidie voor organisaties die zich aan antisemitisme schuldig maken, modereren van reacties op sociale media verplichten en de dialoog met ‘vertegenwoordigers van de geloofsgemeenschappen’ voeren, al vond Wilders dat de tijd van thee en koffie drinken wel voorbij was.
Intussen manifesteert zich in Amsterdam een gezagscrisis
Fractieleider Nicolien van Vroonhoven van NSC vond het ‘een mooi en waardevol debat’. Op de Dam in Amsterdam werd intussen een eigenlijk verboden pro-Palestina demonstratie plaats. Een teken van de gezagscrisis die zich vooral in deze stad manifesteert. Wilders wil er burgemeester Femke Halsema voor ontslaan.
Hij had uitgezocht dat al eens eerder een Amsterdams burgemeester – namelijk Gijs van Hall in 1967 – was gedwongen op te stappen. Joost Eerdmans (JA21) steunt Wilders in zijn wens, maar vooralsnog verder niemand.