Uit onderzoek blijkt dat 55 procent van de moslims in Nederland discriminatie ervaart. Voor NRC aanleiding om een aantal schrijnende anekdotes op te tekenen. Maar volgens Geerten Waling lijkt het er wel op alsof moslims een uitzonderingspositie hebben op het dader-slachtofferspectrum.
Je kon het uittekenen. Rond de twintigste verjaardag van de islamitische terreuraanslag op Theo van Gogh, vlogen de clichés je weer om de oren. De vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar wist u dat die niet absoluut is? Natuurlijk mag je mensen beledigen, maar móet het ook? En altijd weer deze: pas op dat je niet alle moslims over één kam scheert!
Bij de herdenking in Amsterdam sprak actrice Katja Schuurman, blijkbaar eens een vriendin van Van Gogh. Zij had diep in de nacht, naar eigen zeggen vanwege haar ADHD en menopauze, een warrige spreekbeurt voorbereid. Ze droeg die voor in debatcentrum De Balie, waar die andere oude Theo-vriend, Yoeri Albrecht, de scepter zwaait – en waar dientengevolge heel soms nog weleens iets mag worden gezegd wat valt buiten de beklemmend smalle marges van het publieke debat.
Dat gold niet voor Katja. Volgens haar was Theo nooit zo bezig met die islam. Als hij er al aandacht aan besteedde, dan was het uit onschuldige nieuwsgierigheid. Behalve dan die ene keer, toen hij ‘die kutfilm’ maakte met Ayaan Hirsi Ali. Katja leek het Theo nog steeds kwalijk te nemen dat hij Submission (2004) had gemaakt – niet omdat het zijn dood was geworden, maar omdat het zo kwetsend was geweest voor de moslims.
Moslims ervaren meer discriminatie
En islamieten hebben het al niet makkelijk, zo weten we. Vorige week werd bekend dat liefst 55 procent van de moslims in Nederland discriminatie ervaart. Dat was de conclusie van het antiracismebureau van de Europese Unie. Niet alleen vanwege hun religie ervaren Europese moslims steeds meer vijandigheid, ook voelen ze zich gediscrimineerd ‘om hun huidskleur en etniciteit’. Nu is het onzin dat moslims het alleenrecht hebben op exotische huidskleuren, of dat andersom er geen blanke moslims zouden bestaan, maar een vleugje racisme, dat maakt de moslims nog éxtra zielig, was de suggestie.
Dagblad NRC greep de gelegenheid aan om die 55 procent – ruim boven het EU-gemiddelde van 47 procent – te illustreren met een paar schrijnende anekdotes. Onder meer van de islamitische Mouna (45), uit wier mond de krant optekende dat haar oudste zoon acht jaar geleden, op een basisschool in (nota bene het bekakte) Amsterdam-Zuid, ‘regelmatig te maken kreeg met discriminatie’. Wat hoorde haar zoon? Van een kind van Israëlische afkomst: ‘Als ik jou sla, krijg ik een cadeautje van mijn oom.’ En, naar ik aanneem niet van datzelfde kind: ‘Jullie geloven niet in Jezus, daarom zijn jullie slecht.’
Nog een schrijnend voorval: haar zoon kreeg problemen toen hij een meisje had geduwd, terwijl ook de juf moest toegeven dat het meisje eerst had geduwd! Haar kleine prins had natuurlijk niets fout gedaan. NRC knikte en vroeg niet verder.
Moslims hebben uitzonderingspositie op dader-slachtofferspectrum
Vooropgesteld, het uitsluiten van mensen vanwege hun geloof is onverdedigbaar in een open, seculiere samenleving. Ook al is de dreiging niet te vergelijken met de gevaren die een jood loopt met een keppeltje op, ongetwijfeld krijgen ook moslims te maken met discriminatie en dat is schandelijk.
Maar ik kan me toch echt niet voorstellen dat de islamitische medelander gebukt gaat onder structurele religiedwang vanuit joodse dan wel christelijke hoek. Of dat islamitische ouders, een ander voorbeeld uit het NRC-artikel, vanwege hun godsdienst structureel op kinderlijke toon worden toegesproken en gemaand hun kinderen thuis wel regelmatig voor te lezen.
Ihre Sorgen möchten wir haben, denken niet alleen de Joden die dit lezen, maar ook de homo’s en vrouwen die te maken krijgen met intimidatie, bedreiging en geweld op straat. Niet vanwege hun religie of ideologie, maar vanwege hun aangeboren identiteit. En al kun je hun problemen niet volledig aan de islam toeschrijven, de daderstatistieken liegen er niet om.
In AD Den Haag vertelt de 21-jarige Samia, die zich om haar geloof bedekt met het kuise khimar-gewaad, over een vervelend voorval bij het station: een blanke man gooide een peuk naar haar en schold haar uit voor ‘pinguin’. Ze voelt zich wel veilig in de Schilderswijk, maar is op haar hoede zodra ze in het centrum komt. Wat diep ironisch: voor veel Hagenaars en Hagenezen is dat precies andersom.
Nee, het is niet fraai om te gaan jij-bakken tegen mensen die, soms echt terecht, klagen over discriminatie. Maar bedenk: zolang moslims een uitzonderingspositie wordt gegund op het dader-slachtofferspectrum, worden de segregatie en het onderlinge chagrijn in de samenleving er echt niet minder om.