De aanval op Israëlische voetbalsupporters hield het midden tussen een pogrom en een guerrilla-oorlog. Het virulente antisemitisme in de islamitische gemeenschap valt niet langer te ontkennen, schrijft Geerten Waling.
Terwijl in de Portugese Synagoge op donderdagavond 7 november (twee dagen vervroegd vanwege de sabbat) de Kristallnacht van 86 jaar geleden werd herdacht, werd de urgentie daarvan dezelfde avond elders in Amsterdam, waar Israëlische voetbalfans werden opgejaagd en gemolesteerd, kristalhelder.
De absurde geweldsuitbarsting, die zonder meer een Jodenjacht kan worden genoemd, volgde na een jaar met vrijwel dagelijkse anti-Israëlprotesten in Amsterdam. De dieptepunten daarin waren de verstoorde opening van het Holocaustmuseum, het vandalisme op de Universiteit van Amsterdam (4,1 miljoen euro schade) en de herdenking van één jaar 7 oktober, waarbij Joodse bezoekers door ‘tegendemonstranten’ werden belaagd en beroofd.
Maar bij die demonstraties liepen vooral radicaal-linkse organisaties voorop, zoals Antifa, de Internationale Socialisten, de krakersbeweging en het aan Palestijns terrorisme gelieerde Samidoun. Hoewel betrokkenheid van die clubs ook bij het geweld op donderdagavond niet kan worden uitgesloten, laten de videobeelden iets anders zien. Het antisemitisme komt in dit geval vermoedelijk uit islamitische hoek, vooral vanuit de Marokkaanse gemeenschap.
Marokkaanse knokploegen gingen op jacht naar voetbalfans
Immers, de stemmen van de daders hebben een hoorbaar Marokkaans accent en de knokploegen scheurden op scooters van de ene plaats delict naar de volgende. Bovendien waren bij de aanvallen op de voetbalfans – op 7 november en ook al bij hun hotel op de avond ervoor – taxichauffeurs betrokken. In de hoofdstad hebben veel taxichauffeurs een Marokkaanse achtergrond.
Burgemeester Femke Halsema bevestigde in haar persconferentie op vrijdagmiddag dat het ‘jongeren op scooters’ betrof. Zij gaf ook aan taxibedrijven en -diensten te hebben gevraagd hun chauffeurs tot kalmte te manen. Amsterdam heeft dus te maken met Marokkaanse knokploegen die, ondanks een historisch grote politie-inzet, vrijelijk jacht kunnen maken op Joden.
Het gelijk van Mona Keijzer
Die constatering werpt een nieuw licht op de ophef die ontstond toen Mona Keijzer op 17 mei, in de talkshow Sophie & Jeroen, zei: ‘We weten dat Jodenhaat in landen met veel moslims bijna onderdeel is van de cultuur.’ De verontwaardiging was groot, zo bleek ook uit de zestien aangiftes die tegen haar werden gedaan bij de politie. De BBB-politica zou zich met haar uitspraken schuldig maken aan groepsbelediging en haatzaaien jegens moslims.
Lees verder onder de video
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Het Openbaar Ministerie ging daarin mee en achtte de uitspraken inderdaad strafbaar. Zo had Keijzer volgens het OM ‘onvoldoende verantwoordelijkheid genomen om te voorkomen dat haar uitingen (…) zouden aanzetten tot onverdraagzaamheid’. Dat het OM de zaak in juli toch seponeerde, leek vooral voort te komen uit angst om, zo kort na de laatste rechtszaak tegen Geert Wilders (PVV), weer een politicus te vervolgen.
De constatering van Keijzer dat antisemitisme ingebakken zit in islamitische culturen, was voor velen wellicht een open deur. Toch maakte de stroom van kritiek duidelijk dat dit nuchtere feit binnen en buiten de islamitische gemeenschap nog volop wordt ontkend. Dat is met de geweldsgolf van donderdagavond een stuk moeilijker geworden.
De Jodenjacht in het Amsterdam van Femke Halsema bewijst het gelijk van Mona Keijzer – en het heeft geen zin om, uit angst voor groepsbelediging van moslims, hiervan weg te kijken.
Schrijf u in voor onze middagnieuwsbrief
Met de gratis nieuwsbrief EW middag wordt u dagelijks bijgepraat met commentaren en achtergronden bij de belangrijkste nieuwsverhalen.
