Libanon bewijst: westerse leiders niet gehaat, maar juist geliefd in ex-kolonies

Emmanuel Macron onthaald door Libanese burgers in Beiroet. Foto: AP.

Libanezen verlangen terug naar het Franse bestuur, jonge Hongkongers zwaaien met de ‘koloniale’ Britse vlag. Onderdrukte bewoners van vroegere koloniën willen geen excuses van de vroegere machthebbers, maar uitreisvisa, schrijft René ter Steege in een ingezonden opiniestuk.

Nogal wat Libanezen vinden dat president Emmanuel Macron behalve Frankrijk ook hun land moet besturen. Macron kreeg dat opmerkelijke verzoek toen hij vorige week Beiroet bezocht na de explosie die de hoofdstad van het ongelukkige land goeddeels verwoestte, meer dan 160 levens eiste en honderdduizenden inwoners dakloos maakte.

René ter Steege (Den Haag, 1949) werkte na zijn studie Frans als verslaggever en redacteur buitenland bij Het Parool.

 

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van Elsevier Weekblad.

‘Alstublieft, meneer de president, verlos ons van deze regering,’ smeekte een inwoonster. Macron zat in zijn maag met dat verzoek om een interventie in het vroegere Franse mandaatgebied, van 1920 tot 1943. ‘Het is aan u om daarvoor te zorgen,’ antwoordde hij diplomatiek te midden van een menigte Beiroeti’s. ‘Verlos ons van Hezbollah!’ riep een ander.

Libanezen zien Macron niet als ‘kolonialist’, maar als redder

In hun radeloosheid beschouwden deze mensen Macron dus niet als de bemoeial die een verwenst ‘koloniaal’ verleden nieuw leven kwam inblazen, maar als redder. Tot ergernis van onder anderen de zuur-linkse Franse politicus Jean-Luc Mélenchon. Hij veinsde Macron ervan te verdenken het Franse mandaat over Libanon na de Eerste Wereldoorlog in ere te willen herstellen.

Nu is dat precies wat dit weekeinde zo’n 60.000 Libanezen binnen 24 uur eisten in een onlinepetitie. De Libanese overheid is verantwoordelijk voor de ramp met 2.750 ton ammoniumnitraat, en niet in staat of van zins de bevolking te helpen, aldus de tekst. ‘Dus vragen wij Frankrijk om Libanon gedurende tien jaar opnieuw onder mandaat te stellen.’ Een ondertekenaar vertelde de nieuwszender France24: ‘Sinds het vertrek van de Fransen is het met Libanon bergafwaarts gegaan.’

Betogers Hongkong smeken Trump om hulp tegen China

In Hongkong zwaaiden moedige  jonge betogers tegen China’s dictatuur onlangs met de vlag uit de tijd dat hun land een Britse ‘kroonkolonie’ was. Ook hielden demonstranten een betoging bij het Amerikaanse consulaat. Niet om te protesteren tegen het Yankee-imperialisme, maar om president Donald Trump te smeken om het Chinese imperialisme het hoofd te bieden.

Een verzoek gespeend van realiteitszin, dat aangeeft hoe lovend mensen in vroegere koloniën kunnen zijn over de heersers van weleer. Macron, Trump en de Britse premier Boris Johnson gelden daar vooral als leiders van landen waar fundamentele burgerrechten zijn gewaarborgd, de politieke macht niet sinds jaar en dag in handen is van dezelfde clans, het uiten van een onwelgevallige mening je niet in het gevang doet belanden, waar je machthebbers bij vrije verkiezingen kunt wegsturen. Zaken die voor Libanezen en Hongkongers steeds verder uit zicht raken.

Britse erfenis verbindt Hongkongers met democratische landen

De vervolgde jongeren in Hongkong zullen zich het Britse koloniale bestuur niet eens herinneren. Ze weten alleen dat de Britten een politieke en culturele erfenis hebben achtergelaten die de Hongkongers verbindt met democratische landen waar ook ter wereld. Een erfenis die het dictatoriale regime in Peking mede daarom tracht te verpletteren.

Lees ook het commentaar van Jelte Wiersma: Laat EU-exportverbod begin zijn van uitsluiting onmenselijk China

Frankrijk staat sinds Libanons onafhankelijkheid garant voor de veiligheid van de maronitische christenen, een bevolkingsgroep die ooit in de meerderheid was, maar inmiddels minder talrijk is dan de moslims zijn. De Libanese christenen zijn altijd nauw verbonden geweest met het ‘moederland’ aan de andere kant van de Middellandse Zee en hebben daar geen post-koloniaal schuldcomplex aan overgehouden. Zij koesteren juist de Franse taal en cultuur, die hun identiteit mede bepalen en voorkomen dat ze worden opgeslokt door de autoritaire of totalitaire islamitische wereld rondom.

Algerijnse regering jammert over Frans ‘kolonialisme’, bevolking niet

Hetzelfde geldt voor tal van Algerijnen die leven onder een regime dat nog steeds jammert over de door de Fransen begane excessen tijdens de onafhankelijkheidsoorlog van 1954 tot 1962, die er natuurlijk ruimschoots waren. De potentaten in Algiers eisen sinds jaar en dag op hoge toon excuses van Parijs. Macron en enkele voorgangers hebben die excessen openlijk betreurd, maar moeten van Algiers volledig op de knieën. De nieuwe president Abdelmadjid Tebboune begon er na zijn installatie meteen over, alsof dit voor de gewone burgers ook maar enige prioriteit heeft.

Zij eisen geen excuses, maar visa voor Frankrijk, zoals oud-president Jacques Chirac opmerkte tijdens een bezoek aan Algiers. Zijn gastheren, de antikoloniale praatjesmakers onder leiding van de toenmalige president Abdelaziz Bouteflika, schaamden zich kapot.

De hypocrisie van Bouteflika’s verontwaardiging over de Franse onderdrukkers werd duidelijk toen bleek dat hij en andere Algerijnse apparatsjiks zich voor medische zorg altijd naar ziekenhuizen in Frankrijk spoedden. Die onthulling in Franse media droeg bij aan de minachting van veel Algerijnen voor hun onderdrukkers en tot de vreedzame en voortsluimerende verzetsbeweging, de hirak.

Lees dit spraakmakende omslagverhaal terug over de verketterde politicoloog Bruce Gilley: Het goede van kolonialisme Turkije neemt Nederland de maat over slavernij, na erkenning genocide

Verzet van Algerijnse intellectuelen voorkwam dat het Frans in de media en bij de overheid moest wijken voor het Arabisch, een wensdroom van de ‘revolutionairen’. Zij wilden daarmee de gehate culturele koloniale erfenis uitwissen, en daarmee de banden met het Westen. Algerijnse schrijvers en journalisten weten dat ze in eigen land hun vrijheid en leven riskeren als ze het regime mishagen, in Frankrijk zijn ze veilig. Hun dankbaarheid daarvoor geldt voor het regime in Algiers nog steeds als een vorm van collaboratie.

Dus is wantrouwen gepast telkens wanneer machthebbers van oud-koloniën blijven drammen over wat hun land is aangedaan. Vaak is dat een doorzichtige poging tot afleiding voor hun eigen falen of dictatoriale optreden.

Incompetente Libanese president voedt roep om Franse interventie

De hoogbejaarde Libanese president Michel Aoun illustreerde zijn geborneerdheid en incompetentie door een internationaal onderzoek naar de explosie af te wijzen, en te suggereren dat een raketaanval de oorzaak was. Het maakte de Libanezen zo mogelijk nog wanhopiger over hun leiders, en voedde de roep om een vorm van Franse interventie.

De kolonisaties van Algerije en Libanon zijn niet met elkaar te vergelijken. Officieel was Algerije ook geen Franse kolonie, net zomin als Libanon. Wel hebben beter opgeleide, pro-westerse Libanezen en Algerijnen genegenheid – in het Libanese geval zelfs liefde – gemeen voor het land dat zij volgens hun onderdrukkers dienen te wantrouwen of te haten.