Een klein jaar geleden werd ik in het Okura Hotel in Amsterdam voorgesteld aan een jongeman voor wie ik meteen sympathie opvatte. Hij was een stuk langer dan ik, en ook heel veel gespierder en leniger.
Hij was een bekende vechtsporter, werd mij verteld, en aangezien ik gedurende de jaren in Amerika veel vechtsporten op tv had gezien, en ‘free fight’ en ‘cage fight’ had ontdekt, had hij meteen mijn volle aandacht. Hij was intelligent, charmant, geestig. Zijn naam zei me niets. Hij beviel me. Hij sprak met overtuiging over zijn leven, en hij deed dat met zelfspot. Hij was een wereldster in de dop, dacht ik – tot ik hoorde, veel later, dat hij al lang een wereldster was.
Hij heet Badr Hari.
Machohormonen
Wat hem nu overkomen is – en dat is geen lot dat hem heeft getroffen terwijl hij volledig passief was – gun ik hem niet. Ik gun dat ook niet onze samenleving en zijn sport, en zijn miljoenen fans over de hele wereld. Badr is een fenomeen.
Laat het volgende tot u doordringen: wanneer Badr ergens verschijnt, worden bij veel mannen de machohormonen op volle toeren geproduceerd. Hij roept agressie en provocatie op, alleen al door zijn verschijning. Het is bijna iets dierlijks wat er gebeurt, iets archaisch en tegelijk ongrijpbaars.
Zijn aanwezigheid verstoort de mannelijke pikorde. Alle alfamannetjes raken van streek als Badr binnenstapt. En dat betekent dat er mannen zijn die hem uitdagen, zeker als ze gezopen en gesnoven hebben (wat had slachtoffer Koen, een getrouwde man, ‘s nachts om half vier in de Arena te zoeken, en wat zat er zoal in zijn bloed?).
Openbaarheid
Wat Badr te verwijten valt, is dat hij zich niet volledig uit de openbaarheid heeft teruggetrokken en zich alleen aan zijn sport wijdt. Ik begrijp dat een jonge ster als Badr graag gezien en herkend wil worden, dat is een van de ‘perks’ van zijn roem, maar hij brengt overal verwarring teweeg. Hij is simpelweg te mooi en te verleidelijk voor vrouwen – daar kunnen veel mannen niet mee bestaan, en zoeken dus een confrontatie, ook al weten ze dat een confrontatie met Badr slechts één uitkomst kent.
Badrs zwakte is dat hij zich niet buiten de ring heeft onttrokken aan de blikken van zijn fans – overal waar hij komt, ontstaat spanning, en dat is een paar keer ernstig uit de hand gelopen.
Badr kan een ‘role model’ zijn voor veel jonge immigranten. Hij heeft zich door hard werken en ijzeren wilskracht naar boven gevochten, en dat is bewonderenswaardig. De conflicten die hij heeft gehad waren situaties waarin het om eer en respect ging – niet om geld. Buiten de ring heeft Badr niet geslagen om er beter van te worden. Hij is geen roofovervaller.
Hij heeft zich in ingewikkelde situaties niet beheerst (waarom vraagt niemand zich af hoe zijn slachtoffers zich hebben opgesteld tegenover hem?). Daar hoort een psychiater bij te komen, niet een gevangenisbewaarder.
Taakstraf
Ik ben het dus oneens met de harde, compromisloze houding van Gerlof Leistra. Schouder aan schouder zat ik met Badr aan tafel. Zijn ‘personal space’ is dus iets heel relatiefs; het maakt hem niet uit of je dicht bij hem bent, het gaat om de vraag of je agressief bent. Daarop reageert hij, en daarmee moet hij leren omgaan.
Als hij schuldig wordt bevonden, mag Badr niet meer dan een taakstaf en een voorwaardelijke celstraf krijgen. Hij kan gebruik maken van zijn unieke positie bij minderheidsgroepen, en ik ben van mening dat hij de opdracht moet krijgen met jonge allochtonen te werken. Maar hij mag geen enkele scheur in zijn discipline meer toelaten. Hij mag zich de komende tien jaar niet meer in disco’s en dergelijke gelegenheden vertonen. Hij moet zijn sport dienen. En de provocerende macho’s mogen hem nooit meer op hun weg vinden.
Parel
Badr is een schitterende sportman – helaas één met een aantal zwaktes. Daaraan moet hij nu ‘werken’. Hij kan een parel voor de samenleving worden. Maar hem straffen met een gevangenisstraf die zijn loopbaan kapot maakt, is hetzelfde als levenslang.
‘Badrtje moet hangen’ klinkt opeens in Nederland. Nee, te grof en te banaal is dat. Hij moet zich nu gaan bewijzen als iemand die ons allen trots maakt. Dit is de zwaarste partij in Badrs leven.