Oud-presentator Philip Freriks en de Poolse premier Donald Tusk houden respectievelijk de 4 mei- en 5 mei-lezing. Schrijfster Sivan Behr is ongelukkig met deze keuzes.
Mijn jongste zoon draagt een Joodse naam. Hij werkt in een horlogeriezaak en krijgt dikwijls de vraag (misschien ook omdat hij donker is) of hij Joods is. Ja, antwoordt hij dan trots en vertelt het verhaal van zijn oma, mijn moeder, door wie hij voor een deel is opgevoed.
Hij vertelt dat zijn omaatje als kind in de Tweede Wereldoorlog bijna drie jaar alleen zat ondergedoken, op veertien adressen, dat ze is mishandeld en misbruikt, dat haar haar was geblondeerd en dat ze een andere, niet-Joodse identiteit had gekregen. Op het moment dat ze werd bevrijd, 13 april 1945, schreeuwde mijn moeder het uit: ‘Mijn naam is Elly Behr, en ik ben Joods!’
Er wordt geregeld aan mijn jongste zoon gevraagd of hij niet bang is om toe te geven dat hij Joods is. Bang? Hij geeft het antwoord van een sterke, goed getrainde jongeman die prachtig past in een gangsterfilm met Robert De Niro: ‘Kom maar op! Ik sla al je tanden eruit!’
Nu is mijn 24-jarige zoon nogal onverschrokken. Hij is niet representatief voor heel Nederland. De daden hier sinds 7 oktober 2023, toen Hamas pogroms uitvoerde op honderden dansende jongeren van het Nova-muziekfestival en op de bewoners van de kibboetsen in Zuid-Israël, zijn vooral laf en verwerpelijk te noemen.
Antisemitisme opgebloeid
Het antisemitisme is wereldwijd opgebloeid, en dus ook in Nederland. De geest is uit de fles. Zo worden Joodse bijeenkomsten in Amsterdam afgelast vanwege ernstige dreigementen, zijn Joodse studenten niet langer veilig op de universiteit door imbeciele protesten, gaan immigrantenjongeren op Jodenjacht, en wordt de beveiliging van de Joodse scholen en synagogen verder opgeschroefd.
Het Nieuw Israëlietisch Weekblad wordt in een envelop verpakt, zodat je niet ziet dat het een Joods medium is. Ook hebben Joodse ambtenaren zich in een netwerk verenigd, om zich te wapenen tegen de pesterijen van collega’s op de ministeries. Collega’s geven Joden de schuld van de Israëlische militaire acties tegen Hamas in Gaza.
Dan zijn er nog moslim-BN’ers, paradepaartjes van de zogenaamd progressieve media zoals Nasrdin Dchar, Najib Amhali en Nadia Moussaid, die hun sympathie aan de Gazanen betuigen zonder het hele en juiste verhaal te willen vertellen. Neem acteur Ramsey Nasr, die in de Volkskrant liefst twee pagina’s kreeg om een verward betoog op te schrijven met als strekking: wat Hamas doet, is goed.
Zij nemen het niet op voor hun Joodse medelanders, net zomin als de linkse politieke partijen en vertegenwoordigers van islamitische en Arabische gemeenschappen doen. Ze zijn stil. Zoals iemand eens schreef: het is oorverdovend stil tijdens de storm.
Waarom geen Joodse spreker?
Maar hoe kan het dat ook het Nationaal Comité 4 en 5 mei, opgericht door oud-premier Ruud Lubbers om nationaal sturing te geven aan herdenken en vieren, stil is? Waarom heeft het Comité de verdrukking van Joden in eigen land niet meegewogen in de besluitvorming, tachtig jaar na de oorlog?
Hoe kan het dat er voor 4 of 5 mei geen Joodse spreker is gevraagd? De lezingen die dagen zijn de visitekaartjes van de herdenking en van de viering, van tachtig jaar vrijheid. Ze worden niet alleen uitgesproken en op tv uitgezonden, maar ook gedrukt in boekjes en in hoge oplage verkocht.
De tachtigjarige Philip Freriks die de 4 mei-lezing geeft – aardige man op zich – heeft een verdrietige herinnering aan zijn oudere broer Jan, die in april 1945 bij de bevrijding omkwam door een Canadese kogel. Een noodlottig ongeval, zo werd de dood van Jantje genoemd, waarover Freriks het boek Jantje heeft geschreven.
Hoe erg ook, is dit verhaal representatief voor de kern van 4 mei, tachtig jaar later? Vat deze vertelling de essentie van vijf jaar bezetting, van vijf jaar vervolging, van vijf jaar moord om wie je bent?
Polen waren buitengewoon antisemitisch
En hoe is het mogelijk dat op 5 mei een premier spreekt uit een land, Polen, waar in de Tweede Wereldoorlog bijna de hele Joodse gemeenschap is uitgeroeid (naar schatting drie miljoen mensen)? Hoe kan Donald Tusk de 5 mei-lezing geven, terwijl Polen sinds 2018 elke aantijging van Poolse betrokkenheid bij de Holocaust strafbaar stelt?
Terwijl onderzoek heeft aangetoond dat in de oorlog de Polen buitengewoon antisemitisch waren en nazi-Duitsland hebben geholpen bij het uitroeien van de Joden. Toen en daarna. In 1985, veertig jaar later, maakte de Joods-Franse regisseur Claude Lanzmann de onthutsende documentaire Shoah, waarin vele Polen aan het woord kwamen over hoe ze de nazi’s hadden geholpen met hun Endlösung.
Met die wetenschap zijn wij opgegroeid. Mijn zusje, broer en ik. Mijn moeder leerde ons, maar ook haar vier kleinkinderen, dat de Polen destijds minstens zo erg waren als de Duitsers. ‘Oii vaa foii,’ zei ze dan. ‘Die Polen haatten ons, die haatten ons Joden, die wilden ons dood.’
Spinoza stelde eens: ‘Wat wij toeval noemen, is het toevluchtsoord der onwetendheid.’ Was het toeval wat mijn jongste zoon laatst vertelde over twee Poolse klanten in de horlogeriezaak waar hij werkt? Hij zei: ‘Weet je mam, die Polen keken me doordringend aan, herhaalden mijn naam, maar ze waren best aardig.’
Sivan Behr is auteur van 100 Jaar familie en is lid van de vrouwengroep Maccabi Women’s Circle