Yeşilgöz snapt niet wat geloof is en ondermijnt als liberaal juist vrije samenleving

Dilan Yeşilgöz. Beeld: Peter Hilz/ANP

Geloof alleen achter de voordeur? Met haar gebrekkige kennis over religie schiet VVD-leider Dilan Yeşilgöz zichzelf in de liberale voet, schrijven religiewetenschappers Mladen Popović en Brenda Mathijssen. ‘Religieuze expressie is een fundamenteel recht.’

Dilan Yeşilgöz zegt het prima te vinden dat mensen geloven, maar dat ze dat thuis moeten doen. Dit omdat religie geen dominante rol mag spelen in het openbaar leven, zei de VVD-leider vorige week op een ledenavond in Amsterdam.

Dat een vrije samenleving leidend is, zijn wij helemaal eens met Yeşilgöz. Alleen schiet ze met haar gebrekkige kennis over religie zichzelf in de liberale voet, en ondermijnt ze juist het vrije samenleven dat zij voorstaat.

Het is jammer dat, wanneer het over religie gaat, velen in een pavlovreactie schieten, zowel ongelovigen als gelovigen. Het gaat om een valse tegenstelling tussen privé en openbaar.

Religie is niet puur privé

Op het eerste gezicht lijkt Yeşilgöz’ stelling logisch in een seculiere samenleving als de Nederlandse. Maar het idee dat religie puur privé zou zijn, is een misvatting. Religie beperkt zich niet tot de huiskamer of tot de muren van een kerk, moskee of synagoge. Gelovigen gaan ook de deur uit, lopen de maatschappij in en organiseren zich, want die vrijheid hebben wij allemaal.

Gelovigen, in alle soorten en maten, zijn burgers. Ze werken, stemmen, nemen deel aan het publieke debat en zetten zich in voor de samenleving, juist ook vanuit religieuze normen en waarden. Vrijheid is een fundamenteel recht in Nederland, en dat geldt ook voor religieuze expressie. Het is ironisch dat een liberaal pleit voor het inperken van deze vrijheid, door religie naar het privédomein te verbannen.

Religie doet ertoe

Dat betekent niet dat alles wat vanuit een religieus perspectief wordt gezegd of gedaan, kritiekloos moet worden geaccepteerd. In onze vrije samenleving moet je kritisch kunnen spreken over ideeën en geloofspraktijken die als kwalijk worden ervaren. Kritiek is niet meteen polariserend of een aanval op diversiteit. Kritisch denken staat aan de basis van onze vrije samenleving, vrij van dwingende autoriteit of traditie.

De maatschappelijke discussie over religie heeft historische en hedendaagse wortels, onder meer door migratie. Enerzijds is er de bevochten vrijheid op religieuze autoriteit, anderzijds is er de vrijheid om geloof te mogen beleven en daarnaar samen te leven. Tegelijk geldt: als je religie opsluit achter de voordeur, verdwijnt ze niet – nog afgezien van allerlei praktische problemen.

Ook als je niet religieus bent of niets met religie hebt, doet religie ertoe: 85 procent van de wereldbevolking is religieus. Dat neemt naar verwachting alleen maar toe de komende jaren. Het idee dat meer opleiding en meer welvaart tot minder religie zouden leiden, is achterhaald. Wil je samenleven met anderen, zaken doen, en ze begrijpen, hier en wereldwijd, dan zul je je ook tot het fenomeen religie op een geïnformeerde manier moeten verhouden.

Ga het gesprek aan

Veel beter is het om religie niet weg te stoppen, maar het gesprek aan te gaan. Naast een pavlovreactie lijkt er bij burgers en bestuurders ook sprake te zijn van angst om mee te praten of handelingsverlegenheid wanneer het over religie gaat. Het is daarom belangrijk om ook vanuit onafhankelijke en onpartijdige kennis te kunnen meepraten en kritisch mee te denken. Religie is te belangrijk om aan gelovigen alleen over te laten.

In plaats van te pleiten voor aanpassing van artikel 23 van de Grondwet (vrijheid van onderwijs), zoals Yeşilgöz suggereert, kan ze haar energie beter steken in het versterken van onderwijs over religie in het voortgezet onderwijs, voor iedereen. Religiewetenschappelijk onderwijs biedt jongeren feitelijke kennis over religies en levensbeschouwingen, wat essentieel is voor het ontwikkelen van kritisch burgerschap in een diverse samenleving.

Ook als je religie niet meer wilt toelaten tot het openbare leven, verdwijnt ze daar niet. Om Pim Fortuyn aan te halen: het probleem, mevrouw, dat blijft! Daarom ons pleidooi voor religieuze geletterdheid en om met lef en met elkaar, gelovigen en ongelovigen, over religie te praten zonder dat we de boel opblazen.

Mladen Popović en Brenda Mathijssen, decaan en vice-decaan Faculteit Religie, Cultuur en Maatschappij, Rijksuniversiteit Groningen