Waarom een verbod op sociale media voor kinderen niet werkt

Smartphones zijn een soort fruitautomaten in de broekzak van kinderen. Een verbod klinkt dus logisch, maar daarmee bereik je niks. Of juist het tegenovergestelde van wat je wilt bereiken, schrijft Zihni Özdil.

Afgelopen maandag had ik de eer om gespreksleider te zijn. Tijdens de Rotterdamse Dag van Digitale Inclusie.

Een panel met experts ging met het publiek in discussie. De kernvraag: hoe zorgen we dat iedereen kan meedoen in een snel veranderende digitale samenleving?

Er kwamen levendige vragen en opmerkingen aan bod. Maar ook zorgen. Niet gek in een land als Nederland. Waar (overheids)loketten steeds meer verdwijnen ten faveure van websites en apps. 

Een aanwezige in het publiek vertelde bijvoorbeeld over zijn driejarige nichtje. Die nu al verslaafd is aan de smartphone. Wat kunnen we doen om te voorkomen dat we een nieuwe generatie opvoeden die we van kleins af aan hun hersenen laten vervormen door verslavende apps, wilde hij weten.

Een vraag naar mijn hart.

Een fruitautomaat in uw broekzak

Wist u dat uw smartphone een fruitautomaat in uw broekzak is? De smartphone-industrie, inclusief makers van apps, heeft de boel ontworpen op basis van kennis die is opgedaan door de casino-industrie. Die investeerde decennialang miljoenen dollars in onderzoek naar hoe je de aandacht van mensen het langst vasthoudt.

Neem dus de fruitautomaat in een casino. Je ‘swipet’ als het ware door aan een hendel te trekken. Wachten op een beloning, terwijl al dat felgekleurde fruit rolt met rinkelende geluidjes, dat zorgt voor dopamineshotjes in je brein. Oftewel geluksstofjes. Het gaat in de hersenen niet perse om de beloning zelf, maar om de anticipatie op een beloning die ons verslaafd maakt.

Vrijwel al die felgekleurde apps op uw smartphone zijn expres op deze manier gebouwd. U swipet, oftewel trekt aan een spreekwoordelijke hendel. Het duurt altijd even voordat het resultaat er is. Niet zelden met een soort rinkel- of pinggeluid. Waardoor uw hersenen dopamineshotjes krijgen. De verslaving van de hele dag swipen op je mobiel, ligt zo enorm op de loer.

Smartphones voor kinderen verbieden?

Daarom ben ik zelf al geruime tijd voor een verbod op smartphones voor kinderen. Want wat voor samenleving krijgen we straks als een hele generatie gokverslaafden volwassen is geworden?

Terug naar de Rotterdamse Dag van de Digitale Inclusie. De vraag uit het publiek over het driejarige nichtje, vertaalde ik als volgt naar het panel: ‘Moet het niet gewoon wettelijk worden verbodem dat kinderen toegang hebben tot smartphones?’

Een van de sprekers was van de stichting DigitalChildRights. Hij vertelde dat Australië as we speak bezig is een wettelijk verbod in te stellen. 

Buitengewoon eloquent, helder en overtuigend wist hij uit te leggen dat een verbod klinkt als een goede oplossing. 

Maar dat in werkelijkheid niet is. 

Ik ga niet al zijn argumenten herhalen, maar eentje ging over uitvoering en privacy. Hoe ga je zo’n leeftijdsverbod handhaven? Dat kan technisch eigenlijk alleen als je als overheid nóg meer in de privé-gegevens van alle burgers gaat duiken. 

Net als de andere panelisten zag hij de echte oplossing in heel wat anders: regulering en voorlichting. 

Structurele socialemediawijsheid

Door te zorgen, het liefst in internationaal verband, dat apps voor kinderen niet meer worden gebouwd op verslaving. Door daarnaast in te zetten op structurele socialemediawijsheid, en zo onze kinderen weerbaar te maken tegen verslaving. 

Later deze week sprak ik hierover verder met digitale experts van de Hogeschool Rotterdam (waaraan ik overigens zelf verbonden ben). Daar kwam nog een argument tegen een verbod voorbij: wat als kinderen volwassen worden en ineens verlost zijn van dat verbod? De kans op verslaving is zo misschien juist nog groter. Immers, zonder enige ervaring, kun je je dan plots storten op de verboden vrucht.

Donderdag 28 november besteedde ook Nieuwsuur aandacht aan het Australische socialemediaverbod voor kinderen.

In de studio was een kinderpsychiater die dat een ‘moedige stap’ vond waar ‘Nederland ook over moet nadenken.’

Tot deze week zou ik het volmondig met haar eens zijn geweest. Maar inmiddels weet ik beter.

Met een verbod bereik je niks.

Of het tegenovergestelde van wat je wilt bereiken.