Pandemie en lockdown versnellen wereldwijd de ontbossing

Bomenkap. Foto: ANP.

De gevolgen van de COVID19-pandemie en lockdowns versnellen wereldwijd de ontbossing. Het ecotoerisme is ingestort en bosbeschermers kunnen hun werk niet doen. Tropische bossen moeten beter worden beschermd, zegt Henriette Walz, programmaleider biodiversiteitsbescherming bij de Rainforest Alliance. Ook Europese bedrijven en landen kunnen hieraan bijdragen.

Al heeft de COVID-19-lockdown overal ter wereld toeleveringsketens lamgelegd en gemeenschappen getroffen, er zijn ook een paar onverwachte pluspunten: de wereldwijde broeikasuitstoot is drastisch gedaald (schattingen lopen uiteen van 5 tot 8 procent), vervuiling in China en Europa is afgenomen en de natuur leeft op, soms zelfs in stedelijke gebieden.

Bossen lijden enorm onder lockdown

Maar hoe zit het met bossen? Hebben die ook gefloreerd tijdens de lockdown? Helaas ziet het ernaar uit dat het tegenovergestelde het geval is. Ontbossing lijkt in 2020 te versnellen en dat is verontrustend, aangezien er in 2019 al elke 6 seconden één voetbalveld aan primair regenwoud verloren is gegaan.

Uit voorlopige rapportages van het Braziliaanse Nationale Instituut voor Ruimteonderzoek (INPE) blijkt dat ontbossing in het Braziliaanse Amazonegebied in de eerste helft van het jaar hoger was vergeleken met vorig jaar. (Alleen in april was het bijna 64 procent hoger.) Het Wereldnatuurfonds constateerde een toename van 150 procent van ontbossing in achttien landen in maart ten opzichte van dezelfde kalendermaand vorig jaar.

Henriette Walz (1982) is programmaleider biodiversiteitsbescherming bij de  Rainforest Alliance. Ze behaalde een doctoraat in biologie en een MSc in milieumanagement, waarna ze werkte voor de Nederlandse non-profitorganisatie UTZ, die in 2018 met Rainforest Alliance fuseerde. Ze ondersteunt het certificeringsprogramma en diverse projecten wereldwijd, met een focus op klimaatverandering en ontbossing. Walz komt uit Duitsland, maar woont sinds zeven jaar in Amsterdam.

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van Elsevier Weekblad.

Er zijn allerlei redenen voor deze onrustbarende piek. De Braziliaanse regering was bijvoorbeeld al bezig met het ontmantelen van milieuorganisaties en milieubeleid, wat heeft geleid tot een vernietiging van bossen die alleen maar is verergerd door de pandemie.

De reisbeperkingen die zijn opgelegd om de verspreiding van COVID-19 te vertragen, hebben er in Brazilië en elders toe geleid dat bosbeheerorganisaties en natuurbeschermers ontbossing niet konden monitoren. Uit onderzoek van natuurbeschermingsorganisaties blijkt dat 85 procent tijdens de lockdown geen veldwerk kon doen. Vanuit veel beschermde gebieden overal ter wereld werd gemeld dat ze vanwege lockdown-maatregelen problemen hebben met hun budget, beheerscapaciteit en effectiviteit.

Ecotoerisme is wereldwijd ingestort

De toegenomen ontbossing is vooral zorgwekkend in Brazilië, omdat die ontbossing de oorzaak was van de bosbranden die het Amazonegebied vorig jaar teisterden. Bovendien kunnen illegale houtkappers het nieuwe coronavirus verspreiden naar de inheemse gemeenschappen die deze gebieden bewonen en kan de rook van bosbranden de plaatselijke bevolking nog kwetsbaarder maken voor COVID-19.

Van Costa Rica tot Kenia tot Indonesië is het ecotoerisme ingestort. Ecotoerisme bezorgt gemeenschappen niet alleen inkomsten, maar bekostigt ook natuurbescherming. Geld dat zou helpen bij het monitoren en bewaken van beschermde gebieden en stroperij zou tegengaan, is er niet meer. Vanwege de verstoorde toeleveringsketens is er kans dat de economische nood zo hoog stijgt dat bewoners van bosgebieden geen andere keuze hebben dan hun natuurlijke hulpbronnen te misbruiken.

1,6 miljard mensen zijn afhankelijk van bos

Het feit dat ontbossing sneller toeneemt, is slecht nieuws voor ons allemaal, want we hebben de bossen nodig om de klimaatverandering te vertragen. Gezonde tropische regenwouden (net als andere natuurlijke klimaatoplossingen) kunnen ons helpen om 37 procent van de uitstootvermindering – die nodig is om de opwarming van de aarde tot 1,5 graden te beperken – te realiseren; behoud van bossen kan zorgen voor een afname van 7 miljard ton CO2-equivalenten. Ook reguleren bossen microklimaten en brengen ze neerslag voort, waardoor boeren de impact van het klimaat beter kunnen tegengaan. Opgeteld is het inkomen van wereldwijd 1,6 miljard mensen afhankelijk van bossen.

Lees ook dit omslagverhaal: 28 vragen over de bomenkap in Nederland

Wat kunnen we doen tegen de huidige piek in ontbossing? Op de korte termijn moeten we waar mogelijk op afstand bossen monitoren en ontbossing compenseren. Onlangs heeft de Rainforest Alliance ontbossingsrisico’s beoordeeld op basis van locatiegegevens van gecertificeerde cacaoboeren in Ghana en Ivoorkust en hun bevindingen doorgegeven aan diezelfde boerengemeenschappen. Met deze informatie kunnen zij nu een toename van ontbossing voorkomen. Waar natuurbeschermingsorganisaties ter plaatse partners hebben,  kan begeleiding en ondersteuning ook op afstand worden voortgezet.

Europese bedrijven zetten Brazilië onder druk

Ook is het onmiddellijk collectief handelen van bedrijven, overheden, consumenten en beleidsmakers cruciaal. Financiële ondersteuning moet landgrenzen overstijgen en de boeren- en bosbeherende gemeenschappen in landen die onze favoriete producten verbouwen, vooruithelpen.

De private sector kan ook zijn aanmerkelijke macht aanwenden om overheden te dwingen tot verantwoordelijker gedrag. Tientallen Europese bedrijven hebben bijvoorbeeld Brazilië gedreigd met een boycot als er een wetsvoorstel wordt aangenomen dat verdere ontbossing van het Amazonegebied aanwakkert. Ook de burgermaatschappij kan een rol spelen. Financiële noodsteun geven aan lokale organisaties in de frontlinie, die gebukt gaan onder verstoorde toeleveringsketens, is bijvoorbeeld een goede stap. Overal ter wereld zijn zulke inspanningen nodig en op een veel grotere schaal.

De economie moet slim opnieuw worden opgebouwd

Terwijl de kiem wordt gelegd voor economisch herstel moeten we zorgen voor een verbeterde wederopbouw (building back better), met meer duurzame, veerkrachtige en rechtvaardige toeleveringsketens. Stimuleringspakketten kunnen bestaan uit belastingprikkels voor een transitie naar een groene economie of kunnen het voldoen aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord van Parijs als voorwaarde stellen voor financiële injecties, zoals in het geval van Franse en Oostenrijkse luchtvaartmaatschappijen. De Europese Unie heeft 30 procent van haar recente herstelpakket bestemd voor groene projecten en de rest hoort klimaatdoelen ‘niet te schaden’. Dat is een goed begin, maar instituties zullen zich moeten verantwoorden voor het implementeren van deze toezegging.

Ten slotte moeten we veerkrachtige economieën ontwikkelen die niet duizenden mensen in armoede storten – en ecosystemen op het spel zetten – zodra ze worden getroffen door een schok zoals de COVID-19-pandemie. Dit omvat ook het scheppen van bloeiende lokale economieën waarin gemeenschappen zichzelf kunnen onderhouden, terwijl tegelijkertijd het grondgebied waarvan ze leven wordt beschermd.

Deze crisis illustreert eens te meer de onderlinge verbindingen tussen sociale, ecologische en economische uitdagingen. We moeten bijvoorbeeld niet vergeten dat het intact houden van bossen en andere natuurlijke ecosystemen essentieel is voor het voorkomen van toekomstige pandemieën. Een verbeterde wederopbouw betekent een goed evenwicht tussen mensenrechten, milieuwaarden en economisch welzijn – en het betekent dat bosbehoud dringende prioriteit moet krijgen.

Dit artikel is vertaald vanuit het Engels en verscheen eerder al op de website van Reuters.