Nederland moet blij zijn met uitspraak Duitse rechters

Het Duitse Bundesverfassungsgericht. Foto: ANP

In een ingezonden opiniestuk betogen Europarlementariër Derk Jan Eppink (Forum voor Democratie) en professor Markus Kerber dat Nederland zich mag verheugen met de gerechtelijke toetsing van het Duits Grondwettelijk Hof. De opkoopprogramma’s van de ECB zijn slecht voor spaarders

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van Elsevier Weekblad.

De uitspraak van het Duits Grondwettelijk Hof heeft in Brussel woede opgewekt. De Duitse rechters tikten zowel de Europese Centrale Bank als het Europees Hof van Justitie op de vingers. Ursula von der Leyen, Voorzitster van de Europese Commissie, overweegt een inbreukprocedure tegen Duitsland. Kennelijk is haar juridische kennis beperkt. Volgens artikel 4.2 van het Verdrag van Lissabon moet de EU “de grondwettelijke basisstructuur” van lidstaten respecteren.

Professor Dr. Markus Kerber is gevolmachtigd jurist van de groep die een klacht tegen de ECB indiende bij het Duits Grondwettelijk Hof.

 

Mr. drs. Derk Jan Eppink is lid van het Europees Parlement voor Forum voor Democratie en vicevoorzitter van de fractie van Europese Conservatieven en Hervormers.

Brussel is boos

Duitsland kent een grondwettelijke toetsing. Nederland kent dat niet omdat internationaal recht boven nationaal recht staat. Er is geen enkele veiligheidsklep, terwijl bijvoorbeeld VN-verdragen een grote impact kunnen hebben. Europees recht is vrijwel onaantastbaar.

Waarom is Brussel zo boos? Het ziet de EU als een “politiek project” op de weg naar een eigen federale staatsstructuur. Het Europees Hof van Justitie in Luxemburg is door dat prisma de enige instantie voor interpretatie van Europees recht. Na de uitspraak van het Duits Grondwettelijk Hof reageerde het Hof van Justitie kortaf op 5 mei: “om de uniforme toepassing van het Europees recht te verzekeren, heeft alleen het Europees Hof van Justitie de bevoegdheid te oordelen dat een besluit van een EU-Instelling ingaat tegen Europees recht”. De Fransen zouden spreken van “une guerre des juges”.

Ook Guy Verhofstadt, voormalig Belgisch premier en lid van het Europees Parlement, deed een duit in het zakje. Hij verzond dezelfde dag een tweet: “Als elke Grondwettelijk Hof van elke lidstaat begint met interpretaties van wat Europa mag doen en niet, is dat het begin van het einde”. Verhofstadt is overtuigd federalist. Hij ziet lidstaten als provincies van de EU, onderworpen aan centraal bestuur.

Opkoopprogramma’s zijn slecht voor spaarders

Het Duits Grondwettelijk Hof, de kroon op het Duitse rechtssysteem, heeft met zijn uitspraak een gevoelige snaar geraakt. Duitsland en Nederland staan beide borg bij de massieve opkoopprogramma´s van schuld door de Europese Centrale Bank (ECB). Beide landen willen dat de ECB strenge voorwaarden hanteert bij de schuldopkoop. Maar de ECB laat het niveau van voorwaarden steeds verder dalen om via lage rente de Italiaanse publieke schuld betaalbaar te houden.

Het Europees Hof van Justitie legitimeert de ECB vrijwel ongezien. Maar de opkoopprogramma´s (de ECB heeft al 45% van de publieke schuld in de eurozone in beheer) veroorzaken negatieve economische bijwerkingen. De lage rente is slecht voor spaarders en pensioenfondsen: voor Nederland een zeer belangrijk punt. Het Grondwettelijk Hof vindt dat het Europees Hof van Justitie daarom de “proportionaliteit” moet beoordelen. Volgens de Duitse juristen die de klacht bij het Grondwettelijk Hof aanhangig maakten is er al sprake van “monetaire financiering via de achterdeur”. Artikel 123 van het Verdrag verbiedt monetaire financiering expliciet.

Veiligheidsklep

Gelukkig heeft Duitsland een grondwettelijke veiligheidsklep die in Nederland ontbreekt. Het Grondwettelijk Hof bindt niet het Europees Hof van Justitie en evenmin de ECB, maar wel de Duits centrale Bundesbank. Als het opkoopprogramma van de ECB strijdig is met de Duitse grondwet mag de Bundesbank niet meer meedoen. Het gevolg is ingrijpend. Zonder Bundesbank geen opkoopprogramma en zonder Duitsland geen euro.

Nederlandse burgers die weerloos zijn in het eurosysteem moeten daarom blij zijn met de uitspraak van het Duits Grondwettelijk Hof. Vooral spaarders en pensioenfondsen. De Nederlandse regering is ongetwijfeld meer verheugd dan zij laat blijken. Het Duits Grondwettelijk Hof kan Brussel tenminste (nog) een halt toeroepen. Nederland kan dat niet meer.